CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2025 |
Wat mógen we ons toch gelukkig prijzen met dat enorme aanbod van – veelal! – nieuw uitgebracht repertoire dat de weg opent naar fascinerende ontdekkingen, onverschillig of het zojuist uit het spreekwoordelijke niets opgediepte boeiende muziek of herontdekkingen betreft. Dat betreft dan met name de muziek uit de Renaissance, de Vroegbarok en de Barok waarvan de meeste liefhebbers geen weet hebben, maar waarbij wel degelijk sprake kan zijn van ware juweeltjes. Zo ook Nei giardini d´Amore, ofwel In de tuinen van de liefde, een poëtische titel die vaak wordt geassocieerd met muziek en literatuur uit voornamelijk de Barok en waarin romantisch verlangen hand in hand gaat met de minder florissante aspecten van de liefde. De liefde die ook op dit schitterende album door de alti Hugh Cutting en Carlo Vistoli in duetten en cantates wordt bezongen in een evocatief en met smaakvol affect gelardeerd muzikaal landschap dat wordt gedomineerd door bekoorlijke tederheid, gloedvolle passie en diepgevoelde melancholie in handen van componisten die ook excelleerden in sfeertekening: Monteverdi, Steffani, Fontana, Caldara, Bononcini, Vivaldi en Händel. Het programma biedt naast rijke afwisseling (duetten en solocantates) zoveel overrompelende vocale en instrumentale schoonheid dat het ronduit adembenemend is. Wat deze uitvoeringen eveneens typeert is de uit puur technisch meesterschap (inclusief de daarbij behorende tessitura en versieringen!) opwellende spontaniteit die mij alleen al aanspoorde tot meerdere malen achtereen beluisteren van deze cd. Waarna zich steeds meer details openbaarden in dit verbluffende muzikale landschap waarvan de expressieve textuur naast veel subtiele verfijning ook veel dramatische uitstraling kent. Puur instrumentaal valt er eveneens veel te genieten, ook ter variëring (Fontana's Sonata settima a doi violini, jet Andante uit Händels Triosonate in c, HWV 386a naast Caldara's Ciaccona uit de Sonate op. 2 nr. 12) dankzij het flonkerende aandeel van het fameuze Les Arts Florissants dat ditmaal wordt geleid door William Christie en niet door Paul Agnew. Het ensemble bestaat voor deze gelegenheid uit slechts twee violen, altviool, cello, klavecimbel en orgel. index |
|