CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2020

Granados: Goyescas

Jean-Philippe Collard (piano)
La Dolce Volta LDV 73 • 54' •
Opname: 30 mei-1 juni 2019, Arsenal-Metz en Scènes (F)

   

Er is geen musicíenne die meer heeft betekend voor de verspreiding van de Spaanse pianomuziek dan de eveneens Spaanse, feitelijk Catalaanse Alicia de Larrocha (1923-2009). Ze werd geboren en overleed in Barcelona, de hoofdstad van Catalonië. Aan haar danken we de vele Decca-opnamen zoals die vanaf het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw geleidelijk aan onze muzikale harten wisten te veroveren. Zij was het die de pianowerken van Enrique Granados (1867-1916), Isaac Albéniz (1876-1946) en Manuel de Falla (1876-1946) niet alleen onder de aandacht bracht van het Europese publiek, maar - nog belangrijker - deze ook populariseerde. Een klankfeest dat zich niet alleen tot de studio beperkte, maar zich ook op het concertpodium manifesteerde. Wat overigens de prestaties van andere pianisten op dit vlak er niet minder om maakt.

Wat is eigenlijk puur Spaans? Van de Rioja weten we dat wel, maar van de muziek? De belangrijkste verbintenis: de Spaanse muzikale folklore, maar dan wel in de puurst denkbare vorm en dus niet beïnvloed door bijvoorbeeld het Franse impressionisme, zoals dat bij Albéniz en De Falla het geval was. Zoals hun tijdgenoten Debussy en Ravel op hun beurt Spaans-getinte muziek schreven.

Granados' 'Goyescas' behoort tot de belangrijkste werken uit de Spaanse pianoliteratuur, zich daardoor op dezelfde hoogte bewegend als Albéniz' 'Iberia'. Wat beide werken gemeenschappelijk hebben is het onweerstaanbare karakter ervan, het facetrijke kleurengamma, de gulheid van de inventie, de sfeertekeningen en de sublieme verwevenheid van kunst- met volksmuziek. We hebben het eigenlijk over evocaties die alleen uit een Spaanse pen konden vloeien en waarvan je de specifieke geuren van het platteland bij wijze van spreken door de klanken heen kunt opsnuiven. Klanken die bedwelmen, badend in het felle Spaanse zonlicht, een discours waarin het extroverte door het introverte, intieme wordt afgewisseld en de contrasten worden aangezet door voorbijtrekkende schaduwen en onderhuidse melancholie.

'Goyescas' is een groots werk, een zesdelige pianosuite, waarvan hij zelf zei: "Ik wilde 'Goyescas' een persoonlijke toets meegeven, een mengsel van bitterheid en gratie, in een sfeer van verfijnde lyriek. Het ritme, de kleuren en de karakteristieke Spaanse levendigheid, de notie van sentiment, van plotselinge verliefdheid en passie met zijn dramatische en tragische kanten, zoals we die aantreffen in Francisco Goya's gehele oeuvre."

De nieuwe opname van de Franse pianist Jean-Philippe Collard (1948) doet de uitvoering van Larrocha (o.a. te vinden op Spotify) weliswaar niet vergeten, maar ik heb diepe bewondering voor zowel zijn schitterende pianistiek als zijn verbeeldingskracht. Er huist zoveel raffinement en poëzie in zijn vertolking dat je wel van ijzer moet zijn om je er niet voor gewonnen te geven. Toucher, articulatie, ritmische en dynamische precisie, ze staan zonder uitzondering in het teken van deze betoverende muziek. De Decca-opname is van medio jaren zeventig en klinkt nog uitstekend, maar deze nieuwe is (nog) beter gedefinieerd en de Steinway D-274 heeft met name in de lagere octaven een nog warmere sonoriteit.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links