CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2018
|
Je kunt het je als musicus héél moeilijk maken. Misschien loopt het wel uit op een soort zelfkastijding, mits het maar niet tevens geldt voor het publiek voor wie je speelt. De in 1995 in Parijs geboren pianist Jean-Paul Gasparian mag dan pas 22 zijn, hij heeft al een flitsende carrière op zijn naam staan met veel hels moeilijke stukken op het repertoire. Toegegeven, 'hels moeilijk' een nogal rekbaar begrip. De een vindt Liszt 'het moeilijkste van het moeilijkste', de ander vindt dat van Prokofjev (de pianoconcerten!) en weer een ander wijst graag op Skrjabin of anders wel voor pianisten 'de hel op aarde', de Études van Ligeti. En dan is er die bekende uitspraak dat Mozart te gemakkelijk is voor amateurs en te moeilijk voor professionals. Naar believen uit te breiden! Gasparian heeft met dit recital drie enorme koeien bij de horens gevat: Rachmaninovs 'Etudes-Tableaux op. 39, twee sonates van Skrjabin en Prokofjev en ook nog eens van laatstgenoemde diens 'duivels moeilijke' drie études op. 65 (waarin het draait om kwinten, septiemen en nonen). 'Uitermate lastig' is hier niet meer dan een eufemisme. In deze drie werken zijn er uitdagingen genoeg te vinden; en niet alleen voor de pianist! De opeenstapeling van technische hindernissen heeft niet alleen effect op de vertolker, maar wel degelijk ook op de toehoorder, want beide moeten de juiste weg zien te vinden in deze schier oneindige veelvoud van sonoriteiten. Exuberante klankweefsels die naar ongekende expressieve hoogten voeren, gevat in een schier onbegrensde thematiek die ook nog eens is volgestouwd met wat ik - bij gebrek aan een betere omschrijving - diep geïnspireerde exuberantie wil noemen. Alsof de zeeën niet hoog genoeg kunnen gaan, buitengewoon rijk geschakeerd, flitsend en fonkelend, in een wereld van verbeelding die er altijd is geweest, maar toch steeds opnieuw om herontdekking vraagt. Jean-Paul Gasparian maakt het allemaal waar, scherend langs de afgrond, ons een diepe inkijk gunnend in een wereld die allang niet meer de onze is, maar die ons al luisterend met zijn ongeëvenaarde gulheid van gevoel en kleur steeds meer in zijn greep krijgt. De Steinway D-274 staat er magnifiek op. index |
|