CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2025

Stravinsky: Le Sacre du Printemps (piano vierhandig)

Ravel: Ma Mère l'Oye (piano vierhandig)

Paul Kolesnikov & Samson Tsoy (piano)
Harmonia Mundi HMM902752 • 50' •
Opname: nov. 2024, Studio Sequenza, Montreuil (F)

 

Igor Stravinsky's transcriptie voor piano vierhanden van zijn Le Sacre du Printemps was feitelijk uit nood geboren, want er was veel repetitietijd nodig voor het gelijknamige, complexe ballet, gecomponeerd voor de Ballets Russes, het door de Russische impresario Sergej Diaghilev opgerichte, avant-gardistisch balletgezelschap dat aan het begin van de twintigste eeuw door het vernieuwende karakter ervan grote successen boekte

De Ballets Russes fungeerde in de opvatting van Diaghilev als een soort Gesamtkunstwerk, als gezamenlijk product van de verschillende 'zusterkunsten' met een avant-gardistisch karakter - danskunst, beeldende kunst, muziek, literatuur - kwam de dans die door de Russen met viriele kracht en expressieve charme werd bedreven, opnieuw tot aanzien en bloei, met Parijs als epicentrum.

Voor dat gezamenlijke product op zo hoog mogelijk niveau werden niet alleen de componisten Stravinsky, Debussy, Ravel, Richard Strauss, Falla, Fauré, Satie, Respighi, Auric, Milhaud, Rieti, Sauguet en Prokofjev geëngageerd, maar ook de choreografen Michaël Fokine, Vaslav Nijinski, Leonid Massine, Bronislava Nijinski, George Balanchine en Sergej Lifar plus de (decor)schilders Leon Bakst, Alexandre Benois, Georges Braque, Juan Gris, Henri Matisse, Joan Miro, Giorgio de Chirico, Maurice Utrillo en Pablo Picasso en de dichters Jean Cocteau en Boris Kochno. Tot de dirigenten behoorden Pierre Monteux en Ernest Ansermet. Aanvankelijk dreef het ensemble op Russische danskrachten.

Maar de faam van het balletgezelschap was natuurlijk vooral gebaseerd op het sterrensysteem, met dansers als Danilova, Dolin, Doebrovska, Idzikovsky, Karsavina, Lifar, Markova, Massine, Nijinski, Pavlova, Rubinstein, Sokolova, Spessivtseva, Tjernisjeva en Woizikovsky.

Tot zijn dood in 1929 in Venetië (zijn graf bevindt zich op het eilandje San Michele, in de directe nabijheid van dat van Vera en Igor Stravinsky) wist Diaghilev de wereld te verbazen, niet als kunstenaar, maar als katalysator van belangrijke artistieke manifestaties.

In het laatste stadium van zijn bestaan raakte het gezelschap in grote financiële moeilijkheden en moest de troep noodgedwongen worden ontbonden. Als een soort waardige opvolger beschouwden zich de Ballets Russes de Monte Carlo, die in 1932 ontstond door een fusie tussen de Opera van Monte Carlo en de Russische opera van Parijs.

Ik noemde het reeds: Diaghilevs avant-gardistische inslag had ook een prijs: veel, héél veel repetitietijd was veelal nodig om de beoogde voorstelling van de grond te krijgen. Een duur betaald orkest kwam daarvoor niet in aanmerking en resteerde als enige optie een pianist (of in het geval de Le Sacre twee pianisten).

De wereldpremière van het ballet vond plaats in het Parijse Théâtre des Champs-Élysées op 29 mei 1913 in de choreografie van Vaslav Nijinski en met decors van Nikolaj Rjoritsj. Het orkest stond onder leiding van Pierre Monteux. We weten wat er toen gebeurde: chaos alom, met luidkeelse protesten en zelfs handgemeen. Tegelijkertijd was het een avond die een enorme invloed zou hebben op het verdere verloop van de westerse muziekgeschiedenis.

