CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2005

 

Mozart: Symfonie nr. 35 in D, KV 385 (Haffner) - nr. 36 in C, KV 425 (Linzer).

Prague Philharmonia o.l.v. Jirí Belohlávek.

Harmonia Mundi HMC 901891 • 64' •


Ik heb het inmiddels niet meer bijgehouden, maar het aantal cd-uitgaven van deze beide symfonieën loopt in ieder geval in de tientallen. De vraag is dus of een nieuwkomer daaraan nog iets wezenlijks kan toevoegen. Wat deze beide uitvoeringen onder leiding van Belohlávek betreft, lijkt dat mij niet het geval te zijn. Alle Mozart-symfonieën en zeker die vanaf KV 338 zijn vanuit alle denkbare inzichten uit den treure verkend en zal het niemand moeilijk vallen om in zowel het 'conventionele' als het 'authentieke' uitvoeringsdomein vele kroonjuwelen te vinden.

Wat Belohlávek in KV 385 laat horen is vooral een martiale, gespierde Mozart met slechts een spaarzame glimlach (andante) en een beperkte uitwerking van de expressieve details. De algehele indruk is die van een nuchtere rechtlijnigheid, waarin de cantabele elementen herhaaldelijk ondersneeuwen en oppervlakkigheid niet wordt vermeden.

In de Linzer treffen enige eigenzinnigheden in de frasering (allegro spiritoso), maar het voornaamste bezwaar is toch wel de onderdosering van de zo typisch zangerige melodielijnen in strijkers en blazers. Voor een expressieve frasering wordt eenvoudigweg de tijd niet genomen. Voorbeelden daarvan vinden we al in de vijfde maat (0:17) van het poco adagio, waarin Mozart duidelijk fp voorschrijft, maar die aanwijzing hier gewoon wordt genegeerd. Andere sprekende voorbeelden leveren de maten 9 en 10 (0:34), en 28 t/m 31 (vanaf 1:53). Dat zijn zo van die passages waarbij Bruno Walter placht uit te roepen: "sing out!"

De uitvoeringen houden het midden tussen de voortvarende en zeker niet onbetwiste vertolkingen door Nikolaus Harnoncourt en de conventionelere, maar gedetailleerde aanpak van Karl Böhm. Bij Mozart is de spreekwoordelijke liefde voor het detail essentieel, met een gedoseerde uitlichting van de contrasten tussen licht en donker en de schaduwtinten daartussen, waarbij meestal een maximaal effect wordt bereikt met snel wisselende frasering en dynamiek. Belohlávek komt in dat opzicht helaas tekort.

Een voordeel is dat alle herhalingen worden gerespecteerd en dat de pregnante blazersklank (heel belangrijk in de werken van de rijpere Mozart) fraai gearticuleerd uit de luidsprekers komt. De nagalmtijd van het Praagse Rudolfinum is wat aan de ruime kant, maar dit doet aan het klankbeeld zeker geen afbreuk.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links