![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2018
|
In de eerste helft van de vorige eeuw zocht een aantal Britse componisten naar een eigen nationale identiteit, moe als men was van de Duits-Oostenrijkse dominantie die in de negentiende eeuw vanaf het vasteland was overgewaaid en zich diep in het muziekleven had genesteld. Dat moest anders, vonden ze. Zo merkte Ralph Vaughan Williams in 1934 op: "The business of finding a nation's soul is a long and slow one at best and a great many prophets must be slain in the course of it. Perhaps when we have slain enough prophets future generations will begin to build their tombs." Men mag zeggen dat - volmaakt ingebed in een rijke uitvoeringstraditie - de muziek van Vaughan Williams veel en graag in Engeland wordt uitgevoerd (en uiteraard naar wordt geluisterd) en dat er - hoe kan het anders - veel geslaagde opnamen van bestaan. Ook Manze werkt aan een complete cyclus. De symfonieën nr. 3 (Pastorale) en 4 heb ik eerder besproken (klik hier) en nu is het dan de beurt aan de nrs. 5 en 6. Manze mag in discografisch opzicht in dit repertoire een nieuwkomer zijn, hij heeft zowel de symfonieën als de losse orkestwerken op het concertpodium al vaak uitgevoerd en er aldus veel praktische ervaring mee opgedaan. En zoveel is dudelijk: hij kan het opnemen tegen zijn concurrenten, terwijl de door Onyx gemaakte opname het fraaie orkestspel van het Royal Liverpool Philharmonic helder en sonoor uit de luidsprekers laat komen. Dat was bij de vorige uitgave al het geval en dat geldt dus ook voor deze nieuwe. Liverpools Philharmonic Hall blijkt een uitstekende locatie voor orkestmuziek! In interpretatief opzicht zou ik - zelfs niet met het pistool op de borst (ik schreef het ook al in mijn vorige recensie) - geen definitieve keus kunnen maken tussen de vele uitvoeringen van Vaughan Williams' negen symfonieën (hoewel die onder Previn en Norrington toch mijn voorkeur niet zouden hebben). Niet dat ze alle hetzelfde parcours bewandelen, verre van dat, maar omdat muziek sowieso nu eenmaal een verschillende benadering vraagt. Dat maakt vergelijken - een 'hobby' van veel recensenten - zo buitengewoon lastig. Het 'gezicht' van een stuk is allesbepalend op het moment dat het zich aan de toehoorder openbaart. Al kunt u uiteraard altijd zelf de proef op de som nemen: de muziekdiensten van Spotify, Tidal en Qobuz maken het u gemakkelijk om de vele uitvoeringen te beluisteren en zo uw eigen conclusies te trekken. Dat Manze er uitdrukkelijk bijhoort staat voor mij wel vast. index |
|