CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2017
|
Noa Wildschut maakt deel uit van een muzikantenfamilie en alleen al dat gegeven zal zeker een stempel hebben gedrukt op haar weg naar een glanzende carrière. Jong geleerd is immers oud gedaan? Het is een adagium dat zeker in de muziek vaak opgeld doet, hoewel dat alleen geen garantie biedt voor later succes. Bovendien, wie heel veel talent heeft kan alsnog sneuvelen. Voorbeelden genoeg, oorzaken niet minder. Noa is pas zestien, maar schijn bedriegt. Misschien herinnert u zich haar spectaculaire tv-optreden als negenjarige, samen met haar toen grote voorbeeld Janine Jansen, in duetten van Dmitri Sjostakovitsj. En op haar elfde wijdde de NTR zelf een documentaire aan haar. Nu is er, ter gelegenheid van haar eerste cd, opnieuw een documentaire. En afgelopen zondag was zij weer eens te gast bij Podium Witteman. Kortom, Noa staat volop in de belangstelling en alle tekenen wijzen erop dat dit zo zal blijven. Want Noa is allesbehalve dat spreekwoordelijke eendagsvliegje in het vaak zo hardvochtige muziekcircuit. Natuurlijk zijn haar beide ouders (vader Arjan is altviolist bij het Radio Filharmonisch Orkest en moeder Liora Ish-Hurwitz violiste en viooldocente) trots op haar. Zij het wel met de beide benen op de grond, nuchter als zij zijn. Haar optredens volgend is het met Noa niet anders. Gek eigenlijk, dat 'down to earth' (of in onze termen: "Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg"), terwijl muziek nu juist iets is om door in vervoering te raken, het gevoel te hebben op te mogen stijgen. Maar elke musicus weet dat je er keihard voor moet werken en de controle op het geheel nooit uit het oog en oor moet verliezen. Bernard Haitink sprak lang geleden een waar woord: "Als je mij beter wilt leren kennen moet je naar mij komen luisteren." Het is een effectieve manier om een interview te ontwijken en in de kern is het nog waar ook. Wat betreft Noa Wildschut kan het ook naar iets anders worden vertaald: niet de mediaruis rond haar debuut-cd telt, maar zoals zij musiceert. Dat laatste is immers waar het om behoort te gaan. En een hype is slechts een kort leven beschoren, terwijl die glanzende loopbaan dag in, dag uit veel inspanning maar ook offers vraagt. Is Noa de 'tweede Janine Jansen'? In de media schijnt dat als een bijzondere kwalificatie te worden opgevat, maar laten toch vooral hopen dat het niet zo is: dat zij haar 'eigen stem' heeft, houdt en die nog verder mag ontwikkelen (daar is zeker nog ruimte voor!) Wat zij met niemand verder hoeft te delen is haar intuïtie die haar spel voortdurend doet oplichten. Dan wordt leeftijd plotsklaps veel minder belangrijk. En natuurlijk zal ook het moment aanbreken dat haar interpretaties een iets meer eigen gezicht krijgen, dat ze meer durft. We hoeven het spel van Noa dus niet prompt te gaan vergelijken met dat van Jansen, maar ook niet met dat van Hahn, Frang of wie dan ook. Laten we haar toch vooral 'beoordelen' op haar visie op déze Mozart. Dat haar debuut-cd geheel aan deze componist is gewijd ligt feitelijk in de natuur der dingen. Je moet als veelbelovende soliste toch ergens beginnen en dan liggen Bartók, Busoni, Korngold, Schönberg of Berg toch iets minder voor de hand. Natuurlijk doen Noa en haar oom in de Vioolsonate KV 454 Arthur Grumiaux en Clara Haskil niet vergeten, maar veel doet het er niet toe: de sprankeling is er, de gelaagde expressie is er en bovenal: de integriteit van een vertolking die de componist op de eerste plaats stelt is er. Dan is er in KV 219 en KV 261 het onvolprezen Nederlands Kamerorkest dat onder leiding van Gordon Nikolic (zelf een violist van formaat). Hij weet precies hoe deze muziek moet klinken en dat is lastiger dan op het eerste gezicht lijkt. Het roept de integrale cyclus in herinnering, alweer jaren geleden (was het in 2011?), toen met Julia Fischer en hetzelfde orkest, maar onde leiding van de inmiddels overleden Yakov Kreizberg (hier besproken). En wie nam toen in de Sinfonia concertante KV 364 de altvioolpartij voor zijn rekening? Precies, Gordan Nikolic! Zo te horen lijkt mij NedPhO-Koepel in Amsterdam een zeker voor deze muziek ideale opnameruimte, al zal Bert van der Wolf van Northstar Recording er het zijne aan hebben bijgedragen dat het zo fraai uit de speakers komt. Kortom, een zéér geslaagd cd-debuut van Noa Wildschut! index |
|