CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2010

 

 

Martin: Golgotha.

Judith Gauthier (sopraan), Marianne Beate Kielland (alt), Adrian Thompson (tenor), Matthijs van de Woerd (bariton), Konstantin Wolff (bas), Cappella Amsterdam, Estonian Philharmonic Chamber Choir, Estonian National Symphony Orchestra o.l.v. Daniel Reuss.

Harmonia Mundi HMC 902056.57 • 95' • (2 cd's)

Société Frank Martin | Frank Martin Stichting


In het voorjaar van 1945 maakte Frank Martin (1890-1974) voor het eerst kennis met Rembrandts grootste en meest dramatische prent: De Drie Kruisen uit 1653. Met zijn afmetingen van 38,50 x 45 cm heeft het de omvang van een klein schilderij. Volgens de toelichting van het Rijksmuseum in Amsterdam stelt de prent het ogenblik voor van Christus' dood aan het kruis op Golgotha. Grote banen fel licht splijten de duisternis, die volgens het evangelie van Lucas over het hele land was gevallen (23: 44-49: 'En het was reeds ongeveer het zesde uur en er kwam duisternis over het gehele land tot het negende uur, want de zon werd verduisterd. En het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor. En Jezus riep met luider stem: Vader, in Uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. Toen de hoofdman zag, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig! En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug, toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst. Al zijn bekenden nu stonden van verre, ook vrouwen, die Hem van Galilea gevolgd waren en dit aanzagen'). Dit licht concentreert de aandacht op Christus en de twee moordenaars die tegelijkertijd werden gekruisigd, en met hen tevens op de naaste omstanders. Rembrandt heeft verschillende versies van deze prent gemaakt. Hieronder is een afdruk afgebeeld van de derde staat (een prent komt meestal in verschillende stadia tot stand. De eerste afdruk van een prent in wording heet de eerste 'staat'. Als de voorstelling of de tekst op een koperplaat worden veranderd en opnieuw worden afgedrukt, is een nieuwe staat ontstaan. Vaak bestaan er verschillende staten van een prent).

Rembrandt: De Drie Kruisen (1653). Droge naald en burijn. Afmetingen 38,5 x 45 cm. Rijksmuseum, Amsterdam.
Klik hier voor een vergrote versie.

Het is deze dramatische voorstelling die de voornaamste inspiratiebron vormde voor Martins oratorium Golgotha, het enige belangrijke werk van Martin dat zonder opdracht werd gecomponeerd:

"Depuis que j'avais vu ces eaux-fortes, j'étais positivement hanté par l'idée de réaliser, selon mes moyens, une image de la Passion. J'aurais voulu pouvoir concentrer tout ce drame, terrible et magnifique, dans une œvre très brève, comme Rembrandt l'avait fait dans son modeste petit rectangle de papier. Bien vite, pourtant, je compris qu'une œvre musicale a d'autres exigences qu'une gravure, ou même qu'une poème. Force me fut bien d'en venir à l'idée d'un oratorio qui, par ses dimensions mêmes, puisse créer le cadre et l'atmosphère nécessaires à l'expression d'un tel sujet."

 
  Frank en Maria Martin in 1945
   

Martin schreef zijn Golgotha tussen 1945 en 1948. Het eerste deel voltooide hij nog in Zwitserland, waarna hij, eenmaal in Nederland, in januari 1947 aan het tweede deel begon. In de herfst van dat jaar was het oratorium vrijwel voltooid, op het slotkoor na. In mei 1948 voelde Frank Martin dat het rijp was en ontstond het in enkele dagen.

