CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2013

 

 

Mozart: Pianoconcert nr. 17 in G, KV 453 - nr. 22 in Es, KV 482 - Concertrondo in A, KV 382

Kristian Bezuidenhout (fortepiano, Paul McNulty, Divisov, Tsjechië, naar Anton Walter, Wenen 1805), Freiburger Barockorchester o.l.v. Petra Müllejans

Harmonia Mundi HMC 902147 • 73' •

Opname: mei 2012, Ensemblehaus, Freiburg (D)

Zie ook het interview met Kristian Bezuidenhout


Het grote probleem (als het zo tenminste genoemd mag worden) in het hedendaagse muziekbedrijf is overproductie van het bekende. Het gevolg is onvermijdelijk het overbekende, in dit geval in de ongunstige betekenis.

Wie het enorme (groteske?) aanbod van Mozarts pianoconcerten overziet duizelt het. Wát een verademing als er dan ineens een ware komeet tussendoorschiet die Kristian Bezuidenhout heet en ons een werkelijk fonkelnieuwe, uitdagende Mozart presenteert die decennialang neergedwarreld stof doet opwaaien en de conventie die ons al jarenlang in zijn greep houdt tot niets reduceert. Als kunst ook dient te verrassen dan gebeurt dat hier, zeker in het licht van de discografische geschiedenis van de afgelopen pakweg vijftig jaar.

Tijdens de 'Beethovenbelevenis' in Rotterdam (met alle pianoconcerten van Beethoven, met het Orkest van de Achttiende Eeuw, gedirigeerd door Frans Brüggen) stond de fortepiano in het midden van het ensemble, met als bijkomend voordeel direct oogcontact tussen solist en dirigent. Dat is wat beiden bij voorkeur nastreven en zich vrijwel altijd goed laat realiseren, maar in de meeste opnamen hoor je daarvan niets terug.

In deze beide Mozart-opnamen werd evenwel voor een deels andere opzet gekozen: 'theatre in the round', aldus Bezuidenhout, en weer anders dan in de Doelen: toen keken de houtblazers de pianist in de rug, terwijl in de opstelling in Freiburg het juist andersom was: de houtblazers zaten nu oog in oog met de pianist (met de strijkers uitgewaaierd naast en achter het solo-instrument). Als we ons dan vervolgens realiseren dat iedere opname niets anders kan (mag!) zijn dan de creatie van de illusie zijn zowel de musici als de opnametechnici in hun opzet geslaagd: de zo belangrijke houtblazers in Mozarts 'Weense' pianoconcerten (hun rol is, vergeleken met de 'vroege' concerten, aanmerkelijk zelfstandiger geworden en uitgegroeid tot - om met Bezuidenhout te spreken - 'operactic characters') hebben er nj een extra dimensie bijgekregen: wat dat betreft is zo'n saillant detail als in track 3, bij 3:39 alleszeggend; maar dat geldt menigmaal ook voor in de tutti-passages, zoals in de expositie van het openingsdeel van KV 482, naar mijn gevoel een van de mooiste maar helaas minder gespeelde concerten van de Salzburgse en later Weense grootmeester.

Het creëren van een illusie, daar draait het in het opnamevak om. Dat betekent in de alledaagse praktijk dat bepaalde technische ingrepen nodig zijn om een bepaald effect te bereiken. Voor Kristian Bezuidenhout was dat de puur praktische uitwerking van een uitspraak van E.T.A. Hoffmann: het pianoconcert als een symfonie met piano-obbligato. Zo krijgen we het op een presenteerblaadje, de fortepiano als solo- en continuoinstrument, dat zich met ongekende spontaniteit voortdurend zowel binnen als buiten het orkestrale stemmenweefsel beweegt en vrij en onvervaard, menigmaal ook onbezorgd en ongeremd, erin- en eruit floept, in een bonte afwisseling, met alle aandacht op zich gericht of bijna onmerkbaar als puur begeleidingsinstrument; of om in de tutti alleen maar wat accenten te zetten, met uiterst smaakvolle versieringen die de indruk geven dat ze plekke zijn geïmproviseerd.

Bezuidenhout is meer dan 'slechts' een pianist: wie met hem praat raakt al direct onder de indruk van zijn enorme musicologische kennis die hij bijna achteloos ("jij weet ook wel dat...") over zijn gesprekspartner uitstrooit. Kennis die hij bovendien niet alleen in de muziekhistorische maar ook in de maatschappelijke plaatst. Hier is een musicus aan het woord die zich niet tevreden stelt met de (zoveelste?) 'Urtext' van een Henle of Bärenbreiter op zijn lessenaar. Zoals Frans Brüggen het onlangs tegen mij zei: "Kristian weet álles, en wat misschien nog belangrijker is, hij weet het optimaal te gebruiken ook!" Net als 'onze' Ronald Brautigam trouwens.

Dit zijn uitvoeringen waarin niet alleen grote stappen worden gezet, maar waarin tevens het subtiele karakter van deze muziek (het slotallegretto van KV 482 staat er vol van) uiterst gedifferentieerd aan bod komt, wat trouwens ook iets zegt over de samenwerking tussen Bezuidenhout en het Freiburger Barockorchester. Uit iedere noot blijkt bovendien dat de solist zich volkomen vrij voelt, in de wetenschap dat het ensemble naadloos als het ware 'meeademt'. Daarnaast zijn er vele momenten aan te wijzen dat het zich net andersom voltrekt, dat bijvoorbeeld de excellente houtblazers de toon aangeven en Bezuidenhout slechts invult, of ogenschijnlijk impoviseert.

Wie is 'uitgekeken' op deze concerten kan niet beter doen dan te gaan luisteren naar deze uitvoeringen. Een fascinerender pleidooi lijkt me niet mogelijk, terwijl de opname geen wens onvervuld laat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links