CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Tyberg: Mis in G - Mis in F (Messe Facile)

South Dakota Chorale o.l.v. Brian A. Schmidt, Christopher Jacobson (orgel)

Pentatone PTC 5186584 • 65' • (sacd)

Opname: januari 2016, First-Plymouth Congregational Church, Lincoln, Nebraska (VS)

 

 

"Schnell! Schnell! Schnell! Raus! Raus! Raus!" Luide bevelen en verwensingen, schel blaffende honden, oogverblindende schijnwerpers, op het perron een onontwarbare kluwen van mensen die met slagen en stokken uit de wagons zijn gejaagd. De bagage moet erin achterblijven. Niet lang daarna staat iedereen keurig in het gelid, de mannen links, de vrouwen en kinderen rechts, ogenschijnlijk slechts tijdelijk van elkaar gescheiden. Er is geen paniek, wel angst. Niemand weet wat er te gebeuren staat, al zullen sommigen misschien een vaag vermoeden hebben gehad. De penetrante geur die uit de schoorstenen van de crematoria opstijgt ligt als een deken over het kamp en de omgeving.

Op het perron staan ze naast en achter elkaar, de professor en de huisschilder, de elektriciën en de oogarts, de wiskundige en de koffiebrander, de conducteur en de timmerman, de violist en de glasblazer, de componist en de kruidenier, de pianostemmer en de slager. Ze komen overal vandaan, na een uitputtende reis op de hoogstens met wat stro bedekte vloer van een afgesloten goederenwagon. Daarin slechts een ton voor de behoeften die al snel overstroomt en een ondraaglijke stank achterlaat. Onderweg hoogstens wat water en voor wie geluk heeft misschien nog wat schaarse proviand. Doodop, besmeurd en vervuild komen ze aan op hun eindbestemming, een ver afgelegen oord van verschrikking, diep in Polen. Daar is het afscheid, voorgoed, zonder het op dat moment te beseffen. We kennen de verhalen van de ondergang, al zijn er geen miljoenen dagboeken geschreven.

 

Vermoord in Auschwitz-Birkenau
Waarschijnlijk is het zo ook met Marcel Tyberg (1893-1944) gegaan, in de jaren dertig een van de vele veelbelovende componisten. Niemand minder dan het Tsjechisch Filharmonisch Orkest had rond 1930 onder leiding van Rafael Kubelík zijn Tweede symfonie in Praag ten doop gehouden. Voor Tyberg eindigde het leven veel te vroeg. Hij was een van de miljoenen anderen die door hun afkomst of door hun aard of wezen door de nazi's werden vermoord. Tyberg werd op Oudejaarsdag 1944 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau om het leven gebracht. Daarover bestaat geen enkele twijfel: zijn dood staat als zodanig geregistreerd in de door de nazi's keurig bijgehouden kaartenbakken van Auschwitz. Toch wordt in het cd-boekje nog vermeld dat hij zich ergens onderweg door ophanging van het leven zou hebben beroofd, in de treinwagon die hem van zijn woonplaats Abbazia (hij was na de dood van zijn vader in 1927 samen met zijn moeder van zijn geboorteplaats Wenen naar Abbazia in het huidige Kroatië verhuisd) naar het kamp San Sabba bracht.

Bevriend met Rafael Kubelík
Tyberg had zeer muzikale ouders: zijn vader was in Wenen een bekend violist en zijn moeder, Wanda Paltinger Tybergova, had piano gestudeerd bij Theodor Leschetizky. Vader Tyberg kon uitstekend overweg met de vermaarde violist Jan Kubelík, de families Tyberg en Kubelík kregen met elkaar zelfs een sterke band. De druk componerende zoon Marcel droeg meerdere van zijn liederen op aan de beide dochters van Jan Kubelík en ondanks het niet geringe leeftijdsverschil van twintig jaar met hun broer, de latere dirigent Rafael Kubelík, zou deze in vriendschap met hem verbonden blijven.

Katholiek
Marcel voelde zich al vroeg tot het katholicisme aangetrokken en bracht dat ook als componist in de praktijk. Daarvan getuigt deze nieuwe sacd, met twee missen van Tyberg: de Mis in G uit 1934 en de Mis in F uit 1941, de laatste door de componist zelf aangeduid als 'Messe facile', beide voor gemengd koor met orgel. In het cd-boekje wordt de term 'fascile' gebruikt, maar dat is niet de goede spelling, mogelijk ingegeven door het manuscript waarin (in het handschrift van de componist) met enige moeite 'fascile' zou kunnen worden gelezen (Tyberg was overigens voldoende onderlegd om zo'n fout niet te maken). Die Mis in F is ondanks de solistische bijdragen vanuit het koor inderdaad relatief gemakkelijk en zeker binnen het bereik van een niet professioneel koor, terwijl voor de begeleiding een organist volstaat.

