CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2019 |
Misschien enigszins tegen de verdrukking in, maar het spel van de Franse pianist Jerome Hantaï heeft mij nooit zo kunnen bekoren. Andere recensenten lopen er wel mee weg, wat uiteraard net zo prima is als dat ik mijn reserves heb. Ook wat betreft dit Mozart- en Haydn-recital. Dat het gekozen instrument daarbij een rol speelt (in dit geval een ongedateerde, maar wel uit de achttiende eeuw stammende fortepiano waarvan de maker onbekend is gebleven, maar die tot in de puntjes lijkt te zijn gerestaureerd door Christopher Clarke, een grote naam op dit gebied) is evident, maar toch. Ik haalde de opname van Mozarts KV 332 door de Portugese pianiste Maria João Pires weer eens uit de kast en kwam in interpretatief opzicht in een compleet andere wereld terecht. Ja, zij speelde op een Steinway, maar so what? Haar vertolking fascineert zowel door de grote poëtische slagkracht die zij daarin demonstreert als door het fenomenaal genuanceerde toucher (alleen al het Adagio uit KV 332 mag wat mij betreft als schoolvoorbeeld dienen). Hiermee vergeleken verbleekt het spel van Hantaï, dat weinig dichterlijk en meer grofmazig dan subtiel is. Dat beeld zet zich in Haydns drie sonates onverbiddelijk voort. De lijnen vloeien te weinig, de frases zijn hoekig en de spiritualiteit ontbreekt. Ook de stemvoering overtuigt niet. Een andere bekende fortepianist, Kristian Bezuidenhout, laat in Mozart horen hoe het wel kan. index |
|