CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2018

 

Janitsch: Sonata da chiesa in a, op. 7 nr. 2 (voor fluit, viool, altviool en basso continuo) - Sonata da camera in d, op. 3 nr. 14 (voor 2 fluiten, viool en basso continuo) - in Es, op. 6 nr. 35 (voor fluit, viool, altviool en basso continuo) - in g, op. 4 nr. 21 (voor fluit, 2 altviolen en basso continuo) - Ouverture in G (voor dubbelorkest)

Tempesta di Mare (Philadelphia Baroque Orchestra & Chamber Players) o.l.v. Gwyn Roberts en Richard Stone
Chandos CHAN 0820 • 68' •
Opname: maart en mei 2017, Gould Recital Hall, Curtis Institute of Music, Philpadelphia (VS)

 

Wat we van de muziekgeschiedenis weten bereikt ons via het oog (documentatie) en het oor (de muziek). Wat we niet kennen of weten kan er echter wel degelijk zijn of is er geweest. Veel zal eeuwig voor ons verborgen blijven omdat het verloren is gegaan. Wel komt er nog steeds meer boven water, wat we voornamelijk te danken hebben aan ijverige speurders, bibliotheken, archieven, verzamelaars en musicologen. Zij stellen ons, dankzij uiteraard ook de musici, dat we vandaag die wel of niet verloren gewaande muziek kunnen horen zoals die vele eeuwen geleden werd geschreven. Vergeten werk dat is herontdekt, verloren gewaande composities die alsnog werden gevonden. Er is overigens niets muf of duf aan die zoektocht naar dat verre verleden, integendeel.

Vaak was er niet meer dan een individu voor nodig om manuscripten van de ondergang te redden. Neem Carl Friedrich Zelter (1758-1832), tijdgenoot van Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert en directeur van de befaamde Berlijnse Sing-Akademie. Hij was een verwoed verzamelaar van manuscripten en eerste drukken. Na zijn dood liet hij een indrukwekkende collectie na van meer dan tienduizend(!) werken. Dat die verzameling de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan mag een wonder heten: Berlijn was, nadat de Russen de stad in 1945 hadden veroverd, een en al verwoesting, maar de Zelter-collectie was net op tijd naar Silezië overgebracht. Niemand die er vervolgens meer naar omkeek. Sterker nog, pas in 1999 dook de verzameling (de Sara Levy Collectie gedoopt) onverwacht in Kiev op en werd zij in 2001 keurig en ongeschonden aan Duitsland teruggegeven, waar zij voor het publiek en dan met name voor muziekwetenschappers en musici toegankelijk kon worden gemaakt. In de verzameling bevindt zich ook een groot aantal werken van Johann Gottlieb Janitsch (1708-ca. 1763), waaronder deze vier sonates en ouverture voor dubbelorkest (u moet er niet vreemd van opkijken dat er over enige tijd meer werken van Janitsch op cd verschijnen).

Om mogelijke verwarring te voorkomen: Tempesta di Mare en het Philadelphia Baroque Orchestra & Chamber Players vormen een en hetzelfde ensemble dat in wisselende bezetting musiceert, aangevoerd door concertmeester Emlyn Ngai. Het artistieke beleid wordt uitgestippeld door Gwyn Roberts (fluit) en Richard Stone (theorbe). Op de site van het ensemble wordt dit helaas allesbehalve duidelijk uiteengezet.

De naam van Silezië (in 1742 grotendeels door de Pruisen veroverd) viel al eerder: daar werd Janitsch geboren, op 19 juni 1708 in het plaatsje Schweidnitz (Swidnica). Samen met Georg Benda, Johann Gottlieb Graun, Joachim Quantz en Carl Philipp Emanuel Bach behoorde hij tot de toonaangevende componisten en musici die de Pruisische kroonprins en keurvorst van Brandenburg Friedrich in Ruppin en Rheinsberg rond 1730 om zich heen had verzameld. Het daaruit samengestelde kleine ensemble werd later de kern van het Pruisische hoforkest dat Friedrich oprichtte nadat hij in 1740 tot koning van Oost-Pruisen was gekroond (pas vanaf 1772 werd hij koning van geheel Pruisen).
De contrabassist Janitsch was een van die musici. Later verhuisde hij naar Berlijn en Potsdam, waar hij ook veel componeerde. De toonaangevende musicoloog Christoph Henzel rekent Janitsch' muziek tot het 'Berlijnse classicisme', wat het belang en de betekenis ervan alleen nog maar onderstreept, maar niet wegneemt dat het hoge barokgehalte en de meer op harmonie dan op conflict gerichte stof niet bepaald van een grote oorspronkelijkheid getuigt.
Maar oordeelt uzelf aan de hand van deze sonates en de ouverture. Of misschien heeft u dat al eerder gedaan, want vanaf begin jaren negentig is al het een en ander van Janitsch op cd uitgebracht. Aan de uitvoering uit Philadelphia zal het in ieder geval niet liggen, want die overtuigt op alle fronten. Musiceervreugde en technische afwerking gaan hier hand in hand. Ook de Chandos-opname, uitgebracht in de 'Chaconne'-reeks, mag er zijn.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links