CD-recensie
© Aart van der Wal
|
Locatelli: 6 Triosonates, op. 5 (nr. 1 in G - nr. 2 in e - nr. 3 in E - nr. 4 in C - nr. 5 in d - nr. 6 in G) . Musica ad Rhenum: Jed Wentz, Marion Moonen (fluit), Norbert Kunst (fagot), Manfred Kraemer (viool), Balász Máté (cello), Marcelo Bussi en Ulrike Wild (klavecimbel). Vanguard Classics 99087 • 65' • Locatelli (1695-1764) mag, nadat hij zich grotendeels aan de invloed van leermeester Corelli eenmaal had ontworsteld, best als een van de belangrijke wegbereiders van de voor-klassieke naar de vroeg-klassieke periode worden gezien. Zo was het Locatelli die de voor het eerst de versieringen volledig uitschreef, met een heuse 'doorwerking' de eerste stappen zette op de weg naar Haydn en violisten in o.a. De Kunst van de Viool, op. 3 tot halsbrekende toeren in voor die tijd 'vreemde' toonsoorten dwong. Ook Paganini heeft dus veel aan Locatelli te danken! Musica ad Rhenum koos voor de bezetting met 2 fluiten (i.p.v. twee violen) en biedt naast gaaf spel en een perfecte ensemble-techniek de juiste dosis spirituele en buitelende levenskracht in de snelle en fraaie expressiviteit in de bezonken langzame delen. Virtuositeit is er ook volop, maar wordt nooit doel op zich. Een bijzondere verdienste is dat hun sprankelende aanpak de monotonie ver buiten de deur houdt, zonder dat toevlucht tot gekunseldheid en opgelegd pandoer hoeft te worden gezocht: nergens wordt het er te dik opgelegd. Proef maar eens van het slotallegro in nr. 2, de pastorale in nr. 5 en de gavotte in nr. 6 ! De opname is goed gedifferentieerd en brengt alle details van de instrumentale combinaties met werkelijkheidszin tot leven: o.a. de heerlijk knorrende fagot en cello, de zilveren klank van de beide klavecimbels en de niet opdringerige maar wel helder articulerende fluiten zorgen in deze puur authentieke regionen voor een pakkend en pregnant klankfestijn. Het slot van het menuet in nr. 6 eindigt overigens wel èrg abrupt, zonder akoestische 'uitloop'. index |