Hij had graag een zo gecondenseerd, compact mogelijk werk gecomponeerd, precies zoals Rembrandt dat in 1653 op zijn wijze op dat kleine stukje papier had gedaan, maar hij realiseerde zich gaandeweg dat een muziekwerk nu eenmaal andere eisen stelde. Wat wel was gebleven was zijn verlangen om met zijn eigen muzikale middelen het beeld van het lijdensverhaal te schilderen. Dat dit dan in de vorm van een oratorium diende te worden gegoten lag voor de hand, want voor hem was dit het meest geschikte medium om de uitzonderlijke dimensies van het lijdensverhaal weer te geven. Daarbij zag deze grote Zwitser, die met zijn collega's Arthur Honegger en Othmar Schoeck de componerende fine fleur van zijn land vormde, zich natuurlijk meteen geconfronteerd met de alles overheersende slagschaduwen van Johann Sebastian Bachs grote passiemuzieken. Voor hem gold "Bach gisteren, vandaag en voor altijd." En:

"Tout semblait devoir me l'interdire; tout d'abord le véritable culte que j'avais voué depuis mon enfance (et que je voue encore) à la Passion selon saint Matthieu de Jean-Sébastien Bach, mais plus encore peut-être le fait de me sentir indigne, profondément indigne, de traiter un pareil sujet."

Ik tekende iets soortgelijks op uit de mond van James MacMillan, de componist van onder meer de St. John Passion, maar ook van Sofia Goebaidoelina (Johannes-Passion/Johannes-Ostern) en Calliope Tsoupaki (St. Luke's Passion). Het is meer dan alleen maar al die melodieën en harmonieën uit het hoofd bannen die daar zo deksels vast verankerd vastzitten. Voor Martin gold bovendien dat hij innerlijk moest opboksen tegen de cultus rond Bachs passies zoals hij die al als kind had beleefd en die in de loop der tijd uitgroeide tot een soort bijna heilige wijding, die dusdanig deel uitmaakte van zijn religieuze en muzikale bewustzijn dat hij zich ernstig afvroeg of hij wel rijp was om het lijdensverhaal op muziek te zetten. Niet minder van belang was de vraag die hij zich herhaaldelijk zelf stelde: was een dergelijke compositie niet hovaardig jegens de Schepper? Hij besloot om zich enige dagen terug te trekken in het rustige wijndorpje Chexbres om erover na te denken. Toen hij na vijf dagen terugkeerde wist hij het, of beter gezegd, voelde hij het: de innerlijke drang om het werk te componeren bleek onweerstaanbaar. Daarin zou hij de stap zetting van de overwinning van het licht over de duisternis. Vergeleken met Bachs passiemuzieken was dit een volkomen andere oriëntatie: waar de Johannes- en Matthäus-Passion eindigen met de treurnis op Goede Vrijdag, staat het slot van Martins Golgotha geheel in het teken van de Opstanding: La Résurrection. Soli en koor zetten in op de tekst uit 1 Cor. 15:55: 'O Dood! Waar is je angel? O Hel! Waar is je overwinning?' Het is alsof Rembrandts stralende licht ook afstraalt op de hymnische apotheose van Golgotha. Na het slotakkoord blijft de bijna oogverblindende gloed nog lang nazinderen. Het valt nauwelijks voor te stellen dat de componist in eerste aanleg het idee had opgevat om het grootse werk uitgerekend daarmee te beginnen. Hij was zo in de ban geraakt van de overwinning van het licht over de duisternis dat hij daarmee al gelijk de toon wilde zetten. Maar allengs werd het hem duidelijk dat dit niet de juiste weg zou zijn.

Als Bach bij wijze van spreken toch over Martins schouder heeft meegekeken, dan horen we dat in ieder geval terug in sommige fragmenten van Golgotha. Aan het begin ervan spelen de strijkers toch duidelijk het leidmotief van het Crucifixus uit de Hohe Messe en klinkt de koorinzet op ‘Père’ toch wel opvallend naar ‘Herr’ in het openingskoor van de Johanness-Passion. Toeval? Het valt nauwelijks aan te nemen.

