![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2004
|
Love & LamentMonteverdi: Lamento della Ninfa. Frescobaldi: Toccata 2a in F. Mazzocchi: Lamento di David. Kapsberger: Toccata settima. Ciaia: uit Sacri modulatus: Lamentatio Virginis in dispositione Filii de cruce. Rossi: Settima toccata. Carissimi: Historia de Jephte. Nederlandse Bachvereniging, Ensemble Cappella Figuralis o.l.v. Jos van Veldhoven. Channel Classics CCS SA 17002 • 74' • (sacd) Wat valt er toch nog steeds veel te (her)ontdekken en wat een groot plezier kan er niet worden ontleend aan zo'n smaakvol samengesteld en zeer boeiend programma als dit dat bovendien zowel qua uitvoering als qua opname vrijwel geen wens onvervuld laat en daarom ook internationaal hoge ogen moet gooien! Deze uitgave bewijst weer eens in de best denkbare termen dat ook het Italiaanse madrigaalrepertoire uit de zeventiende eeuw bij Jos van Veldhoven en de zijnen in zeer goede handen is. Maar ook in de instrumentale tussenspelen, zoals de toccata's van Frescobaldi (klavecimbel), Kapsberger (luit) en Rossi (orgel), is sprake van verfijnd musiceren en een werkelijk prachtige klank. Heel bijzonder zijn ook de dramatische scènes waarin de sonore, als het ware commentariërende koorstemmen worden afgewisseld door de sublieme treurzang van de sopraan Johannette Zomers, zoals in het korte openingswerk, het slechts bijna zes minuten durende Lamento della Ninfa (achtste madrigaalboek uit 1638 met de veelzeggende titel Madrigali guerrieri et amorosi) van Monteverdi, waarin de gedurfde modulaties in de rappresentativo stijl u wellicht zal verbazen. Domenico Mazzochi's Lamento di David (1664) vindt zijn wortels in de boodschap aan David over de dood van Saul en diens zoon Jonathas aan het begin van het Tweede Boek van Samuel. De twee vierstemmige koren vertegenwoordigen de mannen (twee tenoren, twee bassen) en de vrouwen (drie sopranen en een alt). In het cd-boekje wordt ook terecht opgemerkt dat Mazzochi's dialoogstijl verwant is aan die van zijn stadgenoot Carissimi. Allessandro Della Ciaia is vertegenwoordigd met zijn Klacht van de maagd (Maria) bij de kruisafname van haar Zoon (1666). Het werkelijk hemels klinkende achtstemmige engelen(dubbel)koor contrasteert indrukwekkend met de even hemels zingende Zomer die haar partij glanzend inkleurt en doseert en in het plange coelum, plange terra een werkelijk subliem beeld van diepe smart en weemoed om het verlorene oproept dat niet nalaat zeer diepe indruk te maken. Carrisimi's Historia de Jephte (Rome, 1650) geldt als een van de meest imposante werken in de polyfone lamento stijl met als hoogtepunt het ingenieuze zesstemmige slotkoor Plorate filii Israel, in polyfone lamento stijl dat ook Händel later tot voorbeeld heeft gediend. Jephte is gebaseerd op het verhaal van Jephta (fraai vertolkt door de bas Mattijs Verwoerd) naar Richteren 11 die God plechtig belooft dat de eerste persoon die hij bij zijn thuiskomt zal aantreffen, zal offeren, mits hij erin slaagt om de slag tegen de Ammonieten te winnen. Dat lukt hem, maar die eerste persoon bij thuiskomst is zijn dochter (filia) en enig kind, die zich in het onvermijdelijke schikt. De sopraan Anne Grimm beweent in grote stijl haar noodlot in het hartverscheurende Plorate colles. De echo-effecten (zetting voor twee sopranen) gaan door merg en been. De zeer goed geslaagde opname (Waalse Kerk, Amsterdam) zet dit alles in het best denkbare licht. Hulde ook voor een witte raaf: het cd-boekje bevat ook een Nederlandstalige toelichting die bovendien gedegen en verhelderend is. Dit is al met al een belangwekkende uitgave die niet warm genoeg kan worden aanbevolen. index |