CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Les Siècles Live - György Ligeti

Ligeti: 6 Bagatellen (1953) - Kammerkonzert (1970)* - Tien stukken voor blaaskwintet (1968)

Marion Ralincourt (fluit), Hélène Mourot (hobo), Christian Laborie (klarinet), Michaël Rolland (fagot), Pierre Rougerie (hoorn), Les Siècles* o.l.v. François-Xavier Roth

Live-opname: 12-14 april 2016, La Chapelle du Méjan, Arles en La Cité de la Musique de Soissons (F)

Musicales Actes Sud • 45' •

   

In 1968 werd György Ligeti vrijwel van de ene op de andere dag wereldwijd bekend door de film 'A Space Odyssey' van Stanley Kubrick. Twee stukken van Ligeti kregen daarin een prominente plaats: het a capella gezongen 'Lux aeterna' en het orkestwerk 'Atmosphères'. Maar gek genoeg wekte dat niet de belangstelling van de platenmaatschappijen. Alleen het Duitse label Wergo was in dit opzicht een constante factor, trouw aan het werk van Ligeti. Andere labels brachten incidenteel wel muziek van hem uit, maar enige lijn viel daarin niet te ontdekken.
Toegegeven, het is ook een lastig oeuvre. En zeker als we nog niet eens zover zijn dat we de muziek van de Tweede Weense School als 'ingeburgerd klassiek' bestempelen. Dat de muziek van Bartók in dit opzicht beduidend beter vaart mag enigszins een troost zijn, maar dan wel met de kanttekening dat dit vooral geldt voor zijn 'gemakkelijker in het gehoor liggende' stukken.

De Hongaar György Ligeti (1923-2006) hield het in 1956 in zijn geboorteland voor gezien. De Hongaarse Opstand deed hem naar de Bondsrepubliek vluchten, waar hij zijn creatieve werk ongestoord kon voortzetten. Tot een stijlbreuk tussen het 'Hongaarse' en het 'Westerse' heeft dat overigens niet geleid.
Zijn zes bagatellen voor blaaskwintet (fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn) componeerde Ligeti nog 'thuis', in 1953 en is met een speelduur van nog geen twaalf minuten 'typisch Ligeti': bondig en scherp geformuleerd, helder geïnstrumenteerd en alles gegoten in een sterk gecondenseerde vorm. Het vierde deel, Presto ruvido, neemt net nog geen minuut in beslag, maar had even gemakkelijk tot een waar perpetuum mobile kunnen uitgroeien. Het daarop volgende, somber gekleurde Adagio mesto is een prachtige hommage aan Béla Bartók. De daarmee sterk contrasterende capricieuze finale klinkt als een nukkige feestpotpourri. Kort van stof is ook het 'Kammerkonzert' uit 1970, waarvan de vier deeltjes zijn opgedragen aan respectievelijk Maedi Wood, Traude en Friedrich Cerha, en Walter Schmieding.
De cd wordt afgesloten met de burleske tien stukken voor blaaskwintet (wederom fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn). Ze tonen ons Ligeti weer op zijn best, een waar miniatuurconcert waarin ieder brisant of virtuoos deel wordt afgewisseld door zijn zich in rustig vaarwater bewegende pendant. Wat het stuk extra fascinerend maakt zijn de grote instrumentale contrasten en het voortdurend wisseling van tessitura; en dan ook nog op de meest onverwachte momenten.

Wat me vaak opvalt is dat musici die zich bezighouden met de moderne of eigentijdse muziek dat niet alleen interpretatief met hart en ziel doen, maar ook zorgen voor een subliem klankbeeld. Dat vinden we hier ook weer terug, zowel bij de solisten als bij het Les Siècles ensemble, dat zich al eerder bewees en dat wordt geleid door François-Xavier Roth, wat mij betreft de Hans Rosbaud van de eigentijdse muziek. Een schitterende cd, mede dankzij de bijzonder geslaagde opname die kristallen helderheid paart aan warme gloed. En dan te bedenken dat dit live-opnamen zijn!
Wel een klein foutje: op de rug van de cd-cover staat 'Ligetti' vermeld. Een 't' teveel dus, een spelfout die ik herhaaldelijk tegenkom. De speelduur is met driekwartier wel erg karig uitgevallen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links