CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2019 |
Van de vijf symfonieën van Camille Saint-Saëns (1835-1921) heeft alleen de Derde (met die fameuze orgel- en niet te vergeten: pianopartij) uitstekend repertoire heeft weten te houden. Dat lot wordt ook door de - eveneens vijf - pianoconcerten gedeeld, waarvan alleen het Tweede, bijna op de voet gevolgd door het warrige Vijfde (Egyptische), nog regelmatig op de lessenaars verschijnt. Niet vreemd overigens, want de inspiratie vlamt daarin niet bepaald hoog op. Wat we overigens bij meer componisten zien (bijvoorbeeld bij de negen symfonieën van Anton Dvorák, waarvan de laatste drie met kop en schouders boven de rest steken). Dat sterk wisselende beeld laat zich evenmin verklaren als dat zoiets als 'kwaliteit' of 'inspiratie' zich in puur muzikale termen laat definiëren. Het Utah Symphony is onder leiding van zijn chef, de Zwitser Thierry Fischer, bezig met de integrale vastlegging van alle symfonische scheppingen van de Franse toonkunstenaar. Dat is, voor zover ik heb kunnen nagaan, dan de eerste maal dat een Amerikaans orkest zich over een dergelijk project heeft gebogen. Het vorige album, met de Derde als hoofdmoot, bracht me wat de symfonie betreft op de punt van de stoel (klik hier), maar dat positieve beeld zet zich in deze nieuwe uitgave helaas niet voort. Ik vermoed waaraan het ligt: die Orgelsymfonie maakt door haar aard veelal het beste uit dirigent en orkest los, laat zich deels zelfs bijna vanzelf uitspelen, terwijl de lauwe, bij vlagen ongeïnspireerde Tweede en de (ongenummerd gebleven) symfonie in F 'Urbs Roma' (met de stad Rome als onderwerp van het betoog) dat - ook bij mij - niet doen. Daarmee lijkt het beeld verdacht veel op dat van die drie 'tableaux symphoniques d'après La foi' uit het eerste album, als uiting van niet meer dan een compositorische routineklus. Het is dat aspect dat dus ook de uitvoering van de beide symfonieën aankleeft en dan kan de met veel verve vertolkte, kleurrijke 'Danse macabere' (inclusief de beeldende vioolsolo van Madeline Adkins) het geheel natuurlijk niet meer redden. Het klinkt te te nuchter, teveel 'down-to-earth' en dat is het dat uiteindelijk het meest beklijft. Fischers Franse voorganger Jean Martinon vond wel meer inspiratie in deze beide symfonieën en legde daarmee danook meer gewicht in de schaal, maar ook hij ontkwam niet aan de door de componist zelf geschapen malaise. Het ziet er dus niet goed uit voor het vervolg. Jammer, want het Engelse opnametechnici is er wel voor naar het gortdroge Utah en daarin het weinig aanlokkelijke Salt Lake City getrokken. index |
|