CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2006

 

 

Schubert: Pianosonate in a, D 784 - in c, D 958.

Paul Lewis (piano).

Harmonia Mundi HMN 911755 • 57' •

 

Schubert: Pianosonate in A, D 959 - in Bes, D 960

Paul Lewis (piano).

Harmonia Mundi HMC 901800 • 75' •

 


Nadat Lewis in 1994 Londen bijna de World Piano Competition had gewonnen (hij werd tweede in dit veeleisende concours), werd deze leerling van onder anderen Alfred Brendel een veelgevraagde pianist. In 1998 was hij met het BBC Symphony Orchestra bij de Londense 'Proms' te gast en trad hij op in vrijwel alle belangrijke festivals. Harmonia Mundi herkende het grote talent van dit muzikale raspaard en dat leverde Lewis bij dit label zijn debuut-cd op, met Schuberts Pianosonates D 784 (1823) en D 958 1828). Het getuigde van moed om als 'nieuwkomer' met de grillige, in structureel opzicht zelfs wispelturige sonate D 784 het spits af te bijten, maar gezegd moet worden dat Lewis' Schubert-vertolkingen in zowel technisch als interpretatief opzicht zeker niet onderdoet voor grootheden als Richter, Lupu, Pollini en Uchida. Het poëtische, liefdevolle Andante brengt een weloverwogen, geproportioneerd contrast met de stormachtige hoekdelen. Lewis' visie op de grote sonate in c levert spannende contouren op, het wordt een waar avontuur met de onrustige chromatiek, de donderende octaafpassages en de bijna hallucinerende kleurenrijkdom in een scherp gearticuleerd kader. Lewis' dynamische aanpak in de hoekdelen etaleert Schuberts Lebensstürme in optima forma, het Adagio is onder zijn handen een schoolvoorbeeld van beheerst, maar daardoor diep indringend romantisch melos. Zijn tempokeuze is flexibel en in fijnzinnige samenhang met de gloedvolle retorica die uit elke maat spreekt. Jammer alleen dat de opname Lewis en daarmee de luisteraar behoorlijk in de steek laat, met zijn overmatige galm en slechte doortekening, waardoor de Steinway zich langs een veelal grijze modderstroom door deze muzikale akkers lijkt te ploegen. Het had nog zoveel mooier kunnen uitpakken!

De tweede cd, met Schuberts laatste twee sonates D 959 en D 960, is in bijna alle opzichten een regelrechte voltreffer. Ik heb mooiere Steinways gehoord, maar Lewis verricht er desalniettemin wonderen mee. Tot in de kleinste details doordacht en uitgewerkt, maar zonder een spoortje maniërisme en met volledig behoud van de spontaniteit zet Lewis hier modelvertolkingen neer van Schuberts laatste twee sonates. Als ik al een kanttekening kan maken: de expositieherhaling in de openingsdelen werd helaas genegeerd, wat mij eigenlijk niet zo verbaast want Lewis treedt hiermee in de voetsporen van Brendel. Zo leraar, zo leerling, lijkt het wel. Toch heeft Lewis van Brendels (latere) interpretaties blijkbaar niet veel opgestoken, want hij mijdt iedere gekunsteldheid, treuzelt niet over melancholieke passages en bewandelt in plaats daarvan van begin tot eind een duidelijk parcours, in opperste concentratie en met die altijd sterke, maar vaak ook onrustige, onderhuidse puls die de spanning duidelijk ook voortdurend onderstreept. Voeg daarbij de grote dynamische spanwijdte van bijna symfonische proporties en de conclusie moet zijn dat Lewis een van de beste Schubert-vertolkers van deze tijd is. De opname is bijzonder goed geslaagd, sonoor en diep, maar daarnaast ook helder en detailrijk, alsof de vleugel in de kamer staat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links