CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2008


 

Poulenc: Gloria - Salve regina - Quatre motets pour un temps de pénitence - Quatre motets pour le temps de Noël - Exultate Deo.

Susan Gritton (sopraan), Polyphony, Choir of Trinity College Cambridge, Britten Sinfonia o.l.v. Stephen Layton.

Hyperion CDA67623 • 56' •

 

 


In het cd-boekje bij deze in alle denkbare opzichten grandioze cd wordt o.a. vermeld dat twee fatale auto-ongelukken in het midden van de jaren dertig van de vorige eeuw een enorme invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de twintigste-eeuwse muziek. Overdreven? Oordeelt u zelf.

In het ene ongeluk kwam de puissant rijke erfgenaam van een groot deel van het vermogen van het Zwitserse farmaceutische bedrijf Hoffmann-La Roche om het leven, toen zijn auto op een spoorwegovergang bleef steken en door de aanstormende trein in de flank werd gegrepen. Twee jaar later hertrouwde zijn weduwe met de jonge dirigent Paul Sacher, die een aanzienlijk deel van dat vermogen aanwendde voor compositieopdrachten, waaronder aan Richard Strauss (Metamorfosen voor 23 solostrijkers), Béla Bartók (Divertimento) en Igor Stravinsky (Concert in D).

Het tweede ongeluk vond in augustus 1936 plaats. Een auto schepte een voetganger in de Hongaarse stad Debrecen. Het slachtoffer, de Franse componist en muziekcriticus Pierre-Octave Ferroud, overleefde het niet. Een van zijn beste vrienden was door deze gebeurtenis dusdanig uit het lood geslagen dat hij een soort pelgrimsreis ondernam naar de antieke schrijn van de Zwarte Madonna in Rocamadour. Die vriend was Francis Poulenc: “Toen ik over de breekbaarheid van de (menselijke) geest nadacht, trok het spirituele leven mij opnieuw aan. Rocamadour bracht het geloof van mijn kindertijd weer terug,” herinnerde Poulenc zich later. Een stroom religieuze composities – vrijwel tot aan zijn dood, bijna dertig jaar later - was het gevolg. De eerste ervan ontstond nog in 1936: de ‘Litanies à la Vierge Noire’.

Heeft het zin om te speculeren over Poulencs terugkeer naar zijn katholieke wortelen, juist door dat ongeluk? Zou de ‘monnik’ Poulenc daardoor zijn opgestaan? De Franse musicoloog en muziekcriticus Claude Rostrand omschreef in 1950 Poulenc als de man met twee gezichten: ‘le moine’ et le voyou’, de halfslechte jongen, de halve monnik. Als uitsluitend de muziek mag spreken geeft slechts dat ene feit de doorslag: Poulenc schreef de mooiste, indrukwekkendste Franse kerkmuziek van de twintigste eeuw.

Ditmaal ligt het bewijs daarvan in de handen van Stephen Layton die met zijn Polyphony, het koor van Trinity College in Cambridge en Britten Sinfonia een bijna verzengend intense lezing van deze vier juwelen geeft, daarbij geholpen door een ensemble dat zijn intenties meesterlijk heeft weten te verwezenlijken. Dit heb ik nog nooit zó gehoord en het lijkt me vrijwel uitgesloten dat het ooit nog béter zal worden gedaan. De expressieve verwevenheid tussen meerstemmige dramatiek en naar binnen gekeerde beschouwing, het warme en doorzichtige polyfone lijnenspel, het bijna hemelse a-cappellagezang (Polyphony!), de schitterende instrumentale kleuren en de overtuigend opgebouwde spanningsbogen die worden getrokken. Dit kan alleen, zoals hier, zo slagen als er sprake is van vocaal en instrumentaal meesterschap, en er met hart en ziel wordt gemusiceerd. Voeg daarbij de geweldige opname (alleen al het begin van het Gloria…) en de slotconclusie kan niet anders luiden: een buitengewoon belangwekkende uitgave.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links