CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2021

Frescobaldi - Canzoni

Canzona quinta a 4
Canzona 'La Donatina'
Canzona II, 'La Bernardinia'
Canzona l'Altera
Canzona ottava a basso solo 'detta l’ambitiosa'
Canzona prima a 4, canto alto tenor basso 'sopra rugier'
Canzona quarta a 4, due canti e due bassi
Canzona undecima 'La Plettenberger'
Canzona vigesimaquarta a due bassi e canto 'detta la nobile'
Canzona VII, 'La Superba'
Canzona XVI, 'La Samminiata'
Canzona XVII 'detta la Diodata
L'Alessandrina'
Quintadecima a 2 Bassi 'detta la Lieuoratta'
Terza a 2, Canto e Basso

Les Basses Réunies o.l.v. Bruno Cocset
Alpha 614 • 65' •
Opname: sept. 2003, Chapelle de l'Hôpital Notre-Dame de Bon-Secours, Parijs

   

De canzoni van Gerolamo Alessandro Frescobaldi (1583-1643) zijn puur instrumentaal gedacht en strekken zich uit van een- tot vierstemmig. Het door Bruno Cocset geleide ensemble Les Basses Réunies heeft hieruit een smaakvolle keuze gemaakt. De canzoni zijn zonder uitzondering briljant en loepzuiver geconcipieerd, uiterst rijk gevarieerd, maar ook streng gestileerd. Hoe meer instrumenten bij de compositie zijn betrokken, des te rijker het polyfone speelveld.

Het is de rijkdom aan inventie die de eeuwen met gemak heeft weten te doorstaan. Zozeer zelfs dat de in de eigentijdse muziek gespecialiseerde dirigent (en componist!) Bruno Maderna (1920-1973) in 1952 een aantal werken van Frescobaldi bewerkte voor kamerorkest (in 2015 uitgebracht door het label ECM en hier besproken). Eeuwenoude muziek die hiermee als het ware een nieuw tijdperk werd ingezogen.

De grootheid van Frescobaldi strekt zich uit van zijn waarschijnlijk meest bekende werk, de Fiori Musicali, een bundel orgelwerken bedoeld als omlijsting van de liturgie, gedateerd in 1635 (het belang ervan wordt nog eens onderstreept door het afschrift dat Bach er hoogstpersoonlijk van maakte) tot een groot aantal toccata's, ricercari, fantasieën, motetten, missen en … canzoni. Iets minder bekend zijn de Affetti amorosi, gebundelde liefdesaria's, waarin met slechts weinig middelen een ontwapenende puurheid en warmte aan de dag wordt gelegd.

Ook de canzoni worden gekenmerkt door een hoge mate van inventie, waarbij alleen het basisconcept grotendeels is vastgelegd: een geprononceerde melodische baslijn als introductie die wordt gevolgd door de briljante verdere uitwerking ervan, waarin metrum en contrapunt de ingenieuze klankfiguren aansturen. Daarnaast bieden de contemplatieve tussenspelen alle ruimte aan Frescobaldi's fabuleuze variatiekunst.

Spijtig is dat de diminuties (het thema of de melodie in verkleining, in tegenstelling tot augmentatie, vergroting) door Frescobaldi niet consequent zijn neergeschreven. Ook is het opvallend dat een groot aantal delen uit de eerste gedrukte bundel van 1628, en dat geldt dan met name voor de baslijn, in de editie van 1635 geheel is omgewerkt, feitelijk nieuw is geconcipieerd. Dan zijn er de versieringen in de langzame delen die vreemd genoeg wel zijn opgenomen in de editie van 1628 maar niet in die van 1635. Vrij logisch eigenlijk koos Bruno Cocset er daarom voor om de laatste druk als uitgangspunt te nemen, maar voor de versieringen uit de 1628-editie te putten.

Uitvoering en opname zijn vlekkeloos. De historiserende uitvoeringspraktijk heeft ook in dit geval zijn rijpe vruchten afgeworpen. Dit album betreft een heruitgave, oorspronkelijk verschenen in 2003 onder het catalogusnummer 053. Het ensemble bestaat uit 2 tenorviolen, 3 basviolen, violone, contrabas, cornet, theorbe, harp, klavecimbel en claviorganum.

Voor de wijnliefhebbers: verre nazaten van de componist exploiteren nog steeds en met succes het gelijknamige wijnhuis.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links