CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2008


 

Bach: Toccata, Adagio en Fuga in C, BWV 564 - Nun komm, der Heiden Heiland BWV 659 - Passacaglia in c, BWV 582.

Buxtehude: Toccata in F, BuxWV 157 - Vater unser im Himmelreich BuxWV 219 - Aria: More Palatino (Partite diverse) BuxWV 247 - Ciacona in e, BuxWV 160 - Nun bitten wir den heiligen Geist BuxWV 208 - Nun komm, der Heiden Heiland BuxWV 211 - Preludium in g, BuxWV 148.

Benjamin-Joseph Steens op het Aubertin-orgel van L'Eglise Saint-Martin in Vertus en het Cattiaux-orgel van de Saint-Remi Basilique in Reims.

EPR-Classic EPRC 003, 2007 • 69' • + bonus-dvd (documentaire)

Zie ook www.eprclassic.eu en www.benjaminjosephsteens.com


Helaas laten de meeste labels de kans liggen om de cd-koper ook beeldmateriaal aan te bieden. Dit is de tweede cd-uitgave van EPR-Classic die ik toegezonden kreeg waarbij tevens een dvd is bijgevoegd met een interessante documentaire over en met de organist Benjamin-Joseph Steens, maar waarin de aspecten rond orgelspel en orgelbouw eveneens aan bod komen. Een bijkomend voordeel van zo'n documentaire is dat de muziekliefhebber desgewenst al met in dit geval de organist en zijn muzikale achtergronden en opvattingen kan kennismaken alvorens de cd te beluisteren. Een overeenkomstig voorbeeld bood de eveneens door EPR-Classic uitgebrachte Walter Boeykens-cd + dvd (klik hier voor de recensie).

Steens is niet alleen organist, maar ook musicoloog én bespeler van het clavichord, en daarmee een van de weinigen die dit instrument in recitals en kamermuziekensembles gebruikt. Zo treedt hij o.a. regelmatig op met de fluitist Jaques-Antoine Bresh in het barokrepertoire. Steens' grote belangstelling voor de hedendaagse muziek bracht hem in contact met diverse eigentijdse componisten, waaronder Bert van Herck, wiens Ricercar voor orgel hij op 11 juni 2006 ten gehore bracht in de Saint-Remi Basiliek in Reims.

Dat we op deze cd niet alleen kunnen genieten van het spel van Steens, maar tevens van zowel het kolossale Cattiaux-orgel in Reims als het wat minder groot uitgevallen Aubertin-orgel in Vertus is niet verwonderlijk, want hij is van beide kerken de eerste organist.

Bij orgels dient zich altijd de vraag aan voor welke muziek het instrument het meest geschikt is. Het cd-boekje is daarover niet eenduidig. Zo wordt het Cattiaux-orgel (ingewijd in 2000) vooral geschikt geacht voor de muziek uit de zestiende tot en met de achttiende eeuw, maar kan het eveneens worden gebruikt voor het twintigste-eeuwse repertoire, zonder daarbij het hedendaagse repertoire over het hoofd te zien. Het orgel in Vertus (gebouwd in 1996) is vooral geschikt voor de Duitse barokmuziek, maar is eveneens toegankelijk voor het traditionele en preromantische Duitse repertoire, alsmede de polyfone barokmuziek uit de Nederlanden. Goed, de orgelmuziek van bijvoorbeeld Messiaen zou hiervoor dus niet zo geschikt zijn (dan maar naar de Frauenkirche in Dresden!)

 

Het Cattiaux-orgel in de Saint-Remi Basilique in Reims   Registerknoppen in de vorm van champagnekurken, passend bij de Champagnestreek...

Steens is een formidabele organist, bezien vanuit de optiek van de techniek en de vertolking. Daartoe kan dan tevens zijn fijnzinnige registratiekunst worden gerekend, die de musicoloog achter de organist verraadt. We maken hier kennis met Steens geïnspireerde presentatie van de dramatisch getinte, op de vrije improvisatie stoelende 'stylus phantasticus', feitelijk de symbiose tussen de theatrale Italiaanse muziek en de meer traditionele Noord-Duitse stijl, waarvan het virtuoze pedaalgebruik een belangrijk deel uitmaakt. Dat volgens tijdgenoten Bach met zijn voeten sneller was dan andere organisten met hun handen betekent impliciet dat aan het pedaalklavier hetzelfde belang werd toegemeten als aan het toetsklavier, een ontwikkeling die we trouwens in menig orgelwerk van Buxtehude evenzeer terugvinden. Steens licht - evenals 'onze' Ton Koopman - verrassende harmonische wendingen er soms nét zo uit dat ze extra glans krijgen, maar dan wel volmaakt ingebed in het algehele muzikale discours. Een ander kenmerk is de musiceervreugde die van zijn spel afstraalt, zonder het contemplatieve karakter geweld aan te doen.

Het grootste monument op deze cd is Bachs Passacaglia in c, waarschijnlijk een van Bachs laatste werken. Daarmee zet Steens de kroon op zijn werk, een buitengewoon imposante afsluiting, niet in de laatste plaats door de gekozen registraties. Dat dit een van mijn favoriete orgelstukken is doet daaraan niets af. In nog geen dertien minuten ontvouwt Bach een eigenlijk ongekend diepzinnige klankwereld, die weliswaar in de passacaglia-structuur is vastgelegd, maar in zijn contrapuntische verhevenheid in de midden-en bovenstemmen steeds hoger reikt, met de basso ostinato als een aardse rots in de branding. Zó vertolkt Steens dit geniale werk ook.

Het Aubertin-orgel in L'Eglise Saint-Martin in Vertus

De realistische opname deed het servies en het glaswerk in de kasten rinkelen, maar ook het midden- en hoogregister klonk stralend en pregnant. Het is typisch zo'n registratie die geringe klankkleurverschuivingen direct hoorbaar maakt. Wel moet de volumeregelaar iets hoger dan gebruikelijk worden opgedraaid, maar dat is eerder een voor- dan een nadeel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links