CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2019 |
Pietro Antonio Locatelli (1695-1764) heeft zich, nadat hij zich had weten te ontworstelen aan de invloed van zijn leermeester Arcangelo Corelli, al snel ontwikkeld tot een van de belangrijke wegbereiders van de voorklassieke naar de vroegklassieke periode. Het was Locatelli die voor het eerst in de muziekgeschiedenis de ornamentatie volledig uitschreef en de eerste stappen zette die leidden naar de doorwerking van het geëxposeerde thematische materiaal en zich aldus profileerde als de voorloper van de door Joseph Haydn verder ontwikkelde sonatevorm. Maar Locatelli zag er evenmin tegenop om verrassende uitstapjes te maken naar bepaald niet voor de hand liggende toonsoorten (zijn opus 3, 'L'Arte del Violino' ofwel de kunst van het vioolspel is er een goed voorbeeld van), zoals hij ook het virtuoze vuurwerk tot een van zijn handelsmerken maakte. Locatelli stamde uit het Italiaanse Bergamo (hij werd er op 3 september 1695 geboren) en overleed in Amsterdam op 30 maart 1764, nadat hij zich daar reeds in 1729 (volgens andere bronnen was het nog eerder, in 1721) definitief had gevestigd. In die zin was hij een béétje Nederlands. Vanuit Amsterdam reisde hij met zijn virtuoze vioolspel (hij was met recht de belangrijkste voorloper van de beroemdste duivelskunstenaar op de viool, Nicolò Paganini) half Europa rond, waarbij hij uiteraard veelal zijn eigen composities uitvoerde. Locatelli zal veel bewondering hebben afgedwongen als de violist die als geen ander op twee snaren tegelijk kon spelen, wat misschien doet vermoeden dat hij vooral uit was op virtuositeit. Wellicht was dat toen ook zo, maar zijn composities ademen, hoe virtuoos ze ook zijn, wel degelijk een weldadige ernst en zelfs contemplatie uit, mogelijk bedoeld als lyrisch contrast met die technische behendigheid. Waarom koos Locatelli eigenlijk voor Amsterdam? Er was daar geen hof dat hem emplooi kon verschaffen, geen notabelen die hem financieel onder hun hoede wilden nemen en van leerlingen en publieke optredens is niets bekend. Wel was hij te horen in besloten concerten zoals die toen door de 'hogere kringen' werden georganiseerd, waarbij hij er overigens wel voor zorgde dat zijn mogelijke concurrenten ver uit de buurt bleven: geen collega's als pottenkijkers die zijn kunstjes zouden kunnen afkijken en misschien zelf wel toepassen! Die geheimzinnigheid gaf bij sommigen voedsel aan de gedachte dat Locatelli helemaal niet zo'n virtuoos was als hij deed voorkomen. We weten het niet. Het enige wapenfeit dat in dit verband wel onomstotelijk vaststaat is dat zijn opus 3 door vrijwel geen tijdgenoot uitvoerbaar moet zijn geweest. Afgezien van zijn concertreizen was het de verkoop van boeken en (ook eigen) bladmuziek die hem financieel stevig op de been hield. Alles bij elkaar moet dat hem geen windeieren hebben gelegd, want hij was ook een verwoed verzamelaar van (veelal kostbare) kunstboeken. Dat blijkt tenminste uit de indrukwekkende bibliotheek die hij naliet. Hij overleed in Amsterdam op 30 maart 1764. Deze cd van het Franse ensemble Le Concert Idéal, dat wordt geleid door Marianne Piketty, onderstreept naast het virtuoze het theatrale karakter van de muziek van Locatteli (Il Pianto d'Arianna), wat dan weer naadloos aansluit bij Arianna van Alex Nante (Buenos Aires, 1992). Nante is een eigentijdse componist die wereldwijd in de belangstelling staat. Hij krijgt veel compositieopdrachten en niet bepaald van de minste, waaronder de klinkende namen van het Quatuor Diotima, Ensemble Musikfabrik en het Hongaars omroeporkest. Maar ook de Hongaarse componist en dirigent Peter Eötvös heeft Nante hoog op zijn lijstje staan. Arianna is een Italiaanse meisjesnaam, feitelijk een variant van de bekende Griekse Ariadne ('heilige', 'bedeesde', 'eerbiedwaardige'). Zij is een belangrijke mythologische figuur uit de Grieke en Romeinse Oudheid, deze dochter van koning Minos van Kreta en koningin Pasiphaë. De naam van Ariadne, de godin van de passie, is het equivalent van de Romeinse Ariana. Wie kent haar geschiedenis niet, al is het alleen maar dankzij Ariadne auf Naxos, de opera van Richard Strauss. De beroemde brief van Ariadne, zoals die is opgenomen in Heroides van Ovidius heeft naast haar 'arioso dolente' in het gedicht van Catullus ongetwijfeld geleid tot haar popularisering in vooral de Europese muziek vanaf de Renaissance. Daarom alleen al is het extra jammer dat van Monteverdi's aan het lot van Arianna gewijde opera alleen het bekende Lamento is overgeleverd. Merkwaardig genoeg 'werkt het', de combinatie Locatelli-Nante, hoezeer hun muziek ook verschilt. Het idee om een programma samen te stellen rond deze concerti grossi en waarin alle musici van het ensemble ruimschoots aan bod kwamen, heeft hier duidelijk zijn vruchten afgeworpen. De muziek van Nante figureert daarbij zowel in dialoogvorm als fungeert het als tussenspel en dat levert precies datgene op dat de maker mogelijk heeft nagestreefd: de 'goûts réunis' ofwel de gemengde stijl zoals die in het muzikale achttiende-eeuwse Europa gangbaar was. Marianne Piketty laat met haar energieke, pittig musicerende Le Concert Idéal horen tot welke bijzonder fraaie resultaten dit kan leiden. index |
|