CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2017

 

Mendelssohn: Symfonie nr. 1 in c, op. 11 - nr. 3 in a, op. 56 (Schotse)

NDR Radiophilharmonie o.l.v. Andrew Manze

Pentatone PTC 5186 595 • 71' • (sacd)

Opname: januari 2016, Grosser Sendesaal, NDR Landesfunkhaus, Hannover

   

Het heeft er alle schijn van dat de Engelse dirigent Andrew Manze (hij is trouwens ook een excellente violist, getuige onder meer de positieve recensies op onze site) en de NDR Radiophilharmonie met deze twee symfonieën de aftrap hebben gegeven voor een heuse Mendelssohn-cyclus die in ieder geval de vijf symfonieën zal omvatten. Om gelijk maar een mogelijk misverstand weg te werken: Mendelssohn schreef in totaal zeventien symfonieën: vijf voor symfonieorkest en twaalf voor strijkorkest.

Manze, vanaf 2014 chef-dirigent van de NDR Radiophilharmonie, werd in eerste instantie niet alleen bekend als vooraanstaand violist, maar ook als specialist in de Oude Muziek (in 1996 als een van de leiders van The Academy of Ancient Music en van 2003 tot 2007 aan het hoofd van The English Concert, als waardig opvolger van Trevor Pinnock). Evenals eerder Nikolaus Harnoncourt, John Eliot Gardiner en Ton Koopman heeft hij zijn vleugels in de loop der tijd echter ook uitgeslagen naar de traditionele orkesten en heeft hij daar zijn kennis in en ervaring met de historiserende uitvoeringspraktijk ingebracht. Dergelijke kruisbestuivingen leveren doorgaans alleen maar een win-win situatie op voor zowel de dirigent als het orkest. Men leert van elkaar, nietwaar?

Wat te zeggen van Manzes Mendelssohn? Die is uitstekend. Bevlogen, spiritueel, gestoeld op een hecht structureel fundament, met veel aandacht voor het detail zonder daarbij de conceptuele architectuur uit het oog te verliezen (een van zijn sterke punten). Maar het gaat uiteraard ook om sfeer, zoals in de 'Schotse', waarvan Mendelssohn zei dat hij ertoe werd geïnspireerd toen hij in de diepe schemering naar het paleis ging waar koningin Mary had geleefd en had liefgehad. De beneden gelegen kapel was nu dakloos, het terrein overwoekerd met gras en onkruid, met alleen nog het gebroken altaar waar zij tot koningin van Schotland was gekroond. Alles was tot ruïne verworden of vervallen geraakt. 'Ik denk dat ik hier het begin van mijn Schotse symfonie heb gevonden,' schreef de componist. Hij begon eraan in 1829 en voltooide het werk pas in 1842, vrijwel direct gevolgd door de première op 3 maart in het Gewandhaus in Leipzig, onder leiding van Mendelssohn.

De Eerste symfonie uit 1824 (Mendelssohn was toen pas 15!) moet het niet zozeer van sfeertekening als wel van klassiek evenwicht binnen een sterk uitgewerkt 'Sturm und Drang' concept hebben. Er zijn in stilistisch opzicht duidelijke overeenkomsten met Haydn, Mozart en Beethoven. Manze en zijn orkest laten zich ook in dit werk van hun beste kant horen. De forti worden stevig aangezet, met felle syncopen en accenten. Het is echt 'Sturm und Drang' en bewijzen zich de verworvenheden van de 'authentieke' uitvoeringspraktijk! Het Andante is precies wat het moet zijn: beschouwend, lyrisch, met fraai uitgesponnen melodielijnen en een 'touch of bass'. De officiële aanduiding 'Menuet' lijkt misplaatst: evenals in het Menuet van Mozarts KV 550 domineren in de donkere toonsoort van c-klein buitengewoon scherpe ritmische contrasten met het lyrische trio als noodzakelijke adempauze. Het scherzo-karakter is in beide werken wel degelijk evident. De fuga in de finale is onder de handen van Manze een scherp gestoken facet.
Het moet voor de componist een wel heel bijzondere ervaring zijn geweest: de Londense première op 25 mei 1829 met de dan twintigjarige op de bok. De opdracht voor de compositie was gekomen van de Royal Philharmonic Society. De eerste uitvoering van het werk vond plaats op 14 november 1824, maar uitsluitend voor genodigden, ter gelegenheid van de negentiende verjaardag van Mendelssohns zus Fanny. Op 1 februari 1827 volgde dan de uitvoering in het Gewandhaus in Leipzig onder leiding van 'Kapellmeister' Johann Schulz. Of het gelijk een publiek succes was vertelt de geschiedenis niet.
Manze koos niet voor het oorspronkelijk voor de symfonie gecomponeerde Menuet, maar voor het door Mendelssohn georkestreerde Scherzo uit zijn Octet (dat hij bij nader inzien blijkbaar beter vond). Abbado (DG) voegde het georkestreerde Scherzo als extraatje toe. Manze op zijn beurt had het Menuet als 'bonus' kunnen toevoegen.

Hoewel de symfonieën van Mendelssohn al vele malen zijn opgenomen (met name de Derde en de Vierde, de Italiaanse', staan hoog genoteerd), is er best nog wel ruimte voor een nieuwe opname en dan ook nog in 'surround'. Het opnameteam van Polyhymnia heeft voor een bijzonder fraaie omlijsting gezorgd. Een aanwinst!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links