CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2009


 

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2 in c, op. 18 - Moments musicaux op. 16

Dejan Lazic (piano), London Philharmonic Orchestra o.l.v. Kirill Petrenko.

Channel Classics CCS SA 26308 • 64' • (sacd)

 

 


De sterkste troeven speelt Lazic uit in de zes subliem gecomponeerde Moments musicaux op. 16, die afwisselend contemplatief en virtuoos gestalte krijgen. Het affect ontvouwt zich volkomen natuurlijk in vloeiende lijnen, zonder een spoortje overdrijving. Lazic laat er geen enkel misverstand over bestaan dat deze romantische stukken tot de top van het negentiende-eeuwse pianorepertoire behoren. Dat is in dit geval de uiterst geraffineerde pianistiek die alle ruimte biedt aan de vele bijzondere schaduwtinten die deze muziek rijk is, maar niet zomaar uit het klankweefsel kunnen worden gelicht. Rachmaninov hoeft per se niet te worden 'geromantiseerd', zoals hij zelf - een fenomenale pianist - in zijn bewaard gebleven opnamen aantoonde.

Lazic is in het Tweede pianoconcert zeker goed op dreef, maar zijn benadering is wat afstandelijk, met meer de nadruk op de structurele dan de romantisch-expressieve aspecten van het werk. Dat horen we al gelijk aan het begin, wanneer de pianoakkoorden zich naar de eerste climax bewegen. Vergelijk hier maar eens de als uit graniet gehouwen aanpak van Svjatoslav Richter met het Filharmonisch Orkest van Warschau onder Stanislaw Wislocki (DG)! Lazic komt weliswaar in de expositie beter op dreef, maar hij is geen meester in de opbouw van de onderhuidse spanningen die naar de climaxen vloeien. Het dynamisch palet is minder geschakeerd dan bij zijn grote concurrenten, al is zijn frasering zeker ruimhartig en worden de lange lijnen overtuigend neergezet. Er zijn vele momenten van bevlogenheid, maar echt overdonderend wordt het niet. Het lijkt mijn Lazics bewuste keus te zijn, waar dirigent Petrenko naadloos bij aansluit. Dit geldt tevens voor de pulserende onderstroom, die niet alleen bij Richter en Wislocki, maar ook bij Ashkenazy en Previn, meer nog dan met Haitink (beide uitvoeirngen op het Decca-label), een steviger ritmisch fundament heeft.

Maar de opname speelt in dit concert zeker ook een rol, want daarin domineren diffuse contouren. Merkwaardig eigenlijk, want daarin herken niet ik de typisch scherpe en bepaald niet homogene akoestiek van de opnameruimte, de Londense Royal Festival Hall, absoluut niet. Ik heb daar genoeg concerten meegemaakt om te weten dat het daar echt anders 'klinkt'. Dat geldt trouwens in niet mindere mate voor de in het Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven opgenomen Moments musicaux, die niet worden gedragen door een helder geprofileerde pianoklank Mogelijk hebben de technici er de voorkeur aan gegeven om de klankkarakteristieken van beide opnamen zoveel mogelijk aan elkaar te spiegelen, om daarmee een al te grote overgang van het een naar het ander te vermijden. Het is altijd lastig zoniet onmogelijk om het klankbeeld dat uit de luidsprekers komt goed op zijn oorspronkelijke merites te beoordelen. Zo wordt vaak achteraf een 'akoestische saus' aangebracht, maar ook met de opstelling van de microfoons en aan de mengtafel kan de zaalakoestiek worden beïnvloed. Het is goed eraan te herinneren dat een opname een illusie weergeeft, niet de werkelijkheid.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links