CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2022

Schumann: Pianosonate nr. 1 in fis, op. 11

Prokofjev: Cinderella (suite)

Dimitri Malignan (piano)
Passavant PAS 118117 • 63' •
Opname: 27 april-2 mei 2018, Studio Acoustique, Passavant (F)

   

De vraag ligt voor de hand, het antwoord minder: waarom er zo weinig opnamen bestaan van Schumanns drie pianosonates. Dit in tegenstelling tot de overvloed aan Kreisleriana's, Kinderszenen, Waldszenen, Fantasie (waarvan helaas zelden de alternatieve versie), enz. De (niet eens zo) strenge vorm van de pianosonate versus de (ver)beeldende krachten die in die betoverende tableaus aan het werk zijn. In het grijze verleden bleken Vladimir Ashkenazy, Martha Argerich, András Schiff en in iets mindere mate Maurizio Pollini geduchte voorstanders van met name de Sonate in fis, op. 11 (1833-35), maar in 2018 voegde zich daar Dimitri Malignan bij, gevoegd bij de evenmin door overmatige populariteit bedeelde pianosuite naar Prokofjevs Assepoester-sprookje (1944).

Van deze Frans-Roemeense pianist besprak ik nog vorige maand diens album Pérégrinations (klik hier). Nu dus dit Schumann/Prokofjev-album dat qua opname wat verder weg in de tijd ligt maar niet aan actualiteit heeft ingeboet dankzij het voortreffelijke spel en de uitstekende opname. Maar ook omdat we –wie dat nog niet heeft gedaan - weer eens kennis kunnen maken met twee werken die zowel op het concertpodium als in de studio tot het domein van de witte raaf behoren. Deeltjes uit Assepoester fungeren eerder als toegift dan als complete suite (waar het zich inderdaad uitstekend voor leent).

Malignans vertolkingen onderscheiden zich door toewijding, differentiatie, expressiviteit, tempokeuze (op zich al door de vele tempovariaties buitengewoon lastig in Schumanns sonate) en virtuositeit. Van niet minder belang is zijn daarmee samenhangen structurele inzicht in deze werken, al is de vormgeving in Schumanns sonate, en dan met name in de finale die alle kenmerken vertoont van een fantasie in plaats van de gebruikelijke sonate- of rondovorm, heel wat veeleisender dan in de acht miniaturen van Prokofjev. Want Schumann experimenteerde graag, ook met de vorm. In 1838, kort na de voltooiing van zijn derde pianosonate (hij had er - met tussenpozen - acht jaar over gedaan), schreef hij dat wat hem betreft de sonate zijn beste tijd wel had gehad. Dat de tijd voor nieuwe vormen was aangebroken, dat niet moest worden vastgehouden aan de klassieke sonatevorm. Met andere woorden: sonate en fantasie hoefden geen streng afgebakende terreinen te zijn en er geen enkele goede reden te bedenken viel om er toch stug aan vast te houden.

Malignans pianistiek maakt alles mogelijk. Tenminste, dat is wat zijn spel op deze debuut-cd bij de toehoorder oproept. Er ligt zoveel energie, lyriek en melancholie in zijn spel besloten dat zich al snel het gevoel opdringt dat hij alle fijnmazige klankmogelijkheden van de Steinway D optimaal weet te benutten. Zijn pianotoon strikt helder en nobel, de articulatie is smetteloos, de fraseringen en dynamische gradaties als om door een ringetje te halen. Er ligt veel betovering in besloten, maar die krijgt nog een extra impuls door de muzikanteske souplesse die in mijn oren aan het intuïtieve, improvisatorische grenst (wat overigens, voor wie de partituur volgt, meer schijn is dan werkelijkheid). Dat werkt ook in Assepoester optimaal uit, met veel poëtische schoonheid en ravissante klankverfijning. De achterliggende techniek mag eveneens worden genoemd: de door Philippe Muller gemaakte prachtige opname en de dankzij Christophe Fronteau volmaakt geïntoneerde en gestemde Steinway D.

Dimitri Malignan, winnaar van de Prix Cortot 2017: een musicus van groot formaat waar we hopelijk nog veel van zullen horen. En schrijven kan hij ook, zo blijkt uit zijn toelichting in het cd-boekje.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links