CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2004

 

Schönberg: Die Jakobsleiter - Friede auf Erden op. 13 (orkest- en koorversie).

Salomé Kammer, Heidi Meier, Anett Taube, Isabelle Vosskühler (sopraan),  Jonas Kaufmann, Stephan Rügamer, Kurt Azesberger, Georg Taube, Ulrich Löhn (tenor), Dietrich Henschel, Michael Volle, James Johnson (bariton), Rundfunkchor Berlin, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Kent Nagano.

Harmonia Mundi HMC 801821 • 60' •


Door Schönbergs indrukwekkende oeuvre loopt niet alleen een spoor van fragmentarisch gebleven werken, maar ook van muziek die in zijn onvoltooide vorm van grote betekenis is, zoals de opera Moses und Aaron (twee van de drie aktes voltooid) en het tussen 1915 en 1917 op een toonscala (géén reeks!) van slechts zes noten gebouwde en uit de tonaliteit brekende oratorium Die Jakobsleiter, waarvoor de componist zoals voor hem gebruikelijk zelf de tekst vervaardigde. Als uitgangspunt voor het libretto koos Schönberg gedeelten uit zowel het bijbelboek 'Genesis' als het drama 'Jacob Wrestles' van Strindberg en de roman 'Seraphita' van De Balzac. Het lukte Schönberg niet om het werk af te maken, waarbij zeker de negen maanden in militaire dienst (de Eerste Wereldoorlog woedde in volle hevigheid) een belangrijke rol hebben gespeeld: die periode sneed diep in Schönbergs ziel. Pas in 1944, tijdens zijn verblijf in ballingschap in Amerika, nam hij de partituur weer ter hand, maar het kwam er niet meer van. Zijn voormalige leerling Winfried Zillig nam na de dood van de meester in 1951 op verzoek van diens weduwe de orkestratie van het particel met daarin slechts rudimentaire aanwijzingen voor de instrumentatie ter hand. Schönberg had in eerste aanleg weliswaar een kolossale orkestrale en vocalebezetting (die in dat opzicht zelfs de Gurre-Lieder en Mahlers Achtste in de schaduw zou stellen) in gedachten gehad, maar tijdens de verdere uitwerking kwam hij daarop terug. Het oorspronkelijke concept ging echter uit van zo'n duizend orkest- en koorleden, met daarnaast dan nog acht vocale solisten én vier orkesten in de vier hoeken van de zaal, de vier hoeken der aarde symboliserende. Waar dan de voor het publiek niet zichtbare hemelse koren een plaatsje zouden moeten vinden...

Zillig koos in ieder geval voor een behoorlijk uitgedijd orkestapparaat van welhaast Mahleriaanse dimensies, waarbij het de vraag was en blijft in hoeverre Schönbergs religieuze, filosofische, esthetische en sociale concept daarbij daadwerkelijk recht is gedaan. We zullen immers nooit weten hoe de componist het werk zèlf gestalte uiteindelijk zou hebben gegeven: er zijn van zijn hand immers niet meer dan ongeveer 700 maten en een nieuwe bewerking van de eerste 44 maten voorhanden (wat erop duidt dat Schönberg het hele werk nog eens op de schop wilde nemen).

Het eveneens religieus getinte Friede auf Erden voor koor a capella duurt slechts zo'n acht minuten en is op deze cd ook in de puur orkestrale versie te horen.

Ik kan mij geen betere uitvoering voorstellen dan deze onder Nagano die de muziek naar epische hoogten voert en de dramatiek in vrijwel iedere maat voelbaar maakt. De Jakobsleiter met zijn door merg en been gaande 'Sprechgesang' doorloopt alle denkbare gevoelsstadia en dankzij het uitgelezen solistenteam (met een werkelijk superieure rol van de bariton Henschel als Gabriël) en de eveneens fabuleuze prestaties van koor en orkest zijn wij getuige van een dwingende en in alle geledingen overtuigende visie op een van de sleutelwerken van Schönberg, waarin religieuze universaliteit en literair filosofisch gedachtegoed in een verbluffend oorspronkelijke klanktaal worden samengesmeed.  

Deze SACD biedt ook de mogelijkheid om op de pc Die Jakobsleiter aan de hand van Schönbergs partituurhandschrift te volgen.

Al met al een bijzonder geslaagde productie die men zich niet mag laten ontgaan.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links