CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2021 |
Liedkunst en opera hebben slechts zijdelings met elkaar te maken, met in het verlengde daarvan de vaststelling dat een goede liedzanger(es) nog geen goede operazanger(es) is; of omgekeerd. De in Duitsland geboren maar stevig met ons land verbonden sopraan Dorothea Herbert heeft in beide disciplines evenwel haar weg gevonden en – althans afgaande op wat in binnen- en buitenland tot nu toe over haar is geschreven – doet ze dat voortreffelijk. In 2019 en 2020 waren voor haar belangrijke titelrollen weggelegd, zoals in Richard Strauss' Salome en Antonín Dvoráks Rusalka. In 2019 werd ze uitgenodigd door de Semperoper in Dresden voor de rol van Agathe in Carl Maria von Webers Der Freischützi, met in hetzelfde jaar de rol van Gerhilde in Richard Wagners Die Walküre bij DNO onder Marc Albrecht. In oktober zingt Herbert op het prestigieuze Glyndebourne Festival de rol van Leonore in Ludwig van Beethovens Fidelio. In 2022 staat onder meer de Staatsopera in Praag op haar programma, in haar rol als Senta in Wagners Der fliegende Holländer. Liefde voor de opera en duidelijk ook liefde voor het (kunst)lied. Want dat laatste is net zo onmiskenbaar: haar eerste en hopelijk niet laatste liedalbum, Die stille Stadt, spreekt wat dit betreft boekdelen. Niet de overbekende gebaande paden (bijvoorbeeld het zoveelste Schubert-recital), maar relatief weinig bekende liederen van Alma Mahler, Franz Schreker en Erich Wolfgang Korngold, stammend uit het niet alleen in muzikaal en literair opzicht zo vruchtbare Weense fin-de-siècle. De titel van het album is ontleend aan het gelijknamige lied van Alma Mahler, waarmee dit kleurrijke recital wordt geopend. Misleidend is het wel, want van stilte kan niet echt worden gesproken: het gaat er zelfs stevig aan toe in dit programma dat wordt gedomineerd door hevig borrelend expressionisme, met alle denkbare, daarbij behorende, vooral exuberante gemoedsstemmingen. Zoals dat in het Wenen van rond 1900 schering en inslag was. Alsof we ons – vrij naar Karl Kraus – zo ongeveer in ‘Die letzten Tage der Menschheit' bevinden. Of het album er zonder die alles en iedereen hinderende lockdowns zou zijn geweest? In het persbericht wordt het wel zijdelings aangestipt. Zoals dat voor zovelen gold bracht muziek in die zo donkere periode de nodige ontspanning maar ook verdieping teweeg: ondanks de misère een belangrijk winstpunt. Hoe het ook zij, het is een zeer geslaagd album geworden, niet in de laatste plaats dankzij het verbeeldingsvolle aandeel van Peter Nilsson en de – dat kennen we van Frerik de Jong van 7 Mountain Records annex Kleinman Audio – heldere opname. De gezongen teksten (D/E) zijn keurig in het boekje afgedrukt. index |
|