CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2021

Rigatti: Vespro della Beata Vergine

Klik hier voor de inhoudsopgave

I Disinvolti: Massimo Altieri en Massimo Lombardi (tenor), Guglielmo Buonsanti (bas), Noelia Reverte Reche (viola da gamba), Marco Saccardin (theorbe), Nicola Lamon (orgel)
UtFaSol Ensemble: Pietro Modesti (cornet), Susanna Defendi, Fabio De Cataldo en Valerio Mazzucconi (sackbut)|
Dirigent: Massimo Lombardi

Arcana A121 • 77' •
Opname: mei 2018 en juni 2019, Monte Magrè (Schio, Vicenza), Chiesa dei Santi Filippo e Giacomo (I)

   

De Venetiaan Giovanni Antonio Rigatti werd in 1613 geboren, hetzelfde jaar waarin Claudio Monteverdi werd benoemd tot maestro di capella van San Marco. Het zingen moet hem zo ongeveer met de paplepel zijn ingegoten, al was hij pas drie jaar toen zijn vader, Marc'Antonio (hij bekleedde een belangrijke positie bij het Gezondheidsinstituut), overleed. Zijn moeder was wat betreft zijn muzikale opvoeding de drijvende kracht: Santina onderhield een belangrijk artistiek netwerk en was ook in religieuze kringen een bekende persoonlijkheid. In 1621 werd de dan achtjarige Giovanni Antonio toegelaten tot de pueri cantores, de koorknapen van San Marco. Het staat niet vast of hij toen les heeft gehad van Monteverdi, maar hij zal ongetwijfeld onder hem hebben gezongen. Het was het begin van uitgebreid muziekonderwijs die zelfs door de tragische pestperiode van 1629-1630 niet werd onderbroken (alleen al in Venetië overleden 45.000 inwoners aan de gevolgen ervan).

In 1634, een jaar na zijn tonsuur, publiceerde hij zijn eerste bundel motetten, opgedragen aan Marcantonio Corner, bisschop van Padova en broer van de Venetiaanse patriarch Federico.

In 1635, slechts enige maanden na zijn benoeming als onderdeken van de kathedraal van Udine, wachtte hem daar de post van maestro di cappella. Hij kwam als het ware in een gespreid bedje terecht, in een bijzonder inspirerende omgeving met onder meer een groot aantal uitstekende instrumentalisten en koristen dat hem ter beschikking stond. Hij uitte zijn dankbaarheid door aan de stad Udine hij zijn Musiche concertare cioè madrigali op te dragen.

In 1639 werd Rigatti niet alleen tot priester gewijd, maar volgde tevens zijn benoeming tot artistiek leider van het Ospedale dei Mendicanti als opvolger van Giovanni Rovetta. Echter, in het Ospedale was hem geen al te lang leven beschoren, want drie jaar later werd hij van zijn functie ontheven omdat men had ontdekt dat hij in nog een andere vijver aan het vissen was, iets wat onder de toenmalige bestuurlijke normen absoluut verboden was. Het was ook in die tijd dat Rigatti's momentale Messa e salmi parte concertati (1640), opgedragen aan keizer Ferdinand III, door Bartolomeo Magni werd uitgegeven. Het jaar daarop volgde Musiche diverse a voce sola (1641), opgedragen aan de jurist Francesco Pozzo, mecenas en groot muziekliefhebber, die in Venetië financieel gerant stond voor de meest uiteenlopende muzikale evenementen. 1641 moet tevens het jaar zijn geweest van de publicatie van de eerste versie van Rigatti's helaas verloren gegane Messa e salmi ariosi a 3 voci concertati, waarover later meer.

In 1642 verbond hij zich aan het Ospedale degli incurabili (het hospitaal voor de ongeeslijken), waarop hij volgens tijdgenoten een onuitwisbaar stempel heeft gedrukt, zowel als mens als leraar. Hij werkte toen tevens aan zijn Motetti a voce sola.

Zijn carrière en aanzien namen een grote vlucht toen hij rond 1646 door de patriarch van Venetië, Gianfrancesco Morosini, werd benoemd tot maestro di capella aan de kathedraal van San Pietro di Castello. De banden met de patriarch werden nog nauwe nadat hij als kapelaan werd verbonden aan diens broer Alvise, procurator van de San Marco. Als dank voor wat hem ten deel was gevallen componeerde hij in 1646 zijn Salmi diversi di compieta. Het jaar daarop werd hij door de procurators van San Marco aangesteld als geestelijk raadsman.

