CD-recensie Schatgraven in een ver verleden (5) - Dmitri Sjostakovitsj
© Aart van der Wal, november 2016
|
Onlangs was ik op bezoek bij Polyhymnia in Baarn. Ik was uitgenodigd om het proces bij te wonen van de omzetting van analoge moederbanden van oude(re) opnamen naar het digitale domein. Ze worden later op sacd uitgebracht door het label PentaTone (dat in hetzelfde pand huist). Aan dit proces hoop ik later een artikel te wijden. Bij thuiskomst trof ik - het kon werkelijk niet toevalliger - een grote doos aan, tot aan de rand gevuld met cd's, waaronder zes van het label Praga Ditigals in de serie 'Genuine Stereo Lab' en twee in de s, oude opnamen die zijn overgezet van studioband naar cd. Dus in feite een vergelijkbaar proces als in Baarn. Onvoldoende informatie Het omzettingsproces begint zowel bij de moederband (studiomaster) als bij de recorder die oorspronkelijk werd gebruikt (vaak een Studer). Hopelijk is het referentiesignaal op de band gezet en zijn de technische gegevens die de opnametechnicus heeft genoteerd nog aanwezig. Dat is al een goed begin voor een nauwkeurig omzettingsproces. Dat de recorder er nog is, is mogelijk maar niet waarschijnlijk. En als die er nog is dient deze up-to-date te worden gebracht, waaronder reiniging en uitlijnen van de (afzonderlijke) weergavekop, de bandgeleiders en het loopwerk. Wat deze 'Genuine Stereo Lab' en 'Limited'series betreft tast ik wat dit betreft geheel en al in het duister en kan ik slechts afgaan op hetgeen ik hoor. Dat is duidelijk een gemiste kans. Positief is wel dat de naam van degene die verantwoordelijk is geweest voor de remastering en editing (het verwijderen van ongerechtigheden) wel wordt vermeld. Dmitri Sjostakovitsj
Sjostakovitsj had geen hoge dunk van zijn Tweede pianoconcert, een cadeautje voor Maxim, zelf een voortreffelijke pianist. Hij speelt het desondanks alsof zijn leven ervan afhangt. In het Eerste pianoconcert is de hectiek beduidend minder, maar horen we ook hier welk een voortreffelijke pianist hij was. Hetzelfde kan worden gezegd van het Concertino, met vader en zoon die qua virtuositeit niet voor elkaar onderdoen. De sublieme uitvoering van het Pianokwintet op. 57 is niet de première, want die vond plaats in het eerste bittere oorlogsjaar, op 23 november 1940. Het jaar daarop mocht hij de Stalin-prijs ervoor in ontvangst nemen. Wel horen we op de cd het Beethoven Quartet, aan wie het werk is opgedragen. Sjostakovitsj had een grote bewondering voor de spelkwaliteiten van dit ensemble, getuige ook het grote aantal strijkkwartetten dat hij opdroeg aan dit kwartet. De uitvoering van de Cellosonate (met Rostropovitsj) is diep doorleefd, met de expressie onnavolgbaar tot in de haarvaten. Treffend is ook het ongemeen dialogiserende karakter van dit uitmuntende samenspel. Het is een live-opname, maar het lijkt wel alsof ze allebei alleen voor elkaar spelen. Een diep ontroerende ervaring. Dat geldt niet minder voor de afsluitende préludes in de bewerking voor viool en piano van Dmitri Tsiganov, de primarius van het Beethoven Quartet. In de drie préludes en fuga's, gemodelleerd naar Bach, heeft Sjostakovitsj het rijk voor zichzelf en treft zijn trefzekere pianistiek. Ik heb er geen idee waar deze schitterende banden vandaan komen en wat Praga er precies mee heeft gedaan, maar het is werkelijk ongehoord, zo goed als deze van oorsprong toch met beperkte middelen vastgelegde vertolkingen uit de luidsprekers komen. Zeker in de Sovjetunie was het met de in de jaren vijftig beschikbare opnameapparatuur slecht gesteld. Deze unieke uitgave is van het grootste belang, zowel vanuit muziekhistorisch oogpunt als door het absoluut authentieke karakter ervan. Een grotere autoriteit kan niet worden uitgestraald. Wie eens wil struinen in dat onoverzienbare Russische geluidsarchief vindt daarvan op het internet informatie te kust en te keur. Van vrijwel alle grote musici zijn uitvoerige discografieën voorhanden. Kijk voor Sjostakovitsj bijvoorbeeld eens op http://recordings.online.fr/record.php?i=196$m=1 index |
|