Asceet
Zijn muziek heeft tijdens zijn leven de drukpers niet gehaald, wat uitsluitend aan hemzelf te wijten was, want hij kreeg meerdere keren aanbiedingen van muziekuitgevers. Hij toonde zich echter niet geïnteresseerd, ging er niet op in. Tyberg was zo'n typische asceet, hij hoefde niet zo nodig bekend te worden, was ook in het dagelijks leven bescheiden en hanteerde een sobere leefstijl. Onder het pseudoniem 'Till Bergmar' componeerde hij, waarschijnlijk om zich van een bestaan te verzekeren, voor de lokale dansgelegenheden Engelse walsen, rumba's en foxtrots. Voor het serieuze werk koos hij zijn werkelijke naam.

Catastrofe
Nadat in 1943 het Duitse leger het noorden van Italië was binnengetrokken, kwamen er al snel tegen de joden gerichte bevelen, waaronder de verordening om aan de hand van daarin opgesomde specifieke kenmerken aan te geven dat men joods was. Dat deed ook Tybergs moeder (een van haar overgrootvaders was joods geweest). Waarom zij die stap heeft gezet weet niemand. Zij overleed kort daarop. Tyberg, slechts 1/16 joods, werd gearresteerd en vervolgens gedeporteerd.

Buffalo
Na de oorlog herinnerden slechts weinigen zich Tyberg, in leven een 'Einzelgänger', wiens composities tijdens de nazibezetting waarschijnlijk eveneens verloren waren gegaan.. In februari 2006 kwam daar echter geleidelijk aan verandering in, nadat in het Amerikaanse 'The Buffalo News' een artikel was verschenen over Tyberg, waarin onder meer werd vermeld dat zijn muzikale nalatenschap in handen was gekomen van een goede vriend van de familie, ene Dr. Milan Milhich. Deze was echter al in 1948 was overleden. Milan had de manuscripten achtergelaten bij zijn zoon Enrico, die niet alleen als medisch student de componist nog had gekend, maar ook als medestudent: ze hadden samen, bij dezelfde docent, harmonie en contrapunt gestudeerd.
Wat er na 1948 met die muzikale nalatenschap is gebeurd blijft onopgehelderd. Mogelijk was Enrico te druk in andere zaken verwikkeld. In 1957 ging hij aan de slag bij het Roswell Park Cancer Institute in Buffalo, New York, waar hij naam maakte als briljant onderzoeker. Tybergs manuscripten raakten ondertussen onder een steeds dikker wordende laag stof, ze leken vergeten.

Opleving
In de jaren tachtig kantelde het beeld. Enrico ging op zoek naar mogelijkheden om tenminste de orkestwerken van Tyberg uitgevoerd te krijgen. Hij stapte naar het symfonieorkest in zijn woonplaats, het Buffalo Philharmonic Orchestra, maar dat toonde geen belangstelling. Er gebeurde tot medio 1990 niets, toen Enrico naar Europa terugkeerde en contact zocht met de inmiddels bejaarde Rafael Kubelík, die verheugd reageerde op het bericht dat de handschriften bewaard waren gebleven. Van verdere exploraties kwam het echter niet meer, want Kubelík overleed vrij kort daarna, in 1996.

Maar in Buffalo was daar Joann Falletta die zich, mogelijk aangespoord door Enrico, over de muziek van Tyberg boog. Haar conclusie was duidelijk: 'Tyberg's Music is extremely powerful, rich and profiound, and very worthy of performance and recording'. De dirigent liet het daar niet bij, maar voegde de daad bij het woord. *) En terecht, want Tyberg was een bekwame componist, dirigent en pianist. Nee, een nieuwlichter was hij niet. Deze eclecticus componeerde graag in het laatromantische idioom, zowel simpele als uiterst complexe partituren (zelfs groots opgezet, enigszins naar Mahlers voorbeeld). Die eclectische stijl vinden we ook terug in zijn beide missen, een kruidige mix van imposante bruckneriaanse koorzuilen en typisch joodse invloeden, van glanzende devotie en briljante techniek.

We mogen dankbaar zijn dat het door Brian A. Schmidt geleide South Dakota Chorale en de organist Christopher Jacobson zich in deze gloedvolle opname over deze beide missen hebben ontfermd en door hun uiterst gave bijdragen een warm en overtuigend pleidooi houden voor deze lang vergeten componist. Dit is meer dan een document humain, de muziek verdient het.

_______________
*) Op Spotify vindt u twee Naxos-uitgaven met de Tweede en Derde symfonie en het Pianotrio en de Tweede piansonate.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links