CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2021

Nikolaus Harnoncourt - Farewell from Zurich

Mozart: Serenade nr. 10 in Bes, KV 361 (Gran Partita)

Beethoven: Symfonie nr. 5 in c, op. 67

Philharmonia Zürich o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
Prospero PROSP 0020 • 53' + 48' • (2 cd's)
Live-opname: 25-27 nov. 2011, Tonhalle Zürich

   

Wie als muziekliefhebber de schitterende omgeving van Attersee bezoekt, rond het grootste meer in het gebied in Salzkammergut waar Gustav Klimt vaak geschilderd heeft (het aldaar gevestigde Klimt Museum is alleen al een bezoek meer dan waard) en waar ook het gerestaureerde en in keurig wit geschilderde ‘Komponierhäuschen' van Gustav Mahler (nog) te vinden is (zij het helaas weggedrukt aan het einde van een nogal onoverzichtelijk campingterrein), kan om een andere belangrijke, vlakbij gelegen locatie eigenlijk nauwelijks heen: Sankt Georgen im Attergau, waar de Oostenrijkse dirigent Nikolaus Harnoncourt (1929-2016) zich ruim veertig jaar volkomen thuis voelde en de titel van ereburger met zich meedroeg, en er zich na tournees graag terugtrok en waar hij ook is begraven, op het kerkhof naast de ‘Pfarrkirche'.

Na zijn dood werd het dorpje, zo werd mij verteld, weliswaar geen waar pelgrimsoord, maar wel al spoedig het middelpunt van de speciaal in het leven geroepen ‘Internationale Nikolaus Harnoncourt Tage', een initiatief van Mechthild Bartolomey, tevens degene die in Attergau al jarenlang in het dorp voor een heus ‘cultuurplan' zorgt. Haar doel: Harnoncourts grote betekenis als dirigent levend houden, maar ook zijn bekende uitspraak ‘Musik ist ein Zaubergeschenk, eine magische Sprache' met plaatselijke muziekuitvoeringen gestalte te geven. Er is dus bepaald meer dan een Nikolaus-Harnoncourt-Platz in Attergau!

Harnoncourt behoorde tot die vrij zeldzame dirigenten die echt iets verrassends aan hun interpretatie weten toe te voegen, iedere denkbare vorm van routine uit de weg gaan. Dat stond misschien enigszins haaks op zijn net zo bekende uitspraak: ‘Bei Mozart ist es nie so, dass man etwas findet, das vor einem noch kein anderer gefunden hat', maar toch was dat veelal toch de beleving van menige muziekliefhebber, maar ook de musici die met hem werkten. Wat die laatste categorie betreft: ik heb repetities meegemaakt waarin een werk uit het symfonisch standaardrepertoire wel degelijk door hem in een geheel nieuw licht werd gezet. Ik denk bijvoorbeeld aan de - bijna uitputtende! - repetitie van Haydns Symfonie nr. 104 met het Concertgebouworkest, begin jaren 2000 in het Amsterdamse Concertgebouw. Dat bleek voor menigeen zelfs een ware openbaring, aangestuurd door Harnoncourts enorme historische kennis, zijn grote ervaring en het gemak waarmee hij ieder denkbaar detail kon uitleggen. Indrukwekkend was ook hoe gemakkelijk de orkestleden op zijn opmerkingen of kanttekeningen muzikaal reageerden.

Maar terug naar dat idyllisch gelegen St. Georgen im Attergau, waar Harnoncourt midden in het dorp de oude maar zeer ruime pastorie met binnenplaats (‘Pfarrhof') bewoonde. In de late herfst van 2011 verzamelden zich daar, speciaal op zijn verzoek, de 13 musici van het Philharmonia Zürich die met hem in november van dit jaar Mozarts Gran Partita zouden uitvoeren. Het was in de woorden van ‘Orchesterdirektor' Heiner Madl, die eveneens aanwezig was, aldus een nogal ongewone ‘Probensetting' op een uitgesproken archaïsche locatie. Ingekwartierd in een plaatselijk klein hotel was er tijd en gelegenheid genoeg om Mozarts meesterwerk in de meest letterlijke te verkennen en vervolgens letterlijk nieuw leven in te blazen.

