CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2009
|
||
Reger: Klarinetsonate nr. 1 in fis, op. 49 nr. 1 - nr. 2 in As, op. 49 nr. 2 - nr. 3 in Bes, op. 107. Lars Wouters van den Oudenweijer (klarinet), Hans Eijsackers (piano). Challenge Classics CC72199 • 67' •
De muziek van de Duitse componist en organist Max Reger (1873-1916) heeft het stempel opgedrukt gekregen log, zwaar, dik en ondoorzichtig te zijn. Deze aan sigaren, alcoholica en overvloedig eten verslaafde veelschrijver was een groot vakman op zijn gebied, maar zijn (vele!) critici hadden weinig op met zijn bijna kameleonachtige stijlvocabulaire, met daarin vooral veel Beethoven, Chopin, Liszt, Mendelssohn, Schumann, Wolf en Wagner. Die smeltkroes van stijlen vinden we trouwens ook terug op een ander vlak: het was de katholiek Reger die op puur protestante koralen zijn uitdijende orgelfantasieën losliet. De plaats van Regers muziek in onze rijke muziekgeschiedenis is in de afgelopen jaren weliswaar wat meer naar boven opgeschoven, maar we hoeven ons beslist niet rijk te rekenen: van een ware Reger-renaissance is (nog) geen sprake. Hij heeft veel gezaaid, maar de oogst is nog slechts gedeeltelijk binnengehaald. Zijn imposante oeuvre omvat naast koor-, orkest-, orgel- en pianowerken veel liederen, kamermuziek, talloze bewerkingen en Bach-uitgaven. Aan de opera waagde hij zich niet. De drie klarinetsonates delen, zoals het merendeel van zijn 'output', een gezamenlijk probleem: de melodische en harmonische gelaagdheid ervan, waardoor ze niet zo gemakkelijk aanspreken als bijvoorbeeld Brahms' beide klarinetsonates. Het is voor de luisteraar (en misschien ook wel voor de musici) alsof hij eerst moet afdalen naar de bodem van een diepe waterput om daar dan pas te ontdekken dat het water kristalhelder uit de grond opborrelt, het daar bruist van leven. Als hij dan vervolgens naar boven kijkt, ziet hij slechts een smal streepje daglicht: de ware levenskracht zit in de diepte. Zoals Beethoven tijdens de compositie van zijn Vioolconcert niet dacht aan die 'ellendige' viool, als de muzikale goden tot hem spraken, zo trok Reger zich niets aan van de speelbaarheid van zijn klarinetsonates. Mozart realiseerde zich terdege dat de solist ook nog eens adem moest halen, getuige bijvoorbeeld zijn hoornconcerten, fluit- en klarinetconcert, en het klarinetkwintet. Ook Brahms besefte dat de lengte van de melodielijn afgestemd moest zijn op de mogelijkheid voor de klarinettist om adem te halen, in plaats van te happen. Bij Reger niets van dit alles: hij ging er blijkbaar vanuit dat de solist over een bijna bovenmenselijke longcapaciteit beschikte. Maar ook op ander vlak maakte de componist het knap lastig, door zo frequent te moduleren dat de klarinettist letterlijk vingers tekortkomt. Reger componeerde de sonates niet zozeer naar het voorbeeld van zijn grote tijdgenoot Brahms, maar werd er wel duidelijk door geïnspireerd. De laatste sonate (1908/09) is naar mijn smaak de mooiste, hoewel ook hier de eisen aan de klarinettist vrijwel alle bekende perken te buiten gaat. Althans, er zullen er maar weinig zijn die het aandurven om deze drie stukken live ten tonele te voeren (in de studio zijn er doorgaans mogelijkheden genoeg om [desnoods veel] correcties aan te brengen). In ieder geval moet men van zeer goede huize komen om in deze sonates de juiste weg te vinden en boven de bijzonder weerbarstige techniek te (blijven) staan. Lars Wouters van den Oudenweijer heeft deze drie sonates letterlijk in de vingers. Het Prestissimo assai uit op. 49 nr. 2 spreekt, wat dit betreft, boekdelen. Een formidabele prestatie, waarin hij geweldig wordt bijgestaan door Hans Eijsackers, die zich eveneens door een complexe notenbrij weet heen te worstelen en daarbij de grote toonsafstanden met bijna spelend gemak overbrugt. 'Begeleiding' zou zijn aandeel schromelijk tekort doen. Het duo heeft duidelijk grote affiniteit met dit romantische repertoire. Het zijn modeluitvoeringen geworden die, gevoegd bij de prachtige opname, zorgen voor een belangwekkende aanvulling op de Reger-discografie. index | ||