CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2025 |
Denis Kozhukhins nieuwe album Somnia, in het Latijn 'dromen' of 'slaap', voert de inmiddels 39-jarige Russische pianist (1986, Nizjni Novgorod) terug naar zijn jeugdjaren, waaronder naar Tsjaikovski's Kinderalbum (Detskiy al'bo), met als ondertitel 'à la Schumann', een verwijzing naar diens Kinderszenen en Album für die Jugend, dat deel uitmaakte van zijn eerste publieke recital. De internationale doorbraak volgde in 2010, toen hij als 23-jarige de eerste prijs won bij de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Dat ook Prokofjevs in 1935 voltooide Muziek voor kinderen (Muzyka dlya detey) deel uitmaakt van het programma vindt de pianist nogal 'sarcastisch'. Hij wijst op het 'ondeugende' en 'hypnotiserende' karakter van de twaalf deeltjes, bedoeld om jonge pianisten aan te sporen hun technische vaardigheden uit te breiden en aan te scherpen. Maar eenvoudig zijn ze niet en misschien wel eerder sarcastisch bedoeld, kenmerken voor veel van zijn werk. Vreemd genoeg wordt dat in de door Philip Ross Bullock verzorgde toelichting juist tegengesproken: dat het om eenvoudige deeltjes zou gaan. Bovendien wordt er te gemakkelijk een verband gelegd met Prokofjevs loslaten van de dissonante, avant-gardistische compositiestijl die hij in de jaren twintig had omarmd en die vervolgens plaats zou hebben gemaakt voor een nieuwe vorm van eenvoud. Om het tijdvak gemakshalve af te dekken weet de auteur te melden dat de componist zich al 'enige tijd in die richting bewoog', waardoor Muziek voor kinderen - evenals het veel bekender Peter en de Wolf - 'eerder aanvoelt als een gelukkig toeval dan als daad van politieke opportuniteit of creatieve gemakzucht'. Was dat wel een 'gelukkig toeval'? Beide werken passen immers wel degelijk in dat patroon van meer eenvoud en grotere toegankelijkheid, in gang gezet in de jaren dertig en in een versnelling geraakt na zijn terugkeer naar de Sovjet-Unie in 1936. Het was Prokofjevs uiteindelijke afrekening met de scherpst mogelijke dissonantie, de zeker in die tijd ongeremde, ritmische complexiteit en de vele vormtechnische experimenten, alles zozeer kenmerkend voor wat later werd genoemd zijn 'modernistische' periode. De nieuwe trend betekende zeker niet het opgeven van zijn artistieke identiteit. Misschien was het politiek juist wel opportuun, creatief gemakzuchtig was het zeker niet. Wie componeerde zoals Prokofjev, kende vanuit die discipline het 'gelukkig toeval' niet. De op dit album vertegenwoordigde Tweede pianosonate van Aleksei Shor valt door haar ontstaan rond 2019 uiteraard buiten Kozukhins jeugdgeschiedenis, maar zij past wel in dit programma omdat het werk - zoals veel van deze componist - is verbonden met jeugd- en andere herinneringen, naast hoogte- en dieptepunten zoals die zich in een mensenleven kunnen voordoen. Zijn sonates maken deel uit van een bredere reeks werken die vaak thematisch verbonden zijn met herinneringen, reizen en introspectie. Pianosonate Nr. 2 is bijvoorbeeld een reflectie op de emotionele reis van het leven—een thema dat perfect past bij zijn stijl: lyrisch, toegankelijk en toch harmonisch gelaagd. Het wemelt van de dramatisch getoonzette contrasten en wisselende stemmingen vanuit een breed scala aan emoties, van innerlijke onrust tot een berustend beschouwen en de uiteindelijke hoop op vernieuwing. Individualistisch en getoonzet als emotionele verkenning wordt de toegankelijkheid ervan in hoge mate bepaald door de kenmerkende lyriek die eruit spreekt. Tsjaikovski componeerde zijn Kinderalbum in de zomer van 1878, op het landgoed van zijn zus Aleksandra en haar echtgenoot Lev Davydov. Voor de componist was het een belangrijk toevluchtsoord, gelegen in de regio Kiev. Daar ontstonden onder andere de Tweede symfonie ('Kleinrussische'), werkte hij er aan zijn Vioolconcert (waarvan het grootste deel ontstond in het Zwitserse Clarens), legde hij er de laatste hand aan de Vierde symfonie, ontwierp er delen uit Jevgeni Onegin en schreef er liederen en kleine(re) pianostukken. Ook in creatief opzicht dus een vruchtbaar oord gedurende de periode 1865-1893. Voor het Kinderalbum had Tsjaikovski slechts weinig tijd nodig: het 'voorwerk' was al binnen drie dagen, tussen 13 en 16 mei, afgerond en het netschrift was reeds kort daarop voltooid. Hij droeg het werk op aan Davydov, met wie hij een hechte band had. Tsjaikovski was niet alleen een muzikale grootmeester in de grote, maar zeker ook in de kleine vorm, zoals ook blijkt uit dit Kinderalbum, waarvan de verschillende deeltjes, evenals bij bijvoorbeeld Schumanns Kinderszenen, direct aanspreken, zoals Ochtendgebed, Winterochtend, De kleine ruiter, Moedertje, Mars van de houten soldaatjes, De nieuwe pop, De zieke pop, de begrafenis van de pop, Wals, Polka, Mazurka, etcetera. Kozhukhin toont zich in dit kleurrijke programma volkomen in zijn element. Er huist veel flair in zijn spel, zijn toucher gericht op de meest exquise kleuringswisselingen. Zijn spel is weliswaar uiterst verfijnd, maar ook masculien, energiek en dynamisch volmaakt uitgebalanceerd. De zorgvuldige frasering is een al even innemende karakteristiek van deze intrigerende vertolkingen. Als pianistische sfeermaker pur sang weet hij effectiviteit naadloos te verbinden met afwisselend speelsheid en melancholie, directheid met spanning en lichtvoetige gratie met (bijna) dodelijke ernst. Het zijn tevens elementen die we terughoren in Shors Pianosonate, waarin Kozhukhin de luisteraar meeneemt op een emotionele reis, met daarin de menselijke ervaring als ijkpunt. Het werk is doordrenkt van dramatische contrasten en wisselende stemmingen, die de hoogte- en dieptepunten suggereren zoals die zich in de loop van een leven kunnen voordoen. Het discours wordt bepaald door een breed scala aan emoties, variërend van diep gevoelde, innerlijke onrust en contemplatie tot uiteindelijk hoop en vernieuwing. De toegankelijkheid van het werk wordt er echter niet door in de weg gestaan, want de 'taal' is tonaal, helder, vormtechnisch knap uitgewerkt en wars van tierelantijnen. De opnamen werden gemaakt onder toeziend oog en oor van Martin Sauer en dan weet u al bij voorbaat dat hetgeen er uit de luidsprekers komt dik in orde is. index |
|