CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2013

 

 

Goerne Schubert Edition VII

Schubert: Im Abendrot D 799 - Der Wanderer D 493 - Nachtviolen D 752 - Im Walde D 834 - Normanns Gesang D 846 - Der Geistertanz D 116 - Schatzgräbers Begehr D 761 - An den Mond D 259 - Erlkönig D 328 - Am See D 746 - Alinde D 904 - Widerschein D 949 - Die Forelle D 550 - Der Fluss D 693 - Abendröte D 690 - Klage D 415 - Der Strom D 565 - Fischerweise D 851 - Auf der Bruck D 853

Matthias Goerne (bariton), Andreas Haefliger (piano)

Harmonia Mundi HMC 902141 • 68' •

Opname: januari 2012, Teldex Studio, Berlijn


De Duitse bariton Matthias Goerne (1967) is in Weimar geboren. Misschien zegt dat wel iets over zijn affiniteit met het Duits-Oostenrijkse kunstlied waarin muziek en dichtkunst hand in hand gaan. Maar Weimar was niet alleen de woonplaats van Bach, Goethe en Schiller, maar ook van andere Duitse grootheden als Luther, Herder, Cranach, Wieland, Liszt en Gropius (van het Bauhaus). Mogelijk zegt het echter nog meer dat Goerne studeerde bij achtereenvolgens Hans-Joachim Beyer, Elisabeth Schwarzkopf en Dietrich Fischer-Dieskau (diens 'kauwen op woorden' heeft hij gelukkig niet overgenomen). De liedliefhebber kent Goerne uiteraard van 'The Hyperion Schubert Edition' en van deze Schubert-reeks voor Harmonia Mundi, maar menigeen zal hem ook als operazanger waarderen; en niet alleen in grote Wagner-rollen: het was Goerne die participeerde in de eerste uitvoering van L'Upupa und der Triumph der Sohnesliebe van Hans Werner Henze.

Als Goerne een recital geeft is dat 'Sternstunde'. In de Volkskrant viel te lezen dat het unieke van Goernes stem gelegen is in de onveranderlijk hoge kwaliteit. Weinig zangers beschikken over het amalgaam dat een stem kan laten spreken, van kleur verschieten en zingen tegelijk. Dergelijke lovende woorden van gelijke strekking vinden we in de meeste recensies terug, onverschillig of een krant in Sydney, New York, Los Angeles, Berlijn of Wenen wordt opengeslagen. Met mijn kanttekening dat het 'unieke' van de stem nooit gelegen kan zijn in een 'onveranderlijk hoge kwaliteit', want op zich is dat geen uniek kenmerk (sorry, Volkskrant, maar zo is het). Ik denk eerder aan zaken als timbre en muzikale verbeelding (Maria Callas was in dat opzicht uniek, hoewel zij niet de 'mooiste stem van de wereld' had).

Waar ligt in dit Schubert-repertoire de fundamentele kracht van Goerne? Ik durf het nauwelijks te opperen, maar ik heb voortdurend het gevoel dat Goerne in zijn liedinterpretatie doelbewust op zoek is naar een wereld die wij niet kennen of hoogstens nabij voelen, een wereld die vervuld is van heimwee en verlangen, van eenzaamheid en schemering, alsof we kijken naar een romantisch schilderij van Caspar David Friedrich, wiens werkstukken zo vaak de cd-hoesjes sieren en waarvan er een in dit cd-boekje is opgenomen. Menigmaal passen die romantische beelden absoluut niet bij de voorliggende liedinterpretatie, maar in dit geval is dat volkomen anders. Goernes zoektocht naar die 'andere dimensie' werpt in een deel van deze Schubert-liederen namelijk zeker zijn vruchten af, en komt hij rechtstreeks in aanraking met de voorstellingen van Friedrich. Goerne is de zanger die de uiterste vormen van expressie niet schuwt, maar er tegelijkertijd voor waakt om daarbij de grenzen van het kunstlied te overschrijden. Het is de ware gevoelsdiepte die hier domineert, evocaties die heel ver afstaan van het larmoyante. Goerne voelt zich daarbij hoorbaar zo vrij als een vogel in de lucht, niet gehinderd door welke vocale beperking ook en met een verbeeldingskracht die voortdurend doet verbazen. Als de techniek alles mogelijk maakt, kan de zanger vrij ademen, in letterlijke zin. Daar komt bij dat zijn diep resonerende stem voor dit repertoire het ideale instrument is, getuige een lied als Der Wanderer. Maar ook de legatolijnen worden schitterend gesponnen, zoals in Abendrot. Die Forelle behandelt Goerne - zo horen we het helaas maar zelden - pulserend geladen, wat het lied prompt in een andere, heel wat minder oppervlakkige context plaatst. Erlkönig is een hoogtepunt tussen de hoogtepunten, in voortjagende galop op weg naar het onbereikbare einddoel, de verschillende stemlagen meesterlijk getroffen, het einde onverbiddelijk. En wie kan ontsnappen aan de 'Sehnsucht' in Auf der Bruck? Dit zevende deel bewijst wederom de grote klasse van Goerne als liedvertolker. Het aandeel van pianist Andreas Haefliger (Am I too loud? No way!") is eveneens boven iedere kritiek verheven, met als resultaat een Schubert-cd die je maar zelden tegenkomt en in de topklasse thuishoort. Het houdt een zeker risico in dat Goerne (evenals zijn Engelse collega Mark Padmore) consequent kiest voor een andere pianist. Hij is daarbij echter wel zeer zorgvuldig te werk gegaan, want tot nu toe laat die keuze werkelijk niets te wensen over.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links