CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2016
|
Bernard Haitink was 73 (nu 87) toen hij in eind september en begin oktober 2002 in het 'Kulturpalast' in Dresden een 'bijzonder' concert in een serie van drie dirigeerde, met voor de pauze Webers ouverture Oberon en Beethovens Vioolconcert, en na de pauze Brahms' Eerste symfonie. Bijzonder in de zin dat het gehele programma was gewijd aan de slachtoffers van de watersnoodramp die ook Dresden kort daarvoor had getroffen. Toch was het concert om nog een andere reden bijzonder: het was Haitinks eerste abonnementsconcert als de nieuwe chef-dirigent van de (Sächsische) Staatskapelle Dresden. Hij was al enige tijd de gedroomde opvolger van de vorige chef, de Italiaan Giuseppe Sinopoli, die op 20 april 2001 onverwacht in Berlijn was overleden. Tijdens het dirigeren van Verdi's opera Aida bezweek de toen 54-jarige Sinopoli aan een hartaanval. Met de komst van Haitink veranderde er wel wat in Dresden, want Sinopoli had niet alleen naam gemaakt als serieel componist, maar ook als expert op het gebied van de elektronische muziek. Zo doceerde hij zowel eigentijdse als elektronische muziek aan het conservatorium van Venetië. Daarnaast stond Sinopoli bekend als groot voorvechter van de muziek van met name de Nieuwe Venetiaanse School. Daarmee vergeleken was Haitink aan het eind van de vorige eeuw de typische conformist die zich bij voorkeur in het standaardrepertoire bewoog, met bovenaan de ranglijst Bruckner en Mahler. Geen enkele discussie erover dat Haitink een groot dirigent was en is, maar toch moet worden gezegd dat zijn programma's qua samenstelling doorgaans saai zijn, en zeker in vergelijking met die van bijvoorbeeld de jaren zestig, toen hij bij het Concertgebouworkest samen met Marius Flothuis ('Flot') tekende voor een vooruitstrevende programmering, waarin zelfs de eigentijdse Nederlandse muziek aan bod kwam. Haitink is niet (meer) de dirigent die het eigentijdse repertoire koestert of in zijn programmering nieuwe wegen zoekt, dan wel minder bekende componisten aan bod laat komen. Wat zijn succes bij het publiek overigens niet in de weg staat. Zo ook in Dresden in 2002. Het staat allemaal als een huis, het is tot in de puntjes verzorgd, de orkestklank een lust voor het oor, maar het is en blijft binnen Haitinks repertoire zonder meer uitwisselbaar. Frank Peter Zimmermann is als solist een ware rots in de branding, al biedt ook hij niet meer dan wat wij allang weten. Het applaus is gelukkig meegesneden. Waarom deze opname uit 2002 pas nu op de markt wordt gebracht is mij niet duidelijk. Voor de Haitink-verzamelaars is het in ieder geval een aanwinst. index |
|