CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2018

 

Rachmaninov: The Bells (Kolokola) op. 35 - Symfonische Dansen op. 45

Tatiana Pavlovskaya (sopraan), Oleg Dolgov (tenor), Alexey Markov (bas), Chor & Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks o.l.v. Mariss Jansons
BR Klassik 900154 • 75' •
Live-opname: 14-15 januari 2016 (The Bells), 26-27 januari 2017, Herkulessaal, München

   

De Klokken (Kolokola) van Rachmaninov horen we helaas zelden in de concertzaal. Een gelukkige bijkomstigheid is wel dat het aantal cd-opnamen door de jaren heen is toegenomen en dan door de bank genomen ook nog in uitstekende uitvoeringen. Waarom niet vaker in de concertzaal? Ik kan het hoogstens bevroeden: de combinatie van drie (dure) solisten, een scherp geslepen, groot koor, een technisch tot de tanden gewapend orkest en natuurlijk een dirigent die in dit repertoire uitstekend de weg weet. Daarnaast heeft het stuk een speelduur van zo'n veertig minuten en is daardoor niet avondvullend. Dus moet er ook nog iets anders bij moet worden bedacht. Wat het geheel nog meer in de papieren doet lopen. En dan is het nog maar de vraag of er een groot publiek op afkomt, want het is geen werk dat gelijk al tot de verbeelding spreekt: "De Klokken van Rachmaninov, heb jij daar weleens van gehoord?" Nog afgezien van de versie: de Russische of de Engelse, want beide zijn mogelijk (al heb ik zelf een lichte voorkeur voor het origineel). Zo ging Kirill Kondrashin in 1981 in Amsterdam voor de uitvoering in het Engels, wat met een Nederlands koor (het Groot Omroepkoor) en voor een Nederlands publiek eigenlijk een voor de hand liggende keus was: het Russisch, hoewel foenetisch ingestudeerd, stelt toch bijzondere eisen. Het mocht echter niet zo zijn. Op 7 maart viel Kondrashin in voor een doodvermoeide Klaus Tennstedt die op het allerlaatste moment had afgezegd: hij kon onmogelijk in het Concertgebouw 'zijn' NDR Sinfonieorchester leiden. Maar ook Kondrashin liep toen zo ongeveer op zijn tandvlees, na een uiterst vermoeiende tournee door Amerika. Op aandringen van Kees Hillen besloot Kondrashin echter toch het onmogelijke mogelijk te maken: hij wilde ondanks een gebrek aan voldoende repetitietijd het programma na de pauze overnemen, met Mahlers Eerste symfonie. Voor de repetitie kon slechts twintig minuten worden uitgetrokken, maar de dirigent ging er desondanks vol in, met als resultaat een geweldige uitvoering en een dol enthousiast publiek. Kondrashin betaalde echter de hoogste prijs: hij overleed nog diezelfde avond thuis bij zijn geliefde Nolda, aan een hartinfarct. En De Klokken? Kondrashin was die avond niet verder gekomen dan een eerste korte repetitie met alleen de solisten. Van De Klokken kwam het niet: Neeme Järvi nam het stokje noodgedwongen van hem over en maakte daarmee tevens zijn debuut bij het Concertgebouworkest.

Maar terug naar De Klokken onder Jansons, die in januari 2016 in de Herkulessaal in München voor een ware modeluitvoering zorgde. Geen wonder met zulke formidabele solisten, dito koor en orkest. De uitvoering toont Jansons' dirigeerkunst ten voeten uit: tot in de allerkleinste puntjes verzorgd, sterk cosmetiserend ook, gevat in een transparante structuur, groot opgezet en voortdurend balancerend tussen cantate en koorsymfonie, in dit imposante werk ook met een sterk ontwikkeld gevoel voor zowel drama als lyriek. Jansons zorgde al met al voor een fraai gestileerd Russisch fresco waarin de vier levensstadia met grote overtuiging muzikaal vorm krijgen. Dat mist zijn uitwerking natuurlijk niet. Dat er op alle fronten perfect wordt geïntoneerd en dat ook de dictie door een ringetje kan worden gehaald is onder Jansons bijna vanzelfsprekend. Het orkest is bovendien uitgesproken virtuoos, wat ook in de precies een jaar later op dezelfde locatie opgenomen Symfonische dansen nog eens uitdrukkelijk wordt gedemonstreerd (Jansons en het orkest profiteren van de veel betere opname dan die eerder in Amsterdam werd gemaakt - klik hier). Het blijkt ook nu weer een onverslaanbare combinatie: de Klokken en die Symfonische dansen, Rachmaninovs laatste werk.
Wie echter een onvervalste en diep gewortelde Russische uitvoering van De Klokken wil horen verwijs ik graag naar die van Kondrashin. Diens inmiddels duidelijk historisch te noemen opname dateert uit 1962, toen met de (scherp geslepen) sopraan Elizaveta Sjoemskaja, de tenor Mikhail Dovenman, de bas Alexei Bolsjakov en het Academisch koor en orkest van Moskou, op het Melodya-label (maar gelukkig ook op Spotify!) Dat de opname het niet tegen die uit München kan opnemen ligt net zo voor de hand als dat de artistieke waarde doorslaggevend is. Immers, als het om authenticiteit gaat. Ook in de Melodya-opname zijn De Klokken gekoppeld aan de Symfonische dansen, waarin Kondrashin tevens laat horen dat hij niet voor niets de titel 'Mr. Pianissimo' met zich mee droeg. Maar zoals gezegd, wie een moderne, net zo tot in de puntjes gestileerde opname prefereert is met Jansons uitstekend uit.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links