CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2020

Trad.: Blow the wind southerly - Scarborough Fair

Elgar: Nimrod - Romance op. 62 - Celloconcert in e, op. 85

Bridge: A Spring Song

Bloch: Prélude

Fauré: Élégie op. 24

Klengel: Hymnus op. 57

Sheku Kanneh-Mason (cello),
London Symphony Orchestra o.l.v. Simon Rattle
Decca 4850241 • 69' •
Opname: 2019, Abbey Road Studios, Londen

   

Ik neem aan dat er slechts weinig muziekliefhebbers zullen zijn die Sheku Kanneh-Mason niet als een enorm talent beschouwen. Ik besprak al eerder enthousiast zijn eerste Decca- album (klik hier) en ook over zus Isatha niets dan lof (klik hier).

Sheku heeft zich voor zijn tweede Decca-album aan het Celloconcert van Elgar gezet en hij doet dat zeker met verve en in een bij tijd en wijle zeker sterk expressief geladen vertolking. Wat in dit geval echter tot zijn nadeel spreekt is dat ook dit Elgar-concert in discografisch opzicht inmiddels tot op het bot is afgekloven en dat wat Sheku hier presteert menige voorganger zeker niet doet vergeten. Dat geldt gelukkig minder voor de door hem gekozen en deels bewerkte 'opvulstukken', al is het wel een allegaartje dat daardoor niet van veel programmatisch inzicht getuigt. Hij speelt ze voortreffelijk, de orkestbegeleiding is tot in de puntjes verzorgd, maar mijn keus zou het niet zijn geweest.

Wie alleen al de vertolking van Elgars Celloconcert door Jacqueline du Pré op het hart heeft gebonden (en wie niet?) zal deze nieuwe uitvoering wellicht minder waarderen: tegen Du Pré's uiterst gepassioneerde hyperromantiek steekt die van Sheku nogal bleekjes af. Wat overigens niet wil zeggen dat we blij zouden moeten zijn geweest met een kloon van Du Pré's formidabele uitvoering, daarin fenomenaal gesteund door John Barbirolli en hetzelfde orkest: het London Symphony Orchestra (oorspronkelijk uitgebracht door EMI, nu Warner). Bovendien bleek de koppeling met Elgars 'Sea Pictures', subliem gezongen door Janet Baker, toen een regelrechte voltreffer.

Hoewel ik niet warm loop voor dat vaak eindeloos vergelijken van uitvoeringen (wat meestal is gebaseerd op niet meer dan een deel van wat beschikbaar, in casu gehoord is) is het wel zo dat zonder vergelijkingsmateriaal een redelijk objectief oordeel al bij voorbaat wordt bemoeilijkt. Een lastige spagaat dus. Er is dan bovendien vaak zoiets als 'in het land der blinden is eenoog koning'. Anders gezegd: wie van Elgars Celloconcert slechts een of twee uitvoeringen kent zal die van Sheku waarschijnlijk (want niets is zeker) een hoge(re) waardering geven. Wie er meer kent zal - het is eveneens waarschijnlijk - door twijfel worden bekropen.

Als ik een samenvatting van zijn spel zou moeten geven: een schitterende toon, een vlekkeloze techniek, maar eerder timide dan expansief, in de hoekdelen soms zelfs neigend naar oppervlakkigheid. Dat is geen gemiste kans. Nee, dat is Sheku's opvatting van dit stuk, daarin gesteund door Simon Rattle die met 'zijn' London Symphony zich keurig bij de visie van de solist lijkt te hebben aangesloten. Dat heeft in ieder geval veel expressieve homogeniteit opgeleverd, al gaat het dan ten koste van het idiomatische karakter van het opus. Wat veelal ontbreekt is echter de hang naar avontuur op een door de componist gecreëerd groots parcours. Een keurige interpretatie, niets minder maar ook niets meer.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links