CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2017

 

Telemann: 12 Fantasieën voor viola da gamba solo TWV 40:26-37 - 12 Fantasieën voor blokfluit solo TWV 40:2-13 - 12 Fantasieën voor viool solo TWV 40:14-25 - Triosonate in a, TWV 42:a (uit 'Essercizii musici')

Rainer Zippeling (viola da gamba), Saskia Coolen (blokfluit), Shunske Sato (viool)
Globe GLO 5267 • 3.40' • (3 cd's)
Opname: december 2011, Sagamiko Exchange Center, Kanagawa-Pref. (TWV 40:14-25); januari en februari 2017, Oude Dorpskerk, Bunnik

 

Deze drie cd's omvatten Georg Philipp Telemanns Twaalf fantasieën voor respectievelijk viola da gamba, blokfluit en viool solo (met als toefje op deze kostelijke en rijk gevulde taart de Triosonate in a, TWV 42:a uit Telemanns 'muzikale oefeningen'). Deze uitgave is om twee redenen bijzonder: de kwaliteit van het spel en de reeds genoemde fantasieën voor viola da gamba solo, want die hebben lang op herontdekking moeten wachten.

Om bij de laatste te beginnen: Telemann schreef ze in Hamburg, waar ze in 1735 onder de titel 'Fantaisies pour la Basse de Violle' door zijn eigen uitgeverij werden gepubliceerd. (ze werden later ingedeeld onder TWV 40:26-37). Pas in 2015 werden deze fantasieën door de Franse musicoloog François-Pierre Goy in het stadsarchief van het Duitse Osnabrück teruggevonden, waarna ze het jaar daarop in druk werden gegeven. Het was de gambist Thomas Fritzsch die ze kort daarna voor het eerst in het openbaar uitvoerde en ze vervolgens voor het label Coviello in de studio vastlegde. Fijn dat we nu een prachtige opname hebben van Rainer Zipperling, want de Coviello-registratie vond plaats in de galmende akoestiek van de Klosterkirche in het nabij Leipzig gelegen Zscheiplitz. Dat galmeffect op zich viel eigenlijk nog wel mee, maar door een nogal ongelukkige microfoonopstelling werden zowel de contactgeluiden van de gambist als diens ademhaling behoorlijk versterkt. Daardoor valt van het op zich uitstekende spel van Fritzsch helaas niet echt te genieten. Nee, dit is bepaald geen feest om naar te luisteren. U kunt zich er zelf van overtuigen op Spotify. Dat is eens te meer jammer want Fritzsch weet in dit repertoire ook musicologisch van wanten: hij is niet alleen een uitstekend gambist, maar doceert bovendien muziekwetenschappen aan de universiteit van Leipzig.

Telemann mag dan te boek staan als veelschrijver, maar wat hij schreef behoort wel tot het hoge altaar van de barokmuziek. Het ligt misschien niet direct voor de hand, maar het sterk spirituele karakter van zijn muziek doet denken aan dat van een componist uit de Weense Klassiek: de op dit punt gelijkgestemde Joseph Haydn. Ook bij Telemann fonkelt en bruist het, maar zijn ook de langzame delen veel meer dan alleen dat: het is lyriek van de beste soort die diepzinnigheid paart aan een fascinerende schaduwwerking. Geen muziek dus die we achteloos kunnen afdoen met dertien-in-een-dozijn, maar die het wel degelijk waard is om met aandacht te worden beluisterd en toch vooral niet te behandelen zoals barokmuziek helaas zo vaak wordt behandeld: als achtergrondmuziek, als muzikaal behang, als muzak. Daar is zij eenvoudig te goed voor. En misschien is dit in alle muziek wel het belangrijkste: de inventiviteit ervan, waarbij zij best dubbelzinnig mag zijn, meerdere lagen moeten worden afgepeld alvorens zij haar ware schoonheid onthult. Dat is bij de muziek van Telemann zeker het geval.

Na dit pleidooi voor de muziek van Telemann maak ik het overstapje naar deze drie musici die zonder uitzondering tot de top van de historiserende uitvoeringspraktijk behoren. Zij kwamen op het idee om de drie sets van solofantasieën voor hun specifieke instrument in een album samen te brengen, aangevuld met de reeds genoemde Triosonate waarin ze gedrieën net zo fenomenaal partij geven. Maar vergis u zich niet: ook in de solostukken ontstaat menigmaal de indruk van ingenieuze meerstemmigheid, alsof er meerdere instrumenten tegelijkertijd klinken. Daarin excelleerde ook Bach, in met name de partita's en sonates voor viool solo, en de suites voor cello solo. Ook Telemann beheerste de hoge kunst van gesuggereerde meerstemmigheid. Dat ook die suggestie in deze uitvoeringen tot werkelijk leven wordt gewekt zegt tevens iets over de hoge kwaliteit van deze uitvoeringen. Sterker nog, er lijkt een bijzondere standaard te zijn gezet die tot herhaald luisteren dwingt. Spiritualiteit en virtuositeit leveren een bijzonder aanstekelijke combinatie op waaraan iedere vorm van epateren ontbreekt en alles in dienst is gesteld van waar het werkelijk om gaat: de muziek zelf.

De registratie van deze fantasieën is van een ongehoorde schoonheid, maar kent helaas wel een rouwrand: het album is opgedragen aan de producer Erik Beijer die op 1 maart jongstleden, een week na de opnamen waarvoor hij verantwoordelijk was (die van de fantasieën voor gamba en blokfluit: de fantasieën voor viool solo werden in 2011 in Japan door een ander team vastgelegd), onverwacht overleed. Het moet voor zijn zoon en medeproducer Laurens wel een bijzonder hard gelag zijn geweest om zonder zijn vader de editing te doen, en niet minder voor Saskia Coolen, de echtgenote van Erik.

Dan een enkel woord over de violist in dit gezelschap, de Japanner Shunske Sato, want mocht u het (nog) niet weten: deze concertmeester van De Nederlandse Bachvereniging zal met ingang van het seizoen 2018-19 Jos van Veldhoven als artistiek leider van dit ensemble opvolgen.

Globe brengt ook deze uitgave in genummerde exemplaren uit: er worden er niet meer dan 1000 geperst en ze zijn alle keurig handgenummerd (ik ontving exemplaar nr. 407). Welk beleid hierachter steekt weet ik niet, maar wel weet ik dat er wat mij betreft wereldwijd duizenden van mogen worden verkocht! Dat de toelichting in het boekje ietwat karig is uitgevallen voor een rijke set als deze moet u maar op de koop toenemen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links