Bachs passies maakten naar vorm en inhoud deel uit van de kerkdiensten in Leipzig en richtten zich rechtstreeks op de geloofsgemeenschap. Martins Golgotha daarentegen mist die zo duidelijke verbondenheid en schuift eerder in de richting van de bijbelse meditatie dan naar geloofsdogmatiek. Dat blijkt onder meer uit de overdenkingen van kerkvader Augustinus, die Martin inlastte: de meditaties V, VI, VII, XV, XVIII en XLI, naast X uit diens Confessiones (Bekentenissen). Martins credo luidde: "Présenter l'événement en lui-même, laissant l'auditeur en tirer la leçon." De gebeurtenissen muzikaal presenteren en dan vervolgens de toehoorder zijn eigen conclusies laten trekken, daar ging het hem om. In tegenstelling tot de baroktraditie komen de nevenhandelingen zoals de verloochening van Jezus door Petrus nauwelijks aan bod. Het past in Martins compacte schrijfstijl, waarbij de nadruk juist komt te liggen op de veelal contrapuntisch en uiterst transparant uitgewerkte, lyrische commentaren die weliswaar een vrijwel soortgelijke functie vervullen als de aria's en koralen in de barokpassies, maar waarbij de focussering bij Martin aanmerkelijk scherper is. Voor het beschouwende element putte Martin uit de meditaties en bekentenissen van Augustinus van Hippo. Naarmate het stuk vordert nemen die een steeds grotere plaats in het geheel in. Het lijkt een min of meer ideaal concept: enerzijds de handeling en anderzijds het commentaar daarop in de vorm van contemplatieve beschouwing, die verdere verdieping brengt.

 
  Frank Martin voor de kust van IJsland in 1966

Het zal duidelijk zijn dat een uitvoering alleen kan slagen als Martins algehele concept zowel wordt begrepen als belééfd. Met name het aspect van het dwangmatige karakter (en dus niet het verrassingselement) van de door de componist meesterlijk geschilderde gebeurtenissen moet in de vertolking voortdurend doorklinken. De berusting treedt in de plaats van de verbijstering. Het is de toeschouwer die het drama hulpeloos moet aanzien en zich erbij neerlegt. Het beklemmende karakter van Martins Golgotha moet bij wijze van spreken in iedere maat doorklinken. Dat gebeurt hier ook, in deze ronduit opzienbare uitvoering, waarin alles bijna vanzelfsprekend op zijn plaats valt en waarin het pulserende karakter van het lijdensverhaal in zowel dramatisch als contemplatief opzicht in zijn ware kern wordt getroffen. Hier ontstaat een werkelijk fenomenale synthese tussen het zegbare, het verhalende en het becommentariërende, en het onzegbare, die in termen van structuur en proportie meesterlijk is vormgegeven. Voeg daarbij dan de muzikaal en technisch optimaal presterende solisten, de beide koren en het orkest en het zal duidelijk zijn dat we te maken hebben met een topuitvoering van Frank Martins Golgotha.

In dit verband wees de weduwe van Frank Martin, Maria Martin, mij er onlangs op dat er nog een andere, naar haar oordeel schitterende uitvoering van het werk bestaat, die de door haar opgerichte Frank Martin Stichting (klik hier) heeft uitgebracht, maar helaas momenteel niet meer verkrijgbaar is. Het betreft een opname uit 1968 onder leiding van Robert Faller, onder het toeziend oog van de componist zelf.

En deze nieuwe opname? Die werd in april 2009 gemaakt in het concertgebouw van Tallinn in Estland, en zet de kroon op dit meesterwerk. Kortom, niets dan lof. In het zeer goed verzorgde boekje is tevens een fraaie afbeelding van Rembrandts De Drie Kruisen opgenomen. Wel een puntje van kritiek: op de achterkant van het doosje wordt ten onrechte vermeld dat Martin het oratorium componeerde tussen 1945 en 1958. Dat moet uiteraard 1948 zijn.

_____________________________
Bronnen:
- Frank Martin, Un compositeur médite sur son art. Neuchâtel, Les Éditions de la Baconnière, 1977.
- À propos de... Commentaires de Frank Martin sur ses œvres, Neuchâtel, Les Éditions de la Baconnière, 1984.
- Maria Martin, Souvenirs de ma vie avec Frank Martin, Lausanne, 1990
.
- Maria Martin, Treasured Memories, My Life with Frank Martin, Gooibergpers Bussum, 2009.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links