Kort daarvoor zou nog een gedenkwaardige gebeurtenis hebben plaatsgevonden: twee componisten die de Sacre op de piano uitvoerden: Stravinsky en Debussy, waarvan de laatste zou hebben gezegd of geschreven dat het stuk hem achtervolgde als een 'schitterende nachtmerrie'. 'Ik probeer tevergeefs die angstaanjagende indrukken [van toen] opnieuw op te roepen.' Of het echt zo is gegaan, weten we niet en bovendien is die uitspraak waarschijnlijk geparafraseerd of uit de duim van deze of gene gezogen, want in zijn correspondentie is er niets van terug te vinden. Wel is er een brief van Debussy aan André Caplet, Debussy's vertrouweling, zelf componist, maar ook violist en dirigent, geschreven op de avond van de première, waarin hij schrijft: 'Le Sacre du Printemps est une chose extraordinairement farouche. Si vous voulez, c'est de la musique sauvage avec tout le confort moderne' ('Le Sacre du Printemps is iets buitengewoon woests. Als u wilt: wilde muziek met alle moderne gemakken'.)

Stravinsky en Debussy zij aan zij aan de piano? Áls het zo is gegaan, doemt prompt de vraag op hoe ze dit hebben klaargespeeld, want die zéér veeleisende transcriptie speel je bepaald niet zomaar even van blad, maar vraagt juist véél repetitietijd. Het lijkt dus uitermate onwaarschijnlijk dat het zo is gegaan. Maar we weten het: de muziegeschiedenis is overladen met anekdotes, twijfelachtige uitspraken en zelfs regelrechte onzin. In ieder geval valt uit die passage in de brief van Debussy niet op te maken dat hij - zoals veel commentaren ons willen doen geloven - openstond voor deze vernieuwende, nog niet eerder vertoonde samenklanken, melodieën en ritmes. Debussy overleed nog geen vijf jaar later aan darmkanker, de ziekte waaronder hij al sinds 1909 gebukt ging. Stravinsky daarentegen was in 1913 pas dertig (hij zou de respectabele leeftijd van 88 jaar bereiken).

De transcriptie voor piano vierhanden kan zowel op één als op twee piano's worden uitgevoerd. Pavel Kolesnikov en Samson Tsoy kozen voor één piano. Beide musici hebben zich al lang en breed als een gewéldig pianoduo bewezen en dus waren mijn verwachtingen hoog gespannen. Het viel mij op sommige punten echter niet mee, al moet ik wel enigszins een slag om de arm houden omdat ik niet weet welke wel of niet recente partituur de beide heren voor hun vertolking hebben gebruikt. De uitgave die ik hier heb is van Dover Publications uit 1989, de verbatim herdruk van de eerste druk uit 1913, die het jaar daarop alsnog een correctie onderging. Terwijl er ook nog afwijkingen in schuilen ten aanzien van de gepubliceerde orkestversie. Hoe ingewikkeld wil je het hebben...

Dit verder latend voor wat het waard is, blijf ik toch zitten met een wel erg vrije opvatting van de partituur, onverschillig het feit welke editie is gebruikt. Dat uit zich in merkwaardige versnellingen en vertragingen, het bijna halsbrekende tempo in L'Adoration de la Terre (Les Augures printaniers - Danse des adolescentes: volgens de componist is de aarde met bloemen bedekt, er wordt gedanst en volgens de rituelen wordt de toekomst voorspeld. De oudste wijze zegent de aarde). Maar het kan zelfs nog doller worden, zoals in het direct daarop volgende Jeu du rapt (het rituele 'ontvoeringsspel'). Toegegeven, het is zo'n deel waarin het bárst van de energie en de extase, toont de muziek zich van haar meest ritmische en krachtige kant, zijn er verrassende accenten en schieten de dissonanten door de ruimte. Maar desondanks zijn het van folklore vervulde momenten die niet om deze pianistische vorm van acrobatiek, van roekeloze waaghalzerij vragen. Hoe fascinerend het ook moge overkomen.

