![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2010
|
||||||
Lindberg: Graffiti (2009) - Seht die Sonne (2007). Helsinki Chamber Choir (koorrepetitor Nils Schweckendiek), Finnish Radio Symphony Orchestra o.l.v. Sakari Oramo. Ondine ODE 1157-2 • 58' •
De Finse componist Magnus Lindberg (1958) heeft een lange ontwikkeling doorgemaakt die vanaf het einde van de jaren tachtig naar mijn smaak de meeste vruchten ging afwerpen. Hijzelf omschreef die als het verschil tussen het houwen van steen en het boetseren met klei. Inderdaad, het monolithische en weerbarstige, zo niet het ontoegankelijke en ongenaakbare serialisme maakte - met de musique concrète als tussenstap - uiteindelijk plaats voor zeer gevarieerde kleurschakeringen in de orkestrale textuur die Lindbergs nieuwe 'toontaal' in hoge mate zouden gaan vormen. Vanaf het begin van de jaren negentig werd - ondanks de invloeden van het minimalisme, Boulez, Stravinsky en Murail - Lindbergs eclectische stijl bepalend voor zijn verdere componeren. Zijn grote symfonische werk Aura uit 1994 is daarvan een van de meest aansprekende voorbeelden. Het werk dat hem waarschijnlijk wereldwijd de meeste roem heeft gebracht is zijn uiterst kleurrijke en buitengewoon virtuoze Klarinetconcert dat op 19 april 2008 tijdens de ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw zijn Nederlandse première beleefde en waarmee de Finse klarinettist Kari Kriikku bijna alle continenten aandeed en daarmee stormen van enthousiasme losmaakte. Hij nam het werk voor het Ondine-label tevens op, eveneens met Sakari Oramo op de bok.
Lindberg beschouwde Aura feitelijk als zijn Eerste symfonie, en Seht die Sonne als zijn Tweede, maar hij voegde er wel haastig aan toe dat hij voor het symfonische idioom niet veel belangstelling kon opbrengen. Dat blijkt ook wel uit beide werken, die geen strikte symfonische vorm kennen en eigenlijk veel meer een rapsodisch karakter hebben. Dat wordt nog versterkt door de sterk wisselende tempi en het ontbreken van een organische thematische opbouw. Een kort motief in de openingsfrase van het koper domineert het gehele werk. De titel is een rechtstreekse verwijzing naar het slotkoor van Arnold Schönbergs Gurre-Lieder:
We horen Schönbergs laatromantische 'Naturlaut' terug in Lindbergs Seht die Sonne, waarin net zo verbeeldingsvol de natuurlijke eb en vloed in het minutieus uitgewerkte orkestrale palet bruist en kolkt. Hier is de vakman aan het werk die het compositorische handwerk volkomen beheerst en daaraan golven van inspiratie en creativiteit nog eens toevoegt. De contrasten mogen er zijn, van het voluptueuze en donkere van het grote orkest naar de bijna doorzichtige transparantie in geraffineerd uitgewerkte kamermuziekstijl. Een groots slot zet de kroon op dit grootse werk. Graffiti is geschreven voor kamerkoor en orkest op basis van teksten die waren aangetroffen op de restanten van muren van woningen en gebouwen in Pompeii. Die tekstfragmenten fascineerden Lindberg, want de kreten, beledigingen, spreuken, aanprijzingen, filosofische beschouwingen en beschrijvingen van de liefdesdaad vormden immers de feitelijke weerslag van het toenmalige leven in de stad, waar een enorme lavastroom op 23 augustus 79 ieder leven op gruwelijke wijze smoorde. Het was uitgerekend op de dag van Vulcanalia, het feest van de vuurgod. Lindberg gebruikte de oorspronkelijke Latijnse teksten en bewees daarmee dat Stravinsky gelijk had, toen die zei dat het Latijn niet dood was, maar 'gemonumentaliseerd'. De muziek is als fresco van het leven in de stad net zo caleidoscopisch, afwisselend spectaculair, contemplatief, schreeuwend, losbandig, spontaan, stuurs, volkomen vrij stromend of bijna aarzelend. Het slot is bijzonder indrukwekkend en eindigt even abrupt als het leven in Pompeii. Dankzij de sublieme uitvoering en de al even prachtige opname (Helsinki, 2008/09) is deze cd een aanwinst van jewelste die weer eens duidelijk maakt hoezeer de eigentijdse serieuze muziek fascinerende verkenningstochten kan opleveren, met al even fascinerende uitkomsten. Waarbij dan nog komt dat het onwaarschijnlijk is dat dergelijke muziek in de vaderlandse concertzalen regelmatig of überhaupt op de programma's prijkt. Tegenwoordig mogen we ons gelukkig prijzen dat de ZaterdagMatinee nog bereid is om met inventieve en progressieve programma's de nek uit te steken. Elders domineren nu eenmaal de 'gouden meesterwerken' die gegarandeerd wèl een volle(re) zaal opleveren. Het is dus maar goed dat de cd - zoals deze - uitkomst biedt! index |
||||||