De musici bij Nikolaus Harnoncourt thuis in St. Georgen

Het moet in die laatste week van november 2011 een zeer gedenkwaardige concertreeks zijn geweest. Dat blijkt niet alleen uit de enthousiaste perskritieken maar ook wat ons voorligt: de op 26 november gemaakte opname in de Tonhalle in Zürich. Voor menigeen gold het zelfs als – wat Beethovens Vijfde betreft – een volstrekt unieke gebeurtenis (wat een concert overigens per definitie al is), met termen als ‘wild im Klang, scharf in der interpretatorischen Anlage'. Maar ook: ‘Ein Erdbeben hatte sich ereignet, die Erschütterungen waren durch Mark und Bein gegangen.'

Die indruk wordt door die ‘Mitschnitt' van 26 november (de uitvoeringen op 25 en 27 november werden voor de latere ‘patches' in het kader van de nabewerking gebruikt) klip en klaar bevestigd, met het orkest van de Zürcher Oper (tegenwoordig Philharmonia Zürich) in absolute topvorm. De expressieve klankerupties en de ongekende ‘drive' laten er geen enkel misverstand over bestaan waar Harnoncourt met zijn ensemble op uit was: een in een ijzersterke inhoudelijke context gevatte, door roeien en ruiten gaande, muzikale storm die na de toch al stevig uit de kluiten gewassen Derde en meer dichterlijke Vierde een ware revolutie moest ontketenen. Daar moest zelfs zo het een en ander voor wijken, zoals in de finale het aandeel van de triomfantelijke trompetten die in deze uitvoering herhaaldelijk tegen de drie fier schetterende trombones moesten opnemen en soms die strijd zelfs verloren. Uiteraard Harnoncourts doelbewuste keuze: het was immers voor het eerst in de muziekgeschiedenis dat in een symfonie maar liefst drie trombonisten moesten aantreden. Een ander belangrijk uitvloeisel van die ongekende ‘Sturm und Drang' waren de tempi, die - voor zover ik weet voor het eerst - bij Harnoncourt geheel en al in het teken van Beethovens eigen metronoomcijfers stonden. Waarbij hij overigens nog een stap verder ging door vanuit dat hoge basistempo, eenmaal ‘onderweg', met groot raffinement inhoudelijke tempomodificaties niet uit de weg te gaan. Wat dat laatste betreft had de dirigent uiteraard illustere voorgangers (waaronder zelfs heel ver terug in het verleden Mengelberg en Furtwängler), maar niet in samenhang met dat hoge basistempo. Een ander belangrijk aspect is wat ik gemakshalve maar ‘Ausdehnung' noem, zoals dat zo duidelijk naar voren komt in het Andante con moto van diezelfde symfonie: in de fortissimi wordt het klankbeeld als het ware (verder) opgerekt, wat een uitgesproken dramatisch, zo niet overweldigend effect oplevert. Bijzonder overtuigend en knap is ook zowel het consistent hoge tempo in het Scherzo als de onverbiddelijk gehandhaafde puls die het ritmisch model zoveel extra cachet geeft, met de triomfantelijk schetterende hoorns en pauken als ware rotsen in de hevig kolkende branding. En hier geen genade voor de contrabassisten: Harnoncourt laat ze in virtuositeit én articulatie echt tot het uiterste gaan. De beroemde (en voor sommigen zelfs beruchte!) transitie naar de finale is (ondanks het hoge tempo!) meesterlijk gedoseerd, waardoor de beginfanfare van de finale (het schéttert vanuit het bijna-niets dat het waarlijk een lieve lust is) na al het voorafgaande als een ware bevrijding uitwerkt. Verrassend is ook dat – mede aangestuurd door het tempo - de slotmaten in deze hoogst gespannen uitvoering niet meer het effect hebben van ‘het werk komt maar niet aan zijn einde'.

