CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2021 |
In maart besprak ik het BR-album Miserere (klik hier) en de inkt van de vorige recensie (klik hier) was nog maar net droog of er diende zich een nieuw, eveneens geheel aan deze Estse componist gewijd album aan. In studio 1 van de Beierse omroep moesten er in juli en november 2020 met het oog op COVID-19 de nodige maatregelen worden genomen: de bekende 1.5 meter afstand tussen de koorleden en de instrumentalisten, het positioneren van spatschermen en een anders-dan-anders microfoonopstelling. Ondanks het ongetwijfeld improviserende karakter ervan heeft het een bijzonder fraaie opname opgeleverd, iets wat Siebe Riedstra al eerder vaststelde toen hij het onder vergelijkbare omstandigheden tot stand gekomen Vasks-album besprak (klik hier). Het programma zelf lijkt door de omstandigheden eveneens te zijn aangepast, want door de aard van de stukken kon de orkest- en koorbezetting bescheiden worden gehouden. Met uitzondering van La Sindone en het Stabat Mater kon zelfs met slechts een strijkorkest worden volstaan. Over de rol van Arvo Pärt en zijn muziek in het hedendaagse muziekleven heb ik al meer dan voldoende uitgeweid. Blijft over de uitvoering die getuigt van een zeer geslaagde mix van Duitse ‘Gründlichkeit', hooggestemd engagement en bijna voelbare spiritualiteit. Daarmee is dan tevens de grote affiniteit van de uitvoerenden met het werk van Pärt bevestigd, terwijl ondanks al die vervelende beperkingen de registratie van deze muzikale happening (want dat is het) geslaagd mag worden genoemd. Kortom, het is een album geworden dat qua uitvoering van de muziek van Pärt zeker representatief mag heten. Het geldt zeker niet voor álle muziek, maar wel voor die van Pärt: als je er niet echt in gelóóft, wordt het niks. index |
|