![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2013
|
Op 10 december 1553 verscheen in Rome Diego Ortiz’ (ca. 1510-ca. 1570) ‘Trattado (volgens de huidige Spaanse spelling Tratado) de Glosas Sobre Clausulas y Otros Generos de Puntos en la Musica de Violones Nuevamente Puestos en Luz’. Of in het Italiaans: ‘Glose sopra le cadenze et altre sorte de punti in la musica del violone’. Evenals Leopold Mozarts leerboek Versuch einer gründlichen Violinschule uit 1751 geldt ook het studiewerk van Ortiz als een van de belangrijkste referentiepunten op het gebied van de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Maar daarnaast is Ortiz’ ‘Trattado’ van onschatbare betekenis door de bijzonder fraaie repertoirestukken voor viola da gamba en klavecimbel die daarin zijn opgenomen. We weten vrij weinig van de Spaanse componist Diego Ortiz en het gambaspel in de Spaanse Gouden Eeuw. De naam van Ortiz duikt pas op als in Rome zijn ‘Trattado’ wordt gepubliceerd, maar de toevoeging ‘nuevamente puestos en luz’ doet vermoeden dat tenminste een deel van de daarin opgenomen werken al eerder bestond en na te zijn gereviseerd, opnieuw werd uitgebracht. De ‘Trattado’ is het werk van een rijpe componist en musicus. Het lijkt waarschijnlijk dat hij zijn muziekopleiding al ruimschoots had afgerond toen hij zijn geboorteland Spanje verliet om zich in Italië te vestigen. We weten niet wanneer hij precies die reis ondernam, maar wel weten we dat hij in Toledo werd geroemd om zijn gambaspel en zijn beheersing van de variatiekunst. Dat blijkt overigens ook uit de ‘Trattado’ dat grote muzikale rijkdom paart aan speltechnische finesse. Voor ons begrip van de ontwikkeling van de Europese muziek in de eerste helft van de zestiende eeuw is Ortiz’ ‘Trattado’ een wegwijzer die er zijn mag. Ook in de ‘Trattado’ is de instrumentale muziek al ‘losgezongen’ van de beperkingen die de vocale stijl voor die tijd kenmerkte, maar nog belangrijker zijn de vernieuwingen op het gebied van het contrapunt en de versieringsvariatie, het ostinato en de rol van het basso continuo. Het is deze progressie die in de zeventiende en achttiende eeuw de ontplooiing van de instrumentale en vocale muziek mede zou gaan bepalen. Hoewel oorspronkelijk bedoeld voor gambist en klavecinist heeft Jordi Savall ten bate van van een grotere afwisseling het instrumentarium uitgebreid met orgel, harp, vihuela (zestiende-eeuws snaarinstrument in gitaarvorm), gitaar en violone (voorloper van onze contrabas). Dat is zo vreemd niet want in die tijd gebeurde dat ook. De enige voorwaarde die moet worden gesteld is dat het smaakvol en met verstand van zaken wordt gedaan, zoals hier uitdrukkelijk het geval is. In het cd-boekje legt Jordi Savall zeer gedetailleerd het belang van de ‘Trattado’ uit, voorzien van fraaie afbeeldingen. Alia Vox, het eigen label van Savall, zorgt altijd voor uitmuntende documentatie (die in zekere zin ook wel als een verantwoording mag worden aangemerkt), terwijl de opname door een ringetje kan worden gehaald. Een aanwinst die er zijn mag, al dateert hij al uit 1989. index |
|