De opname is 'gelukkig' aan de droge kant, want anders zou het menigmaal overmatig pedaalgebruik als een nog storender factor kunnen worden ervaren. Dan zijn er zomaar uit het niets komende accenten en noten die niet uit het oorspronkelijke notenbeeld voortvloeien.

Moeder de Gans
Maurice Ravels vijfdelige pianosuite Ma Mère l'Oye (Moeder de Gans) heeft van de componist een niet mis te verstane boodschap meegekregen: 'Le dessein d'évoquer dans ces pièces la poésie de l'enfance m'a naturellement conduit à simplifier ma manière et à dépouiller mon écriture'. Vertaald: ' Het voornemen om in deze stukken de poëzie van de kindertijd op te roepen, heeft mij er vanzelf toe gebracht mijn stijl te vereenvoudigen en mijn schrijfwijze te ontdoen van overbodigheden'. Het valt te lezen in zijn autobiografische schets', de 'esquisse autobiographique', die van circa 1928 dateert.

Ravel putte zijn inspiratie geheel of gedeeltelijk uit zijn intieme vriendschap met Cipa Godebski, de kunstmecenas die een belangrijke rol speelde in het sociale en artistieke leven van de componist.

In de salon van Cipa en zijn vrouw Ida - aan wie Ravel meerdere werken opdroeg, waaronder zijn Sonatine - waren vele kunstenaars, waaronder ook Ravel, kind aan huis. Voor Ravel gold de familie Godebski zelfs als 'adoptiegezin'. De beide kinderen, Jean en Mimi, stonden min of meer model voor Ma Mère l'Oye. Spelen konden ze het evenwel niet, want daarvoor was de moeilijkheidsgraad van het vierhandige pianowerk voor hen te hoog.

Cipa maakte deel uit van Les Apaches (een 'geuzennaam' die was geïnspireerd door Parijse straatbendes), het invloedrijke kunstenaarscollectief waartoe ook Ravel behoorde. Het was een amalgaam van componisten, schrijvers en kunstschilders, naast een bonte verzameling excentriekelingen. Bekende namen in het kleurrijke gezelschap waren die van de componisten Ricardo Viñes, Déodat de Séverac, Maurice Delage, Igor Stravinsky, Manuel de Falla, de muziekcritici Michel-Dimitri Calvocoressi en Émile Vuillermoz, de dichter-schilder Tristan Klingsor (hij verzorgde tekst voor Ravels Shéhérazade) en de schilder Paul Sordes, wiens appartement tot een vast ontmoetingsplek werd. Les Apaches had zelfs een heuse herkenningstune: het hoofdthema uit Borodins Tweede symfonie. De meeste leden van het collectief werkten nauw met elkaar samen en leverden aan de lopende band premières van baanbrekende stukken.

Ravel droeg de deeltjes van zijn uit 1905 stammende pianowerk Miroirs aan diverse leden op: Noctuelles aan Léon-Paul Fargue; Oiseaux tristes aan Ricardo Viñes' Une barque sur l’océan aan Paul Sordes; Alborada del gracioso aan Michel-Dimitri Calvocoressi en La vallée des cloches aan Maurice Delage. Jeux d'eau (1901) beleefde de eerste uitvoering tijdens een bijeenkomst van Les Apaches. Ook het pianowerk Pavane pour une infante défunte (1899) klonk daar waarschijnlijk voor het eerst (in 1910 maakte de componist de orkestversie van het stuk).

Het is aan de vertolkers om in Ravels Ma Mère l'Oye de daarin door de componist gerealiseerde helderheid en eenvoud niet alleen in hun pianospel te 'vangen', maar ook vanuit interpretatief perspectief de betovering van de kinderlijke verbeelding volledig tot uitdrukking te laten komen. Sfeertekening in optima forma dus, waar het duo Kolesnikov-Tsoy zonder enige reserve volkomen in is geslaagd. Sterker nog: ze hebben gezorgd voor een van de beste uitvoeringen in de discografie van het werk. Blijft de nogal droog uitgevallen opname.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links