CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2017
|
De inkt van mijn recensie van deel 2 van Menahem Presslers Mozart-project was nog niet goed en wel opgedroogd, of ik werd op mijn wenken bediend en viel deel 1 (alsnog) op de deurmat. Het is wat ik toen al schreef: dat Presslers enorme kennis en ervaring, samen met de nieuwe ideeën die daaruit voortspruiten, een bijzondere Mozart opleveren. Dat hij een vertolker is die in zijn spel Mozarts fundamenteel onaantastbare muziek tot haar drie belangrijkste eigenschappen weet te herleiden: haar universaliteit, haar volmaaktheid en - niet minder belangrijk! - zich midden in het leven bewegend. En wat dit laatste betreft in Presslers eigen woorden: "Pure esthetische abstractie woont samen met het menselijk gevoel." Pressler permitteert zich vrijheden die voor anderen een gesloten boek moeten blijven. Omdat het onder de handen van die anderen tot gekunstelde beeldvorming leidt. Dat het niet meer puur, niet meer 'echt' is, er teveel eigen ego in is geslopen. De vrijheid van Pressler is die van de diepgang en het aanpalende nieuwe vergezicht dat wordt opgebouwd vanuit de volkomen integriteit, reflecterend ook, met zicht op het voorbije heel lang kunstenaarsleven, zonder daardoor zijn blijmoedigheid te hebben prijsgegeven. Pressler stelt Mozart centraal, maar brengt in artistiek opzicht de leeftijd der sterken binnen de poorten van deze sonates. Zoals Horowitz - het is slechts een voorbeeld - dat zo onvergelijkbaar in de sonates van Mozart en Scarlatti of in de impromptus van Schubert deed. Dat is musiceren op een niveau dat zich onttrekt aan enige vergelijking, laat staan aan kritiek. Het is spel dat een uitspraak van Beethoven in herinnering roept: dat muziek een hogere openbaring is dan alle wijsheid en filosofie. index |
|