CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2025 |
Wonder in Venice mag op het eerste gezicht een ietwat overdreven titel zijn voor muziek van een componist die in de westerse annalen weinig tot geen aandacht heeft gekregen, interessant is zij daarentegen wel degelijk. De op dit album vastgelegde sonates en concerti van deze Venetiaan (Baldassare Galuppi werd geboren op het eiland Burano bij Venetië, waar hij in 1785 overleed) vormen een brug tussen de Barok en het (vroege) Classicisme en zijn om die reden belangrijk genoeg. Galuppi, als maestro di capella verbonden aan de basiliek van San Marco, maakte tussen 1741 en 1743 een uitstapje naar Londen, waar hij als componist en dirigent actief was voor het fameuze King's Theatre. Van 1765 tot 1768 werkte hij als componist aan het hof van Catharina de Grote in Petersburg. Zijn carrière begon in Florence, als klavecinist aan het Teatro della Pergola. Zijn bijnaam ‘Il Buranello' dankte hij aan zijn geboorteplaats, zijn internationale bekendheid vooral aan zijn invloed op de ontwikkeling van de opera buffa (samen met de librettist Carlo Goldoni bracht hij onder meer zijn opera Il filosofo di campagna op de planken). Hij behoorde zonder enige twijfel tot de meest kleurrijke componisten van zijn tijd. In zijn klavecimbelsonates hanteerde Galuppi zowel dans- als sonatevormen, waarin thematische contrastwerking een belangrijker rol kreeg toebedeeld dan thematische ontwikkeling. Een ander kenmerk is de nadruk op melodie, meer homofoon dan polyfoon gericht, sierlijk en verfijnd. Dit alles volgens de in die tijd in zwang zijnde stile galante. Deze muziekstijl kwam op in de eerste helft van de achttiende eeuw als reactie op de meerstemmige gelaagdheid' van de barokmuziek. Het draait bij de 'galante stijl' - het begrip zegt het al - om elegantie en melodische eenvoud. De rechterhand krijgt alle ruimte voor de zangerige melodie, de linker voor eenvoudige, (veelal gebroken) akkoorden. Al wist Galuppi ook uitstekend de weg in fugatische passages. Bij Galuppi komen we de tweedelige sonates vaak tegen, zoals de op dit album vertegenwoordigde Sonate in Bes: in de tweedelige opzet (met herhaling) eindigt het eerste deeltje in een aan de hoofdtoonsoort verwante toonsoort. In het geval van Bes-groot kan dit bijvoorbeeld de parallelle toonsoort g-klein zijn, of de dominant F-groot, de subdominant Es-groot of anders in Bes-klein. Galuppi had - met name in de mineur-toonsoorten - bovendien een fijn oor voor het retorisch-expressieve karakter ervan, wat hem positief onderscheidde van menige tijdgenoot. Of álles van zijn hand bewaard is gebleven, weten we niet, maar wel zijn er zo'n 132 klaviersonates van hem bekend die eerste door Felix Raabe en in 1972 door David E. Pullmann aanvullend zijn gecatalogiseerd, waarbij de 'A' staat voor het eerste deel van de catalogus (de klavier- of klavecimbelsonates).
Wonder in Venice omvat naast de vijf sonates voor klavecimbel solo twee concerti voor klavecimbel en strijkers: twee violen, altviool, cello en violone (de voorloper van de contrabas). Daarin zijn de contrasten nog kruidiger uitgewerkt en is het verrassingslement alleen al daardoor nog beduidend hoger dan in de sonates. Er spreekt zoveel flair, charme en raffinement uit dat het op de luisteraar wel zéér aanstekelijk moet uitwerken. Wat tevens het nodige zegt over deze uiterst levendige vertolkingen waarin inventiviteit en precisie hand in hand gaan. Ook de opname laat niets te wensen over: het klankrijke klavecimbel staat fraai in de ruimte afgebeeld en in de beide concerti is de balans tussen de instrumenten al even ideaal. Een overzicht van het gebruikte instrumentarium vindt u hier. index |
|