CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2010

 

 

Tüür: Symfonie nr. 6 (Strata) (2007) - Noesis (voor klarinet, viool en orkest) (2005).

Jörg Widmann (klarinet), Carolin Widmann (viool), Nordic Symphony Orchestra o.l.v. Anu Tali.

ECM New Series 2040 476 3799 • 54' •

www.ecmrecords.nl


De muziek van componisten als de Est Erkki-Sven Tüür (1959) laat zich niet zó gemakkelijk een etiket opplakken. Wie naar het prille begin van zijn Zesde symfonie luistert lijkt midden in de klankwereld van een Alban Berg verzeild te zijn geraakt (inderdaad, er zijn reminiscensies aan diens Drei Orchesterstücke op. 6 te ontdekken), maar hij laat zich niet verleiden tot melodische versplintering. Evenmin bedient hij zich van de techniek van de collage, zoals Alfred Schittke en in zekere zin Gustav Mahler (Negende symfonie). Tüür zoekt het evenmin in buitenmuzikale voorstellingen om zijn muziek daarmee een (laat)romantisch dictum mee te geven. Het begrip 'symfonie' zoals ons dat doorgaans voor ogen staat, ziet Tüür meer als een zekere 'code' voor zijn toehoorders, opdat zij - met deze notie voor ogen - zijn muziek begripvol kunnen binnentreden. Die code richt zich met name op de structurele aspecten, als tegenhanger van het fragmentarische karakter van de hedendaagse beeld- en geluidsbeleving. Tüür: "One may take an MTV format as an example. Even the visual part whose purpose is to support the understanding of the music, is fragmented. Of course, this is not a problem exclusive to music. My purpose is to show the symphony as a vital genre capable of absorbing and integrating the sound material, which, paradoxically, originates from the aforementioned fragmented world. I would like to demonstrate that integral conception is possible even in the modern sound world."
Hoezeer er ook sprake is van verschillende vormen die binnen een deel geleidelijk worden ontwikkeld, de organische constructie ervan vormt een onaantastbaar geheel. Tüür bereikt dat door ieder nieuw idee rechtstreeks te koppelen aan het voorafgaande, waardoor de muziek binnen de coherent gehouden cesuur de rusteloze thematische, melodische of harmonische ontwikkeling van Tüürs individuele taal spreekt. Wie dieper in deze structuren duikt vindt weliswaar de traditionele symfonische vorm (sonate-allegro, zij het met gevarieerde recapitulatie, naast scherzo en liedvorm) terug, maar de context ervan is een geheel andere dan die van de achttiende- en negentiende-eeuwse, ja zelfs twintigste-eeuwse traditie. Tüür klampt zich niet vast aan de historisch geordende stijlfiguren, integendeel, hij lijkt zich er eerder tegen af te zetten. De subtitel van de Zesde symfonie, 'Strata', verwijst naar Tüürs compositietechniek zoals hij die zich zo'n jaar of vijf geleden eigen maakte: stratum (laag, in het meervoud strata = lagen) betekent in dit geval dat elk der lagen in de context van een daaruit opgebouwd geheel staat, met zowel statische als actieve eigenschappen bezit. Dat levert, mits geraffineerd toegepast, zoals hier, bijzonder spannende muziek op.

Anu Tali en Erikk-Sven Tüür tijdens de opname van de Zesde symfonie

Anu Tali (aan wie de Zesde symfonie is opgedragen) dirigeert deze muziek alsof het haar tweede natuur is. Dat geldt niet minder voor broer en zus Widmann en het Nordic Symphony Orchestra. Voeg daarbij de heldere en transparante opname (mei 2007/juni 2009, Estonia Concert Hall) en u begrijpt dat deze cd een waardevolle bijdrage levert aan het discografische, eigentijdse repertoire.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links