CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2010

 

 

Ferneyhough: Terrain (2002) - No time (at all) (2004) - La chute d'Icare (1988) - Incipits (1996) - Les froissements d'ailes de Gabriel (2003).

Graeme Jennings (viool), Erkki Veltheim (altviool), Geoffrey Morris en Ken Murray (gitaar), Carl Rosman (klarinet), Elision Ensemble o.l.v. Franck Ollu en Jean Deroyer.

Kairos 0013072KAI • 60' •


De muziek van de Engelse componist Brian Ferneyhough (1943) is hondsmoeilijk en niet alleen voor de musici. Ook van de toehoorder wordt verwacht dat die behoorlijk doorbijt; en dat wil niet iedereen. De onvoorstelbaar hoge eisen die Ferneyhough aan de uitvoerders stelt heeft uiteraard een behoorlijk negatieve invloed gehad op de verbreiding van zijn muziek. Er zijn immers maar weinig musici te vinden die er veel voor voelen om weken, zo niet maanden met een stuk in de weer te zijn en dan ten slotte nog niet eens zeker weten of ze na al dat geploeter überhaupt echt greep hebben op de ongekend ingewikkelde abstracties die de componist daarin heeft verweven. Muziek voor de diehards dus, wat echter niet wil zeggen dat er geen beloning in het verschiet ligt. Ferneyhoughs concepties zijn wel degelijk fascinerend.

Fragment uit »La chute d'Icare«

Een niet onbelangrijk verwijt in zijn richting is dat al die buitenissigheden en buitensporige complexiteiten en nogal bizarre detaillering daarvan in de partituur puur muzikaal gezien per saldo niet veel meer opleveren dan wanneer datzelfde stuk grotendeels als pure improvisatie zou worden uitgevoerd. Met andere woorden, laat de musicus of het ensemble zijn gang maar gaan. Het uiteindelijke resultaat hoeft dan per se niet minder of slechter te zijn dan wanneer de partituur noot voor noot wordt gevolgd. Daar zit zeker een kern van waarheid in, want ondanks de minutieuze uitwerking maken Ferneyhoughs partituren inderdaad de indruk van een alsmaar doorlopende improvisatie. Dat zegt de componist eigenlijk zelf ook: “Who is the individual today? We are always in motion, in flux, in a torrent of self-transformation. So much falls on the borderline of chaotic experience. Music has to reflect this unfixedness.” Maar zoals zo vaak blijkt het zo eenvoudig toch niet te liggen, want Ferneyhough componeert ontzegenzeglijk in ingewikkelde lagen, waarvan de complexiteit bovendien nog verder toeneemt naarmate het stuk vordert. Met andere woorden: deze muziek heeft alleen maar de schijn van een improvisatie. Zij is het dus niet, maar weerspiegelt ze dan wel die 'unfixedness'?

 
  Brian Ferneyhough
   

Nou, dat doet de muziek van Ferneyhough wel. Muziek die veel weg heeft van bewust gecreëerde chaos die al even willens en wetens functioneel wordt. Als alles in de lucht hangt en niets zeker is, lijkt het strategische hoogtepunt pas bereikt in de hegemonie van het onbestemde, onaanraakbare, onaantastbare. Maar heeft het überhaupt zin om veel tijd en energie te steken in het creëren van een volkomen gebrek aan 'Anstimmung', aan klanken die maar geen herkenbare patronen willen worden en die geen enkele kern lijken te bezitten? De voornaamste karakteristiek van deze muziek lijkt toch te zijn dat zij geen herkenbaarheid bezit. Om met Ferneyhough te spreken: de muziek wordt weerspiegeld door ‘unfixedness’, ofwel – om maar enige daarmee samenhangende begrippen te noemen: muziek die onzeker, onvoorspelbaar, onbetrouwbaar, wankelend is (klik hier). Het is de New Complexity ten voeten uit, de verzamelnaam voor de in het begin van de jaren tachtig ontstane, buitenissige stroming die een mix voorstaat van serialisme, microtonaliteit, afwijkende stemming, exotische klankkleuren in combinatie met een extravagante instrumentatie, polyritmiek en permutatie, en dan vaak ook nog gevat in grafisch buitengewoon complexe notatie.

Wie hierin tijd en moeite wil investeren weet zich wat deze cd betreft gesteund door werkelijk fenomenale uitvoeringen, en dan ook nog van begin tot eind. Het lijkt oppervlakkig gezien een paradox te zijn, maar je moet echt uiterst muzikaal en technisch begaafd te zijn om de eindstreep van dit door Ferneyhough uitgezette, uiterst ingewikkelde parcours zonder kleerscheuren te bereiken. Dat geldt in zekere zin niet minder voor de opnamen, die tussen 2003 en 2008 in Melbourne en Brisbane werden gemaakt en die zonder uitzondering uitmunten in transparantie en definitie. Men kan het zich eenvoudig niet beter wensen. Wie wil doorbijten vindt in deze cd daarvoor het optimale vertrekpunt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links