In zijn laatste drie levensjaren wijdde Rigatti zich voornamelijk aan het componeren voor klein vocaal ensemble en basso continuo, een kenmerkend genre dat binnen de artistieke tradities van de Venetiaanse Ospedali een belangrijke rol vervulde, maar ook een vruchtbare voedingsbodem vond in allerlei muzikale experimenten.

Rigatti overleed drie dagen voor zijn 35ste verjaardag, na een kort ziekbed.

De geestelijke werken van Rigatti stonden en staan – hoe kan het ook anders – in de schaduw van de grootste van alle toen in Venetië werkzame componisten: Claudio Monteverdi, als tijdgenoot maar ook leidsman in diens ongeëvenaarde voortrekkersrol. Wat gelukkig niet wegneemt dat Rigatti's muziek zich uitstekend kon en kan handhaven naast die van andere muziake grootheden, met misschien als hun belangrijkste vertegenwoordiger Franco Cavalli.

Jong gestorven, maar desondanks toch een zowel kwantitatief als kwalitatief groot oeuvre achterlatend, met tien belangrijke bundels, waarvan er twee gewijd aan wereldlijke muziek (madrigalen, aria's cantates, dialogen, canzoni, lamenti) en acht aan geestelijke werken (motetten, missen, psalmen). Een componist ook die anders dan menige tijdgenoot zijn muzikale gedachten nauwkeurig placht neer te schrijven: op vrijwel iedere bladzijde van zijn manuscripten wemelt het van de dynamische en agogische aanduidingen. Wat tevens het nodige zegt over het belang dat hij toedichtte aan de juiste expressie en dictie (het woord was bij Rigatti nimmer ondergeschikt aan melodie en harmonie). Bezien vanuit de historiserende uitvoeringspraktijk biedt Rigatti's nauwgezetheid de hedendaagse vertolkers aldus ontegenzeglijk een belangrijk voordeel doordat de interpretatie vastere grond onder de voeten krijgt. Minder vraagtekens betekent meer zekerheid, als we terug moeten kijken op een tijdperk dat maar liefst bijna vijf eeuwen achter ons ligt.

De toenmalige praktijk in en rond San Marco heeft aangetoond dat de Maria-vespers veelal niet in een vaste volgorde werden uitgevoerd, maar tijdens de eredienst ook in verschillende samenstelling met werk van andere componisten tot klinken werden gebracht. Dat is terecht ook het uitgangspunt geweest voor dit nieuwe album (Klik hier voor de inhoudsopgave), wat mede de boeiende confrontaties in de vocale en instrumentale sfeer oplevert. Daarnaast is er vanzelfsprekend het gregoriaanse antifoon (beurtzang) als onmisbare component, in dit geval afgeleid van de Commune Festorum Beatae Mariae Virginis.

Het getuigt van een historisch verantwoorde aanpak voor een werk waarvan de basis wordt gevormd door de Messa e salmi ariosi a tre voci concertati e parte con li ripieni a beneplacito, een herdruk uit 1643 van de verloren gegane eerste versie uit 1641/42. Wie de opdrachtgever is geweest en aan wie het werk is opgedragen vermeldt de geschiedenis niet. Het is gezet voor drie vocale soli en basso continuo, waaraan een vierstemmig ripieno (koor) ad libitum kan worden toegevoegd. Het continuo bestond in die tijd doorgaans uit orgel, viola da gamba en theorbe, al werd wel menigmaal voor een grotere bezetting gekozen. Ook het ripieno-aandeel lag niet bij voorbaat vast: zoals stemmen als instrumenten konden naar believen worden uitgebreid, zoals vanaf de zestiende eeuw gebruikelijk in meerstemmige muziek.

Het idee van een grotere bezetting was niet los te zien van de ook toen heersende commercie: een grotere formatie betekende immers meer deelnemers en dus meer vraag naar de gedrukte editie! Een ander element was de theatraliteit van de voorstelling, waarvan het ‘effect' navenant toenam met de grootte van de bezetting. Dat laatste aspect komt overigens ook in deze uitvoering kristalhelder tot gelding.

Deze reconstructie is gestoeld op het typisch Venetiaanse ‘model' met als kern Rigatti's psalmzettingen, de reeds genoemde antifonen, naast de (korte) motetten en instrumentale tussenspelen (van o.a. Andrea Gabrieli, Giovanni Battista Riccio, Francesco Usper en Adriano Banchieri) naar Venetiaans gebruik. In de vespers is plaats ingeruimd voor delen uit het Ordinarium Missae, aldus alles tezamen genomen de gedaante aannemend van de muziek zoals die tijdens een typisch liturgische dienst in het zeventiende-eeuwse Venetië geklonken kan hebben. Of het toen net zo schitterend geklonken heeft als op deze cd weten we uiteraard niet…


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links