|

CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2016
|
A Century of Russian Colours
Rachmaninov: Cellosonate in g, op. 19
Kabalevski: Cellosonate in Bes, op. 71
Auerbach: Préludes nr. 6, 12, 15, 16, 19, 20, 24 voor Cello en Piano op. 47
Camille Thomas (cello), Beatrice Berrut (piano)
Fuga Libera FUG 712 • 80' •
Opname: jan. 2013, Flagey, Studio 4, Brussel
https://youtu.be/CoL2c_zoAdE
|
|
|
Labels als Mirare, Paraty en Fuga Libera geven jong talent de kans om zich (ook) met behulp van de cd internationaal te presenteren en profileren. Er zijn zeker andere wegen, zoals de concoursen, maar dit is niet een van de meest sympathieke.
Fuga Libera, een Belgisch label dat wordt gedistribueerd door Outhere, kwam al in 2013 met 'A Century of Russian Colours', met cellosonates van Sergej Rachmaninov en Dmitri Kabalevski, aangevuld met zeven van de in totaal vierentwintig préludes die Lera Auerbach (zij verhuisde in 1991 van de toenmalige Sovjetunie naar New York) in 1973 voor cello en piano schreef. In die zin dus 'oud en nieuw' verenigd op deze cd. Om bij Auerbach te beginnen: zij componeert niet cerebraal, is geen serialist maar eerder een postmodernist die het verleden met een eigentijdse, persoonlijke stijl vermengt. Alleen al de vertolking van deze zeven préludes maakt duidelijk dat we te maken hebben met twee jonge instrumentalisten die zowel technisch uiterst begaafd zijn als diep tot een compositie kunnen doordringen. De cello van Camille Thomas zingt dat het een lieve lust is, haar toon is gloedvol, expressief en voluptueus, haar aanpak overtuigend romantisch. Deze jonge celliste (ze werd in 1988 geboren in Parijs) verdient een wereldpodium en misschien heeft ze dat intussen gerealiseerd. We zijn immers drie jaar verder.
Haar al niet minder verbluffende begeleider in dit buitengewoon fraaie discours is de Zwitserse pianiste Beatrice Berrut (geboren in 1985 in Genève). 'Begeleiding' is feitelijk niet het juiste woord om daarmee de soms hondsmoeilijke pianopartij te duiden, met name in de Cellosonate van Rachmaninov. We bevinden ons in de hogeschool van de pianistiek. Celliste en pianiste zijn volkomen aan elkaar gewaagd. Hoe wonderlijk is het om te ervaren dat deze jonge mensen in hun samenspel zozeer met elkaar zijn vergroeid dat het een naadloos geheel is geworden binnen een kleurrijk panorama van geven en nemen. Een goed voorbeeld daarvan is de twaalfde prélude (Adagio) van Auerbach.
Een Française en een Zwitserse die de in de romantiek wortelende Russische 'colours' niet minder overtuigend aan hun instrument weten te ontlokken. Treffend ook hoezeer Kabalevski's Cellosonate onder hun bezielende handen uit kan groeien tot een waar meesterwerk. Deze cd is een zowel prachtig en krachtig als homogeen profiel geworden van twee grote instrumentalisten. De opname is een klein wonder van sonoriteit, warmte, transparantie en definitie.
|
|