CD-recensie
© Aart van der Wal, april 1997
Kreutzer: Die Sehnsucht - Frühlingsglaube - Scheiden und Meiden - In der Ferne - Morgenlied - Nachtreise - Lied des Gärtners - Das Tal - Im Herbste - Lied des Gefangenen - Seliger Tod - Die Kapelle - An einer heiteren Morgen - Ruhetal - Der Königssohn - Der Fischer - Das Mühlrad - Wiedersehn - Die Wehmut - Das geliebte Land - Nähe des Geliebten - An den Mond - Die Post - Der Traum - Es war ein König in Thule - Wohin - Perle, Träne und Tautropfen.
Peter Schreier (tenor), Thomas Hans (piano).
Orfeo C374951A • 71' •
Het romantische liedrepertoire is best denkbaar zonder Conradin Kreutzer (1780-1849, niet te verwarren met Rodolphe Kreutzer aan wie Beethoven zijn vioolsonate op. 47 opdroeg), de Duitse romanticus die naast liederen en opera's ook veel kerken kamermuziek componeerde. Als tijdgenoot van o.a. Mendelssohn, Schubert, Schumann en de toen nog prille Wagner was zijn beperkte talent natuurlijk tegen deze groten niet opgewassen, wat neemt niet weg neemt dat de op deze cd verzamelde liederen zeker niet tot de categorie gebruiksmuziek moeten worden gerekend of maar beter terzijde kunnen worden geschoven.
De muzikale beperkingen huizen in de bij regelmaat vrij rudimentaire en vooral rustig voortkabbelende melodieën en de voor de hand liggende harmonieën die de in de dichtregels sluimerende lyriek en dramatische kracht muzikaal niet doen ontwaken. Wat dan uitmondt in een nogal triviaal aandoend geheel: In der Ferne en An den Mond zijn in Schuberts handen wèl en onmiddellijk expressieve juwelen die voorgoed in het geheugen worden gegrifd. Kleine verrassende wendingen, oorspronkelijke modulaties, het wisselende spel tussen licht en donker en het 'verhaal' in de bas: ze liggen Kreutzer niet zo. De vertolkingen van Schreier en Hans dragen er zeker het nodige toe bij om Kreutzers melodieuze omzwervingen extra soortelijk gewicht te geven. Dat de tenor inmiddels de leeftijd der vocale sterken heeft bereikt doet daaraan niets af. Dit is weer liedkunst van een bijzondere klasse.