Nikolaus Harnoncourt dirigeert in Zürich (foto Urs Flüeler)

Hiermee vergeleken is de uitvoering van Mozarts Gran Partita – hoe kan het ook anders – minder revolutionair. Wat niet wil zeggen dat we ons puur en alleen in traditionele (of conventionele) wateren bevinden. Immers, Harnoncourt houdt er zijn eigen ‘agogiek' op na, niet gestoeld op willekeur maar op wat hij in zijn lange dirigeerpraktijk en in zijn beide boeken Musik als Klangrede en Der musikalische Dialog (1984) heeft beleden. Er zijn van die accenten die we bij andere uitvoeringen niet aantreffen, in een combinatie van logica en vooruitziende blik. Maar misschien is nog wel het belangrijkste dat van deze vertolking een zeldzaam gevoel van opperste schoonheid uitgaat, waarvan ik niet kan aangeven waar die nu precies in schuilt. Ja, het orkestspel is opnieuw boven iedere kritiek verheven, maar er bevindt zich meer achter deze op sommige momenten zelfs verheven esthetiek, zoals in het wonderschone Adagio (Romanze). De enige conclusie die ik uiteindelijk wel kon trekken: dat dit de mooiste uitvoering van het werk is die ik ooit heb gehoord (en dat zijn er in de loop der jaren toch heel wat geweest, een ervaring die al een halve eeuw teruggaat met het Nederlands Blazers Ensemble in de hal van de Rotterdamse Doelen tijdens een van de vele toen in zwang zijnde 'nachtconcerten').

Maar laat ik hier ook uitdrukkelijk de opname noemen, met Andreas Werner als ‘Tonmeister'. Het zijn schitterende registraties geworden, een kunstprestatie van de eerste orde, volkomen harmonie is met wat orkest en dirigent op het podium van de Tonhalle zo indrukwekkend hebben gepresenteerd. In het ruim opgezette boekje is een groot aantal zeer sprekende foto's van de repetities opgenomen, zowel bij Harnoncourt thuis als in de Tonhalle.

Track 5 van de tweede cd bevat repetitiefragmenten van Beethovens Vijfde symfonie, de delen 2 en 3. Helaas zijn die wat kort uitgevallen en maken ze door hun fragmentarisch karakter een nogal warrige indruk. Er werden nog geen 11 minuten voor uitgetrokken, terwijl er op de cd zelf nog ruimte was geweest voor zo'n 45 minuten. Een behoorlijk gemiste kans derhalve.

Dat deze dubbel-cd, in co-productie met SRF2 Kultur, eerst nu op de markt komt heeft mogelijk te maken met het feit dat het bijna op de kop af tien jaar geleden is dat het concert plaatsvond. Of dat een logische verklaring is? Ik betwijfel het, maar iets anders kan ik niet bedenken.

Tot slot nog dit. Het album heeft de titel Farewell from Zurich meegekregen, wat het daadwerkelijk ook was: Harnoncourt is er na november 2011 niet meer terug geweest. Zijn werkelijke afscheid van het podium volgde echter eerst begin december 2015, met die bekende handgeschreven brief, waarin hij het aankondigt: ‘ Meine körperlichen Kräfte gebieten eine Absage meiner weiteren Pläne,' schreef hij op 5 december, een dag voor zijn 86ste verjaardag. Hij overleed niet lang daarna, op 5 maart 2016, thuis, in zijn geliefde Sankt Georgen im Attergau. Maar zoveel is zeker: zijn uitgebreide discografie zal nog decennialang stof tot nadenken en muziekgenot bieden. Op de rouwkaart het motto dat zijn leven heeft beheerst: 'De kunst is de navelstreng die ons met het goddelijke verbindt'.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links