CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2014

 

Schubert: Die schöne Müllerin D 795

Florian Boesch (bariton), Malcolm Martineau (piano)

Onyx Classics 4112 • 63' •

Opname: mei 2013, All Saints' Church, East Finley, London

   

Hoeveel mooie molenaarsdochters hebben we al niet mogen aanschouwen? Ik denk niet dat we ze op de vingers van onze beide handen kunnen tellen. Als we heel diep in de discografische geschiedenis duiken komen we al grote namen tegen, waaronder die van Julius Patzak, Anton Dermota en Axel Schiøtz. Dichterbij in de tijd is er uiteraard een Dietrich Fischer-Dieskau, maar als ik - althans wat de tenoren betreft - een definitieve keus zou moeten maken (u weet wel, de opname om mee te nemen naar dat bekende onbewoonde eiland), dan zou het toch Peter Schreier zijn, met als zijn begeleider een 'Schubertiaan' in hart en nieren: de pianist András Schiff. Dan kan ik - het klinkt misschien ietwat oneerbiedig - de overige deelnemers in dit nog steeds groeiende veld der mededingers, met een gerust hart thuislaten. Bij wijze van spreken dan, want verandering van spijs doet (uiteindelijk!) nu eenmaal eten. En bovendien zegt zo'n 'statement' op zich weinig over al dat overige moois dat in deze ware zee des overvloeds voorhanden is.

We mogen ons best gelukkig prijzen dat op het Onyx-label ook grote vocalisten te vinden zijn; en zelfs van onze eigen bodem, zoals de mezzo Christianne Stotijn en de bariton Henk Neven die beiden tevens doorkneed zijn in het liedvak, een van de moeilijkste kunstuitingen. In dit stemmenpaleis heeft enige tijd geleden de Oostenrijkse bariton Florian Boesch zijn intrek genomen, zowel visueel als interpretatief een 'entertainer' van het zuiverste water en in de beste betekenis van het woord. Hij vindt in dit liedrecital in de Schotse pianist Malcolm Martineau een werkelijk gelijkgestemde ziel, want het speelplezier spat ervan af, terwijl voor beiden geldt dat zij deze partituur minutieus moeten hebben doorgevlooid. Want alle spetterende spontaniteit, veelkleurige spanning en energie, en bovenal het sterk verhalende karakter zijn ingebed in een hecht geconstrueerd parcours dat van begin tot eind een ononderbroken spanningsboog weerspiegelt. Dit is alleen weggelegd voor de beste liedvertolkers, zowel in vocaal als in instrumentaal opzicht. Beiden hebben het niet zo op 'artistieke esthetica', ze willen een verhaal vertellen, vaak anekdotisch, voortdurend beweeglijk en levendig, met opera-achtige elementen, de liedromantiek wordt hier uitdrukkelijk neergezet, met de inkt van de Die schöne Müllerin bij wijze van spreken nog maar nauwelijks droog. De cyclus   Die schöne Müllerin   vormt de gesloten muzikale uitbeelding van een energieke jongeman die een aantrekkelijke molenaarsdochter ontmoet met alle daarmee samenhangende gevoelens van liefde, hoop en twijfel, waarna de jager opduikt en teleurstelling vervolgens overgaat in wanhoop en dood. De natuur neemt in deze gebeurtenissen een concrete gestalte aan, is onlosmakelijk onderdeel van het gehele decor.

Florian Boesch heeft wat deze cyclus betreft niet het laatste, maar als bariton (hij zingt dezelfde noten, maar een kleine terts lager dan de tenor) wel een heel belangrijk woord, waarbij er overigens niet over hoeft te worden getwist of (nog) grotere verfijning soms aangewezen is, zoals in Die liebe Farbe, Trockne Blumen, Der Müller und der Bach of in het slotlied, Des Baches Wiegenlied. Want de vraag zou dan vervolgens moeten zijn wat dan daaraan dient te worden opgeofferd: een bariton en zeker een die naar de ware bas neigt, kan de daaraan inherente 'massiviteit' (of inertie) niet zo gemakkelijk ontlopen als de tenor (voor wie deze liederen trouwens gecomponeerd zijn), terwijl Boesch wel degelijk pianissimo kan zingen zonder daarbij de kern van zijn vocalistiek te verliezen. Boesch staat wat betreft gewoon boven deze materie door er zijn eigen invulling aan te geven die wat mij betreft op alle punten overtuigt. Wie als zanger de eigenschappen van zijn stem tot in de finesse kent en daarvan in de praktijk volmaakt gebruik weet te maken, heeft het pleit eigenlijk al gewonnen. Door niet in maniertjes te vervallen ( Fischer-Dieskau had bijvoorbeeld nogal eens de neiging om woorden echt uit te kauwen of onnodig te benadrukken), krijgen we ook qua tekstbehandeling - uiteraard vanuit het perspectief van deze zeer welluidende bartiton - bovendien een frisse kijk op het werk, terwijl ieder woord perfect verstaanbaar is. Het tekstboekje kan in het doosje blijven!

Nog een enkel woord over Malcolm Martineau die een 'begeleider' (ik weet het, het is een 'understatement') van zeer groot formaat mag worden genoemd en zich als zodanig al talloze malen heeft bewezen, zowel op het podium als in de studio. Het onderhuidse ongerief, de voortdurend voelbare spanning, de emotionele lading, alle denkbare evocatieve elementen zijn in de vaak summiere pianopartij verwerkt, beiden zitten ook qua verbeelde expressieve op een lijn. Dit is alles bij elkaar genomen een schöne Müllerin geworden die diepe indruk maakt, niet in de laatste plaats ook door de fraaie opname, inclusief de mooie pianobas die door Martineau gelukkig menigmaal stevig wordt aangesproken!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links