CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2023 |
In Mozarts correspondentie (en hij schreef in zijn korte leven heel wat brieven) kwam het voor zover we weten slechts een enkele keer voor dat hij het orgel ter sprake bracht. In een brief van 18 oktober 1777 aan zijn vader Leopold maakte hij gewag van het orgel als ‘de koning der instrumenten': 'Die orgel ist doch in meinen augen und ohren der könig aller instrumenten.' Wat niet wegneemt dat Mozart relatief weinig composities voor het instrument heeft achtergelaten. Relatief in die zin dat het aantal orgelstukken, met op de voorgrond de zeventien kerk- (of epistel)sonates, binnen de kaders van zijn oeuvre zonder meer bescheiden is, maar wel degelijk - en zeker kwalitatief - meetelt. Dat ze desondanks zo weinig worden uitgevoerd laat zich door de muzikale kwaliteit ervan dus niet goed navoelen, maar wel blijken ze om de een of andere reden lastig inpasbaar in concertprogramma's. Dat geldt dan met name voor de kerksonates, waarvan er geen een de tijdsduur van vijf minuten overschrijdt. De kerksonates omspannen een niet al te groot tijdvak: de eerste stammen uit 1772 (Salzburg), de laatste uit 1780, kort voordat hij definitief naar Wenen zou verhuizen. Op dit album zijn niet alle kerksonates present, al zijn het er altijd nog veertien die ten tonele worden gevoerd. Het was overigens, zeker gezien de tegenwoordig behoorlijk opgerekte speelduur van de cd, geen enkel beletsel geweest om de resterende drie sonates eveneens op deze cd een plekje te gunnen, maar natuurlijk is met een totale speelduur van bijna 75 minuten het muzikale glas beduidend meer dan halfvol, al is het dan niet tot de rand gevuld. Het driedelige KV 594 componeerde Mozart rond maart 1791 op verzoek van ene Johann Müller, die in de Weense Himmelpfortgasse een kunstgalerij dreef en daar een tentoonstelling had opgetuigd met memorabilia van de in juli 1790 overleden veldmaarschalk Gideon von Laudon, alom beschouwd als een ware held van de Turkse Oorlog. Müller daarentegen stond eerder bekend als graaf Joseph Nepomuk Deym von Strzitez, maar was genoodzaakt zich een nieuwe naam aan te meten na een bij wet verboden duel in het garnizoen waar hij gelegerd was. Dan KV 608, de tweedelige Fantasie (of 'Orgelstück für eine Uhr') in f, die ook in Busoni's bewerking voor pianoduet bekend staat. Ook dit werk componeerde Mozart in opdracht van Müller. Het openingsdeel is geschreven in de typische stijl van de Franse Ouverture (ook Bach excelleerde erin), uitmondend in een van de meest kolossale fuga's die Mozart ooit schreef. Het tweede deel, een lyrisch getoonzet Andante, opent vervolgens de weg naar het begin van het werk, waarna opnieuw de fuga haar opwachting maakt, maar nu tevens voorzien van een zich fraai in het gehoor nestelende tegenstem. Het indrukwekkende slot wordt voorbereid met een meesterlijk ontworpen coda, voorafgegaan door de beginmaten van het openings-Allegro. Ook het stuk waarmee deze cd wordt afgesloten, het Andante in F, KV 616, gecomponeerd in mei 1791, lijkt rechtstreeks verband te houden met de door Müller georganiseerde herdenkingstentoonstelling. Het is in al zijn eenvoud van een dusdanig ontwapenende schoonheid dat het de luisteraar wel in het muzikale hart moet treffen. Zoals het ook een stuk is die niet ver afstaat van de typische vrijmetselaarsmuziek die Mozart in zijn laatste levensjaar schreef, met uiteraard als belangrijkste voorbeeld daarvan Die Zauberflöte. Nog even terug naar de kerksonates, waarvan we helaas niet weten of Mozart die voor zichzelf had bestemd, maar wel dat hij gemakkelijk in staat moet zijn geweest ze te spelen. Evenmin is helder of en zo ja in hoeverre er toentertijd behoudens het orgel nog andere instrumenten aan te pas kwamen (wat overigens gemakkelijk had gekund, mits de desbetreffende musicus of musici daarvoor, afhankelijk van de gelegenheid, beschikbaar was of waren). Hoe het ook zij, op deze nieuwe uitgave maken we tevens kennis met twee violen en fagot, misschien meer muzikaal dan historisch verdedigbaar, maar wie er niet overheen kan stappen, mist de exquise instrumentale mengkleuren die garant staan voor een extra bijzonder luisteravontuur, voorts nog versterkt door het uitstekende en inspirerende spel van deze vier musici. In het boekje zijn de drie gebruikte orgels in detail vermeld, wat niet alleen de orgelliefhebbers zal aanspreken: dergelijke informatie, hoewel meestal toch wel op het internet te vinden, doet er echt toe. De opnamen, onder meer gemaakt in de imposante Margaretakyrkan in Oslo, een ware toeristische trekpleister, zijn bijzonder goed geslaagd. index |
|