CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2017
|
Waarom wordt de Franse klavecinist Pierre Hantaï als een instrumentalist 'par excellence' beschouwd die de sonates van Domenico Scarlatti de best denkbare dienst bewijst? Afgaande op deel 5 (de voorafgaande vier delen heb ik nooit aangevraagd) is hij in ieder geval niet mijn favoriet in dit repertoire. De bladmuziek spreekt een andere taal dan dit spel dat grillig, hoekig en gemaniëreerd is, met weinig gevoel voor fijnzinnige frasering en meer leunend op een eigen onbestemde koers dan op die van Scarlatti. Voor mij is dit wel niet de grote Domenico op een spijkerbed, maar stilistisch toch wel teleurstellend. Kortom, niet 'ma tasse de thé'. Wat ook al niet meewerkt is het in de opname bepaald niet intiem afgebeelde, scherp en nasaal klinkende klavecimbel (in 2004 door Jonte Knif gebouwd naar een in het boekje niet nader aangeduid Duits achttiende-eeuwse voorbeeld). Het is op zich al merkwaardig dat Hantaï met dit instrument genoegen heeft genomen. Maar genoeg geklaagd. Wie er wel gek op is (ook de meeste recensenten lijken dat te zijn) kan er zijn of haar hart aan ophalen. index |
|