CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2023

Pereira da Costa: (6) Concerti Grossi op. 1 : nr. 5 in g - nr. 6 in c - nr. 7 in F - nr. 8 in c - nr. 9 in A - nr. 10 in C

Ensemble Bonne Corde o.l.v. Diana Vinagre
Ramée RAM 2104 • 71' •
Opname: okt. 2021, Igreja do Menino Deus, Lissabon (Portugal)

 

Het genre van het door Corelli aan het einde van de zeventiende eeuw ontwikkelde Concerto Grosso blijft fascineren: de flitsende en contrastrijke dialogen tussen twee verschillende orkestgroepen: het concertino en het (kleinere) ripieno.

Het bronmateriaal voor deze cd ligt in Londen: Concertos Grossos com doys Violins, e Violão de Concertinho Obrigados: Eoutros doys Violins, Viola, e Orgao - Opera Premeira, uitgegeven door John Simpson in Londen, 1741.

Titelpagina van de Londense uitgave

In de loop der tijd is er met de cello/continuo-partij iets misgegaan, maar Fernando Miguel Jalôto heeft deze gereviseerd, gecorrigeerd en waar nodig gereconstrueerd.

Wat dit album betreft is de bezetting als volgt:

Sara DeCorso: eerste viool, concertino
Jacek Kurzydlo: eerste viool, ripieno
Diana Lee: tweede viool, concertino
Sue-Ying Koang: tweede viool, ripieno
Raquel Massadas: altviool
Diana Vinagre: cello, concertino en muzikale leiding
Rebecca Rosen: cello ripieno
Christine Sticher: contrabas
Giovanni Bellini: luit en gitaar
Fernando Miguel Jalôto: orgel en klavecimbel

Deze zes Concerti Grossi mogen danwel niet de inventiviteit uitstralen die Händel in dit genre (al betrof het deels hergebruikt materiaal) zo onnavolgbaar wist te leggen (met name de Twelve Grand Concertos op. 6 steken met kop en schouders boven het Londense maaiveld uit), het is wel degelijk prachtige muziek, ondanks de soms niet mis te verstane, tamelijk stijf aandoende sjablones binnen strak aangehouden conventies.

António Pereira da Costa is een van de vele componisten waarvan we helaas slechts weinig weten, niet wat betreft zijn levenswandel noch wat betreft zijn creatieve producties. Zelfs de publicatie in 2018 over de componist van de hand van de muziekwetenschapper Paulo Esteireiro heeft daaraan weinig kunnen veranderen. Wel kon de in de loop der tijd ontstane verwarring rond de componist worden opgeruimd, zoals die rond de Portugese violist, gitarist en componist met bijna dezelfde naam, António da Costa, die in Italië in contact kwam met Tartini en die Charles Burney later in Wenen aantrof in kringen van een Portugese edelman, de hertog van Laf!ões. En dan was er de Schots componist James Oswald (1710-1769), die rond 1760 in Londen twaalf serenades voor gitaar uitgaf en die om onbekend gebleven redenen hij toeschreef aan ene 'Antonio Pereya da Costa Mestre de Capella da Se do Funchal'! Houdt het dan nog maar eens uit elkaar...

Maart kort en goed, het geboortejaar van 'onze António valt in 1697. Hij was toen volgens de tekst onder het gegraveerde portret in die Londense uitgave 44 jaar: 'ætate XXXXIIII' staat er. Volgens Esteireiro was hij toen echter 43. Laten we over het bepaald niet significante verschil evenwel niet kibbelen!

Waar hij werd geboren is eveneens in nevelen gehuld gebleven, al ligt het voor de hand dat dit Lissabon moet zijn geweest, want we beschikken over een overlijdensakte van een broer van de componist, waaruit blijkt dat deze in de Portugeste hoofdstad werd geboren (dus waarom die andere broer niet, kan men zich afvragen). Uit de titelpagina en uit andere bronnen is er evenmin twijfel over zijn rol als kapelmeester (Mestra da Capella') op het eiland Madeira, waar hij in die functie was verbonden aan de kathedraal van Funchal, de hoofdstad van dat weelderig groene Portugese eiland in het midden van de Atlantische Oceaan.
Maar Antönio was meer dan dat: hij was - net als zijn bijna-naamgenoot - tevens tot priester gewijd en werd aangesproken en aangeschreven als 'abt' of 'eerwaarde vader'. We zien hem op de gravure afgebeeld in seculiere kerkelijke kledij.

