CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2022

Haydn: Strijkkwartet in d, op. 42 - in G, op. 77 nr. 1 (Lobkowitz) - in F, op. 77 nr. 2 (Lobkowitz) - in d, op. 103

Takács Quartet: Edward Dusinberre, Harumi Rhodes, Richard O'Neill, Andras Fejér
Hyperion CDA68364 • 73' •
Opname: april 2021, Lone Tree Arts Center, Colorado (VS)

 

Zoals zoveel strijkkwartetten heeft ook het Takács sinds de oprichting in 1975 menige personeelsmutatie meegemaakt. Uitgaande van de situatie van vandaag is alleen nog de cellist, Andras Fejér (1955), bij de oprichting betrokken geweest. De overige drie namen van weleer: de violisten Gábor Takács-Nagy (hij gaf het kwartet zijn naam) en Károly Schranz, en de altisten Roger Tapping en Geraldine Walther, zijn al lang en breed van het toneel verdwenen.

Het is een interessante vraag: of door de personeelswisselingen het klank-, maar ook muzikale karakter van het ensemble zich heeft gewijzigd. En ja, er zijn veranderingen te constateren. Niet in het technische spelniveau (dat is altijd extreem hoog geweest en is dat nog steeds), maar wel in de interpretatie van het notenbeeld. Waar op de keper beschouwd niets mis mee is en ook kan gelden voor ensembles waarvan de leden wel jarenlang bij elkaar zijn gebleven. Inzichten zijn nu eenmaal aan verandering onderhevig en gelukkig maar. Muziekbeoefening is geen stilstaand water; of hoort dat niet te zijn.

Takács Quartet (foto Amanda Tipton)

Áls we verschillende speelstijlen willen vergelijken (en waarom zouden we dat niet willen?) hoeft dit nog niet een zoektocht naar kwaliteitsverschillen te betekenen. Doen we dat wel, dan ontdekken we al vrij snel dat die er in het topsegment niet zijn: anders betekent in dit geval niet beter of slechter, maar precies wat het begrip inhoudt. En áls we willen vergelijken hebben we daarvoor uiteraard alleen de (eens) gemaakte opnamen tot onze beschikking, gemaakt onder die en die omstandigheden (die we meestal niet kennen). Een andere optie is er niet. Waarbij we tevens rekening dienen te houden met niet alleen – meestal bescheiden – wijzigingen in de individuele speelstijl van een bepaald ensemble, maar daarnaast ook met veranderingen die zich in de tijd in het gehele segment voordoen. Het Amadeus Kwartet speelde kort na WWII bepaald anders dan het Busch Kwartet in het interbellum of het Hongaars Strijkkwartet in de tweede helft van de jaren dertig. Speelstijlen veranderen (vibrato, portamento, frasering, enz.) Wát zouden we graag opnamen hebben gehad van het Schuppanzigh Kwartet dat menige première van een Beethoven-kwartet gaf!

Maar waar het vooral om gaat: Het Takács stelt in deze vier kwartetten opnieuw niet teleur. Ook hun Haydn-project getuigt van indrukwekkende rijpheid, de structuur en textuur zijn als om door een ringetje te halen, stemvoering, articulatie, dynamiek en balans zijn eveneens tot in het kleinste detail verzorgd en dit afgewogen spel bovenal vervuld van warm getinte expressie. Technicus Mike Quam zorgde niet voor het eerst in het Lone Tree Arts Center in het Amerikaanse Colorado voor een subliem klankbeeld.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links