Ik noemde Corelli reeds. Niet toevallig is dat de titelpagina, uiteraard dan vertaald naar het Italiaans, vrijwel identiek is aan die van Corelli's Concerti Grossi op. 6, in 1714 in Amsterdam uitgegeven door Estienne Roger. Dat de Concerti Grossi van Pereira da Costa in Londen in vruchtbare muzikale bodem vielen kon eigenlijk niet missen, want het genre had in Engeland in de jaren 1740 al sterk aan populariteit gewonnen. Händels Concerti Grossi op. 6 verschenen in 1739/40, Geminiani's op. 2 in 1732 en op. 3 in 1733, bewerkingen van Corelli's op. 1 en 3 in 1735. Dan was er Avison met diens op. 2 in 1740, op. 3 in 1751, op. 4 in 1755 en op. 6 in 1758, op. 9 in 1766 en op. 10 in 1769. Ook Domenico Scarlatti maakte er, zij het op andere wijze, furore, te beginnen in 1738 met diens Essercizi per Gravicembalo. Avison maakte er rond 1743 een aantal bewerkingen van voor Concerto Grosso.

Pereira da Costa heeft het Concerto Grosso model van Arcangelo Corelli (hij stond aan de wieg van het genre) niet ingrijpend gewijzigd. Ook voor hem gold het 'model' als uitgebreide voortzetting van de welbekende triosonate zonder polyfone hoogstandjes, met binnen de gegeven 'stile antico' en de daarmee verbonden imitatietechnieken hier en daar enige aanpassingen op grond van smaak (zoals de typisch marsachtige en martiale 'Bataglia', waar men op het Iberisch schiereiland zo ongeveer verzot op was) of met het oog op zijn opdrachtgever, de in de Britse hoofdstad residerende Portugese kunstmecenas en edelman João José de Vasconcelos Bettencourt (1703–1766), een landgenoot van de componist (hij groeide op in Angra do Heroismo, op de Azoren).

Ook in António's Concerti Grossi overheerst het dansante karakter (ze komen allemaal voor: Allemanda, Corrente, Gavotta, Giga, Sarabanda en Menuetto), en anders dan bij bijvoorbeeld de minder conventionele Händel ligt veelal de klemtoon niet op de stralend unisono strijkersklank, maar op een gedifferentieerde melodische opbouw die weliswaar van grote wendbaarheid getuigt, maar anderzijds met als bezwaar dat het harmonische verloop niet altijd even logisch uitpakt.

Over de ontbrekende cello/continuo-partij wordt in het boekje het volgende opgemerkt:

'The only known set of parts, kept at the British Library, does not include the “violão de concertinho” (concertino cello / continuo) part. There is no reason to suspect that this part was not printed, since it would be immediately obvious that it was impossible to perform any of the pieces without it. The edition is full of typographical and other errors, suggesting that the printer was incompetent and/or that there was no effective proofreading. There have been some recent attempts at reconstruction, but to the best of our knowledge these have not been published. Thus, we have newly reconstructed the concertino cello / continuo for the six concertos included in this recording. In many passages such reconstruction is straightforward, given the style and typical practices of the time. But in other places the idiosyncrasies of Pereira da Costa’s highly individual style left us with serious doubts about his intentions. Beyond this reconstruction, some more bizarre, inconsistent or perhaps unintentional roughness was discreetly “polished”. Nevertheless, we were careful not to beautify too much, in order to preserve the charm and freshness of these works of unquestionably exquisite “tropical Baroque”. - Fernando Miguel Jalôto.'

Collega Kees de Leeuw toonde zich al eerder zeer ingenomen met het spel van Bonne Corda in zijn bespreking van de Lamentationes Hebdomadae Sanctae van Pereira da Costa's tijdgenoot, de Vlaamse componist Joseph-Hector Fiocco (1703-1741). Daarmee was was tevens het niveau gezet van dit debuutalbum van het ensemble. Ook de nieuwe uitgave blijkt - om zijn zelfde woorden te gebruiken (soms mag je, vind ik, in herhaling vervallen) - een voltreffer, zowel wat betreft het repertoire als de uitvoering. En de opname is eveneens bijzonder goed geslaagd. Één smetje is helaas gebleven: opnieuw geen enkele informatie in het boekje over het Portugese Ensemble Bonne Corda, al is er uiteraard zo het een en ander op internet over te vinden (klik hier).

Tot slot: wellicht duikt hier en daar nog meer interessant materiaal van deze Portugese componist op, al ligt dat, gezien inmiddels het tijdsverloop, niet voor de hand.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links